Functionarissen

 

Stadhouder

Een stadhouder is oorspronkelijk een plaatsvervanger van de vorst in een bepaald gewest met de bevoegdheden van die vorst.
In Nederland krijgt de titel in 1674 een erfelijke (monarchale) positie, tijdens het stadhouderschap van Prins Willem III werd het stadhouderschap erfelijk in de mannelijke linie, sinds 1747 in beide linies.
In 1795 worden de Ridderschappen en daarmee tevens de adel als geheel werden afgeschaft, ook het stadhouderschap wordt afgeschaft. 

Ambtman

De hoogste bestuurder en rechter in een Ambt of Ambacht, vertegenwoordiger / plaatsvervanger van de Landsheer of de Staten, in de Betuwe tevens Dijkgraaf

Baljuw

De hoogste bestuurder en rechter in een baljuwschap, vertegenwoordiger / plaatsvervanger van de Landsheer of de Staten

Drost / Drossaard

De hoogste bestuurder en rechter in een Drostambt, vertegenwoordiger / plaatsvervanger van de Landsheer of de Staten 

Ruwaard

Vergelijkbaar met Drost of Drossaard.

Richter

Dijkgraaf

Is verantwoordelijk voor het onderhoud van de dijken en alle waterstaatkundige werken 

Hoofdingeland

Vertegenwoordiger van de grondeigenaren in het bestuur van een polder

Schout: 

vertegenwoordiger van het gezag op lokaal dorps of stadsniveau, vooral op het gebied van de openbare orde en de rechtshandhaving

Schepen

Lokale bestuurder, lid van de schepenbank, meestal bestaande uit 7 leden, die jaarlijks  werden gekozen uit vooraanstaande ingezetenen, belast met het dagelijks bestuur van een dorp of kleine stad en het oplossen van eenvoudige geschillen 

Gezworene

Vertegenwoordiger van een bepaalde wijk van het dorp in het dorpsbestuur

Burgemeester of Borgemeester

Dezen waren verantwoordelijk voor de dorps- of staatsfinanciƫn, moesten met hun eigen vermogen borg staan voor eventuele tekorten. Benoemd voor een periode van een jaar.

Buurtmeester

Vertegenwoordiger van een bepaalde wijk van het dorp in het dorpsbestuur

Secretaris

Verantwoordelijk voor het bijhouden van de administratie van het bestuur, en het verzorgen van het schrijfwerk.

Pensionaris

In de Steden de raadsman van het stadsbestuur en de vertegenwoordiger van de Stad aan het Hof of de Staten.

Bode

Verantwoordelijk voor het overbrengen van berichten namens het dorps- of stadsbestuur

Rentmeester, thesaurier

De beheerder van de stedelijke schatkist, en verantwoordelijk voor het bijhouden van de inkomsten en uitgaven en de verantwoording daarvan in een rekening 

IJkmeester

Verantwoordelijk voor het maken van de stedelijke standaardmaten, het bewaren van de standaard gewichten en de controle op het gebruik hiervan door de burgers op de dorpsbewoners.

Postmeester

Verantwoordelijk voor het postvervoer

Muurmeester

Stedelijke functionaris, die verantwoordelijk was voor de aanleg en het onderhoud van de stadsmuren, de stadspoorten en de straten.

Stadstimmerman

Verantwoordelijk voor het onderhoud van de stedelijke gebouwen, vaak niet in vaste dienst.

Uurwerkmeester

Verantwoordelijk voor het onderhoud van het stadsuurwerk

Wegmeester

In de dorpen verantwoordelijk voor het onderhoud van de wegen en de inning van de 'wegenbelasting', die werd gebruikt voor het onderhoud van de wegen.

Moosmeier

Belast met de stadsreiniging, Vaak werd het recht op vuil op te halen verpacht. 

