Heerlijkheden en Gemeenten |
Heeren van Waalre en Aalst
Aalst en Waalre 1.Diederik van Herlaar vermeld in 1235-1282, voogd voor Echternach in Waalre en Valkenswaard 2. Arnoldus van Herlaar, vermeld in 1281-1296, voogd voor Echternach in Waalre en Valkenswaard 3. Diederik van Herlaar, vermeld in 1296-1305, voogd voor Echternach in Waalre en Valkenswaard 4. Aleid van Herlaar, vermeld in 1309, gehuwd met Gerard van Loon, vermeld 1272-1315 Op 15 maart word de heerlijkheid Herlaar door Gerard van Loon verkocht aan Gerard I, heer van Horne en Altena. Bij deze koop waren waarschijnlijk ook de voogdijrechten over Waalre en Valkenswaard inbegrepen. In de volgende jaren werden de voogdijrechten omgezet in echte Heerlijke rechten en ontstonden de heerlijkheid Waalre en Valkenswaard en de heerlijkheid Aalst. Deze heerlijkheden waren een onderdeel van de heerlijkheid Herlaar En als zodanig leenhorig aan het Prins-Bischdom Luik. 5. Gerard I van Horne, heer van Waalre en Valkenswaard 1315-1330, heer van Aalst 1315-1327 6. Willem IV van Horne en Altena, heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1330-1343 7. Diederik van Horne, heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1343-1368 Deze verkocht in 1368 de heerlijkheden Waalre en Aalst aan: 8. Hendrik van Cuijk , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1368-1371 9. Jan van Cuijk, , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1371/1377 na 1424/1425 Jan van Cuijk was de laatste die de heerlijkheden verhief voor het leenhof van Luik Rond 1430 werden de heerlijkheden verkocht aan: 10. Jan II van Schoonvorst, , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1430-1434 Zijn weduwe verkocht in 1434 de heerlijkheden aan: In 1441 werden de beide heerlijkheden voor het eerst verheven voor het Brabantse leenhof. Hiermee werden de heerlijkheden Brabantse lenen met de Brabantse Hertogen als leenheer. 11. Jan van Horne, , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1434-1447 Familieleden en erfgenamen van Jan van schoonvorst bleven echter aanspraak maken op de beide heerlijkheden. Zij deden in 1446 en 1459 verhef voor het Brabantse leenhof. 12. Jacob van Gaasbeek , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1446-1459 In 1459 wist echter Hendrik van Horne zijn aanspraken op de heerlijkheden Waalre, Valkenswaard en Aalst erkend te krijgen door verhef voor het leenhof van Brabant. 13. Hendrik van Horne, , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1459-1483 14. Elisabeth van Horne, , vrouwe van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1483-1492 In 1492 geen de heerlijke rechten over op haar zoon uit een eerder huwelijk: 15. Jan van Rotselaer, , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1492-1495 16. Hendrik van Rotselaer, , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1495-1500 17. Elisabeth van Rotselaer, , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1500-1529 18, Thomans Schotelmans, ( echtgenoot van Elisabeth van Rotselaer) heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1529-1550 19. Frans Schotelmans , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1550-1551 20 Jan van Rotselaer ( broer van Elisabeth van Rotselaer) , heer van Waalre, Valkenswaard en Aalst 1551 Deze verkoop in 1551 de heerlijkheden aan: Huijbert van der Clusen Verhef In 1551: Huijbert van der Clusen in 1574: Marie Bertrams in 1584: Huijbrecht van der Clusen in 1614: Jan van der Clusen in 1634: Jan van der Clusen in 1669: Cornelia van der Poll 1684-1687 Kinderen van der Clusen 1687-1719 Gerard Huijbert van der Clusen In 1720: Maria Elisabeth van der Clusen Aalst: In 1721: Johannes Ignatius van den Eckart In 1728: Aldegonda Maria de Mayer In 1730: Johan Vorstenbosch In 1764: Jeronimus Benedictus de Stokmans In 1775: Cornelis Wilhelmus van der Sleyden Waalre: In 1737: Johan Arnold Swane In 1747: Johan Daniel Unselt In 1749: Johan Daniel en Godefroy Unselt In 1765: Johan Daniel Unselt In 1767: Martinus Backus In 1779: Margaretha Backus, weduwe van P.P. Repelaar In 1783: Martinus Repelaar In 1784 Ocker Repelaar In 1791: Cornelia Arnoldina Repelaar 1793-1824 Poulus Repelaar
