Geschreven verslag naar aanleiding van het sluiten van het E.H.B.O gebouwtje aan de Korenbeurs door de Gemeente Tiel

 

Toen op 28 september 1944 een zware luchtaanval op de haven in Tiel plaatsvond was de E.H.B.O met een speciaal getrainde brigade groot 24 leden aanwezig om de gewonden te helpen. Onder leiding van dr. Asjes hebben we toen 3 zwaargewonden verzorgd en 2 doden geborgen. Toen we klaar waren, waren er nog 18 brigadeleden over, 6 waren weggegaan, die hebben we niet meer terug gezien. Deze 18 brigadeleden zijn altijd bij elkaar gebleven.

Het gemeentebestuur van Tiel had bij een beschieting van Tiel nergens op gerekend, had ook geen mensen beschikbaar voor hulp aan gewonden. De Duitse Weermacht erkende geen E.H.B.O wel het Rode Kruis.

De heer Baerd, apotheker in Tiel was bestuurslid van het Rode Kruis, maar had ook geen mensen beschikbaar, die gewonden konden helpen en vervoeren.

Van de Duitse Weermacht moesten we bewijzen hebben, die toestemming gaven om ’s nachts en ook overdag op straat te mogen komen en ook in het spergebied. Het Rode Kruis kon deze bewijzen wel krijgen, de heer Baerd zorgde hiervoor en toen heeft de E.H.B.O. zich beschikbaar gesteld om onder de naam van het Rode Kruis de gewonden hulp te verlenen.

Wij hebben deze hulpverlening steeds geheel zelfstandig uitgevoerd, maar moesten wel onze helmen en bakfiets van een rood kruis voorzien. Ook moesten wij een Rode Kruis armband dragen, hieronder deden we dan een E.H.B.O. armband.

Vanaf 17 september 1944 tot 16 januari 1945 hebben we toen alle hulp verleend die nodig was.

Half november hebben we de nachtdienst ingesteld, zodat we toen dag en nacht beschikbaar waren.

 Ik wil nadrukkelijk verklaren dat het vrijwilligersdienst was en dat we voor zover ik weet, geen van de brigadeleden hiervoor geld ontvangen hebben.

 1 januari 1945 was wel de zwaarste beschieting, die we in Tiel hebben meegemaakt. Het begon ’s morgens om ± 9.30 uur en eindigde om ± 17 uur. Het resultaat was 18 gewonden en 5 doden, die we van de straat hebben gehaald.

11 januari zijn we in een zware sneeuwstorm om ’s morgens 9 uur vertrokken met 1200 inwoners van Tiel. Die evacues moesten naar Eck en Wiel, waar we om ± 3 uur aan de veerweg aankwamen. Daar de sneeuwstorm recht op de stroom stond kon de gierpont niet varen. (opm. 1. )Om ± 16.30 uur kon de pont gaan varen en konden de mensen overgezet worden en werden we in de school ontvangen. Het stroo was al over de vloer verdeeld, de kachels branden goed en er was heerlijke erwtensoep. Onderweg was een baby van 3 weken gestorven en op de pont viel een oude man van de wagen en is de volgende dag gestorven. 8 E.H.B.O. ‘ers hebben dit transport begeleid.

Donderdag 15 januari hebben we nog weer 800 Tielenaren naar Eck en Wiel gebracht. Het was goed weer, de weg was erg glad, maar het transport verliep goed en we waren om ± 18 uur weer in Tiel. Ook toen hebben 8 E.H.B.O. ‘ers hebben dit transport begeleid.

Vrijdag 16 januari kwam de politie ons vertellen, dat er nog 3 zeer ernstig zieke mensen in Tiel achter gebleven waren. Die hebben we toen opgehaald en naar het noodziekenhuis in het Kasteel in Zoelen gebracht.

Om ± 16.30 uur zijn we met paard en wagen, vol met bedden, ledikanten en ander materiaal naar Beesd vertrokken. We moesten lopen omdat we een handwagen, die achter de paardenwagen was gebonden moesten sleuren. De weg was glad en we kwamen om ± 2 uur in Beesd aan.

We hebben tijdens de beschieting van Tiel in totaal 118 gewonden en ± 30 kraamvrouwen per bakfiets naar de P.T.T. kelder en naar de Ambachtschool vervoerd, ook hebben we nog 33 doden opgehaald.

 De gehele organisatie hebben we altijd zelf geregeld. Het Gemeentebestuur had er geen mensen voor en het Rode Kruis ook niet.

 Uit dit verslagje blijkt dat wij het Gemeentebestuur van Tiel niet in de kou hebben laten staan .

 Wij hopen, nu we het lokaal aan de Beurs hebben moeten verlaten, dat ze ons nu niet in de kou laten staan, maar een geschikte lokatie voor ons zullen vinden. 

Een E.H.B.O.'er H. Stegehuis

Vanaf 1933 lid van de E.H.B.O. afd. Tiel

opm 1  De veerman was waarschijnlijk mijn grootvader Gerrit Jan Vonk. Die natuurlijk geheel onwetend was van het feit dat een van zijn toekomstige kleinzoons later zou trouwen met de nog ongeboren  dochter van een van de E.H.B.O. ‘ers. Die overigens pas in Beesd zijn toekomstige vrouw zou ontmoeten.

                                                                                              

pont-a.jpg

Persoonlijke noten

Wat mijn schoonvader niet in dit verslag vermeld is dat hij tot twee keer toe nauwelijks aan de dood is ontsnapt.

De eerste keer toen hij bijna werd geraakt door een verdwaalde Duitse geweerkogel. Deze ging vlak langs hem heen. Hij heeft de kogel wel altijd bewaard in zijn portemonnee.

 De tweede keer was tijdens de evacuatie van het Ziekenhuis Bethesda. Tijdens de verplaatsing van een skelet werd hij aangehouden door een Duitse patrouille en beschuldigd van plundering, waar toen de doodstraf op stond. Het lukt Dr. Asjes en enkele andere EHBO’ers echter om zijn invrijheidsstelling te bewerkstelligen.

Uit onderstaande foto's blijkt dat er een bijzondere band is blijven bestaan tussen de EHBO en de ziekhuizen in Tiel

 intocht-bethesda.jpg

Dit is of de feestelijke intocht na de oorlog in het Ziekenhuis Bethesda of een herdenkings optocht

Ook bij de schoonmaak van de paviljoen's was in ieder geval mijn schoonvader Herman Stegehuis( helemaal links vooraan) betrokken,

:derde persoon staand op een verhoging is Edy Berger

schoonmaak-bethesda-na-1945.jpg