Stille nagtwerker

Verantwoordelijk voor het afvoer van de inhoud van de beerputten. De inhoud hiervan werd vaak als mest verkocht aan de boeren van de nabij gelegen dorpen.

Schoolmeester

Verantwoordelijk voor het geven van onderwijs, deels betaald uit het betaalde schoolgeld. Omdat de inkomsten hieruit vaak laag waren, waren de schoolmeester vak ook koster of dorpssecretaris. 

Rector

In de Steden waar deze aanwezig was het hoofd van de z.g. Latijnse school. De lessen bestonden hoofdzakelijk uit de studie van het Latijn. Het examen gaf toegang tot de studie aan een Universiteit.

Heilige Geestmeester of armemeester

Verantwoordelijk voor de inkomsten en uitgaven van de armenfondsen, moesten hier jaarlijks verantwoording over afleggen. 

Kerkmeester

Is verantwoordelijk (binnen de rooms-katholieke kerken), voor de financien van het kerkbestuur

Meester van de arme gevangenen

Beheerder van het fonds voor het onderhoud van de minderdraagkrachtige gevangenen, De rijkere gevangenen moesten in hun eigen onderhoud voorzien. 

Chirurgijn

Verantwoordelijk voor de minder in aanzien staande medische handelingen zolas het aderlaten, het trekken van kiezen of het uitvoeren van amputaties. De meeste steden en de grotere dorpen hadden een stads- of dorpsdokter, die wel medicijnen had gestudeerd. 

Pestmeester

Verantwoordelijk voor het voorkomen en bestrijden van epidemieĆ«n en het opleggen en controleren van de quarantaine van bewoners van huizen waar een besmettelijke ziekte als b.v. de pest was geconstateerd. 

Vroedvrouw

Behulpzaam bij het verlenen van hulp bij de bevalling

Griffier

Verantwoordelijk voor de verslaglegging van een civiele of strafrechtelijke procedure

Groenroeden

Gerechtsboden, die diensten verrichten voor de schepenbank, traden ook op als deurwaarder bij de tenuitvoerlegging van schepenbankvonnissen. Ook verantwoordelijk voor het verzorgen van publicaties en het bijeenroepen van de schepenbank. Droegen als teken van hun waardigheid een groene staf.

Ingebieder of Inhaler (rode roede)

Wanneer een schepenbank het recht had op bewoners van buiten de stad voor het gerecht te dagen, waren deze personen verantwoordelijk voor het ophalen en voor het gerecht brengen van deze personen. Droegen als teken van hun waardigheid een rode staf.

Witte roede of dienaar van de korte stok

In de steden onder de leiding van de schout verantwoordelijk voor de ordehandhaving. Droegen als teken van hun waardigheid een witte stok.

Scherprechter of beul

Voert de door de schepenbank of de Heer of zijn vertegenwoordiger uitgesproken lijf- of doodstraffen uit. Fungeerde ook als folteraar. Een beklaagde kon slechts. tot de doodstraf worden veroordeeld wanneer hij bekend had.

Vorster

Assistent van de schout. en oefende als zodanig vaak verschillende werkzaamheden uit. b.v. gerechtsbode, veldwachter of dorpsomroeper. 

Schutter/bedeljager

Verantwoordelijk voor de ordelijke gang van zaken op de gemeenschappelijke gronden, had ook vak tot taak het weren van bedelaars uit het dorp.

Busmeester

Droeg zorg voor het onderhoud van het geschut op de stadsmuren

Poortwachter

Verantwoordelijk voor het bewaken en het openen en sluiten van de stadspoorten

Klapwaker of klepperman

Toezichthouder gedurende de nacht, riep tevens de uren om. Was uitgerust met een houten klepper om in geval van onraad alarm te slaan.

Rotmeester / blokmeester

Binnen een blok of rot ( onderdeel van een wijk) verantwoordelijk voor het optreden tegen dieven en vagebonden en voor de organisatie van de bewaking van de wijk en de bestrijding van branden.