Gemeentewapens Op de website van het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven staat een beschrijving van de geschiedenis van de beide gemeentewapens Deze heb ik hieronder overgenomen:
Aalst:
Van een gerecht van Aalst is sprake in 1325, schepenen worden genoemd in 1386 en een schependomszegel bestond al in 1394. Afdrukken hiervan zijn bekend uit 1452 en 1548. Dit zegel vertoonde een wapenschild met drie horens, waarboven een barensteel en in de schildvoet de letter A voor Aalst. Het wapen van de familie Van Horne-Perwijs was bijna hetzelfde, maar zonder de letter A. In 1591 werd een nieuw zegel gesneden. Hierin verdween de barensteel uit het wapen en werden tussen de drie horens drie eikels geplaatst. De nieuwe heren uit het geslacht Van der Clusen voegden zodoende aan het oude wapen een symbool uit hun eigen wapen toe: de eikels. In de l8de eeuw werd een nieuw zegel gemaakt, zonder het jaartal 1591. In een brief aan de gouverneur der provincie uit 1815 beschreef de burgemeester het wapen uit het l8de-eeuwse zegel, dat bij diploma van de Hoge Raad van Adel van 16 juli 1817 werd bevestigd en is omschreven als volgt: “Zijnde van lazuur, beladen met drie Eikels en vergezeld van drie hoorns en en pointe de letter A, alles van goud.” Bronnen Originele wapendiploma in RHCe, THA, Atlantisnr.. 24010 Foto wapen (1817) uit Wapenregister Hoge Raad van Adel: RHCe, THA, Zegelkaarten, doos 2. Rapport betreffende herziening van de wapens van gemeenten en de instelling van wapens voor de dorpen in de Regio Eindhoven [Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde, september 1996). ‘Aalster dorpskleuren?’, Van Schild en Vaan VI (1999)
Waalre: Geschiedenis van het wapen De vier achtereenvolgens gebruikte schependomszegels vertonen alle de beeltenis van de Heilige Willebrord Het oudste vertoont een bisschop, zonder mijter, met kromstaf in de linker- en een boek op zijn uitgestrekte rechterhand (1343-1351).. Een tweede identiek zegel vertoont heraldisch links van het heiligenbeeld een klein niet nader te definiëren wapenschildje (14094413). Het derde zegel vertoont een voor heesters geplaatste en gemijterde bisschop met een kromstaf, rustend in zijn linkerarm en -hand. Met zijn rechterhand houdt hij het heraldisch rechts van hem geplaatste wapen Cuijk vast [“in goud twee dwarsbalken van keel, zoomsgewijs vergezeld van acht merletten van hetzelfde, staande drie, twee en drie”) (1426-1574, 1779). Het laatste zegel geeft een identieke voorstelling, doch daar is het Cuijk-wapen vervangen door dat van Van der Clusen [zie onder Aalst], met een hartschild waarin een jachthoorn is opgenomen (1609-1805). In 1815 gaf de burgemeester aan dat het gebruikelijke dorpswapen de beeltenis van Sint-Willebrord was en zond een lakzegel aan de gouverneur der provincie..
Conform werd op 16 juli 1817 een wapen door de Hoge Raad van Adel bevestigd: “Zijnde een gevierendeeld schild [het eerste en) vierde van Lazuur beladen met drie Burgten [staande tw)ee en een, het tweede en derde van Lazuur beladen met dr[ie zes)puntige sterren, staande twee en een, en coeur een schild van goud, ac[hter] het schild de tak eens booms, en vastgehouden door St. Will[ebror)dus, alles van goud,,-” De kleuren zijn de rijkskleuren. De omschrijving zegt niet dat het heiligenbeeld opzij van het schild op een “grond” staat en het schild met zijn rechterhand vasthoudt. De tekening vertoont een streepkruis en het hartschild is beladen met een rode leeuw.
Het gemeentebestuur verzuimde in 1923 het oude wapen te laten bevestigen c.q. een nieuw te laten verlenen, waardoor het tot 1942 officieel geen wapen heeft gevoerd. In feite nog als gevolg van de samenvoeging werd het gemeentebestuur einde 1940 benaderd door uitgeverij “De Branding” te De Bilt, die wees op het ontbreken van een wapen van de nieuwe gemeente en aanbood een ontwerp te maken. Dit kwam er en werd voorgelegd aan rijksarchivaris J. Smit. Het uiteindelijke ontwerp werd door de gemeenteraad goedgekeurd (14 januari 1941), Het voorstel betrof een wapenschild met de beeltenis van de Heilige Willebrord, die werd vergezeld van de wapenschilden van Aalst en Waalre. Dat ontwerp werd door de Hoge Raad van Adel verworpen onder mededeling dat er een meer “passend” wapen zou worden verleend. Zonder verdere ruggespraak met het gemeentebestuur volgde toen het besluit van de waarnemend secretaris-generaal van het departement van Algemene Zaken van 8 juli 1942 nr. 398, waarbij aan de gemeente een nieuw wapen werd verleend: “in goud een dwarsbalk van keel, beladen met drie merletten van zilver, van boven vergezeld van eenen posthoorn van keel, beslagen van zilver en van onderen eene lelie van keel met afgesneden voet.. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen.” De dwarsbalk en de merlet zijn uit het wapen Van Cuijk, de horen uit het wapen Van Home en de voetloze lelie uit het wapen Van Rotselaar. Het geheel was een willekeurige greep uit de wapens van de families, die de heerlijkheid hadden bezeten. Alhoewel een fraai wapen was geconstrueerd, was het gemeentebestuur met deze gang van zaken niet tevreden en protesteerde. Het mocht niet baten.. Toen begin 5Oer jaren Valkenswaard succes had met het “herstel” van het oude wapen, was dit voor Waalre reden eveneens een nieuwe poging te doen.. Contact met de Hoge Raad van Adel leerde echter dat aan wapenwijziging niet kon worden gedacht. Wel was men bereid de beeltenis van de Heilige Willebrord als schildhouder te accepteren.. Bij Koninklijk Besluit van 30 januari 1960 nr. 21 verdween de kroon en werd het patroonheiligenbeeld als schild houder toegevoegd: “In goud een dwarsbalk van keel, beladen met drie merletten van zilver, van boven vergezeld van eenen posthoorn van keel, beslagen van zilver en van onderen een lelie van keel met afgesneden voet. Het schild met de rechterhand vastgehouden door de dâarachter geplaatste figuur van de Heilige Willibrord, gekleed met albe en kazuifel, gedekt met een bisschopsmijter en houdende in de linkerhand een kromstaf, alles van goud.”. De tekenaar verzuimde het heiligenbeeld een voetstuk te geven, iets wat het gemeentebestuur zelf in de praktijk wel doet. Bronnen Originele wapendiploma in RHCe, THA, Atlantisnr. 24008 (1817).. Foto wapen (1817) uit Wapenregister Hoge Raad van Adel: RHCe, THA, Zegelkaarten, doos 2 Jan Melssen, ‘Over wapens en zegels: Waalre’, Kroniek van de Kempen 7 (1987) [Hapert, 1989) 86-88. Rapport betreffende herziening van de wapens van gemeenten en de instelling van wapens voor de dorpen in de Regio Eindhoven [Noordbrabantse Commissie voor Wapen- en Vlaggenkunde, september 1996).
Bestuur: Tot 1795 de twee Hooge Heerlijkheden Aalst en Waalre, die tot 1721 met Valkenswaard waren verenigd onder een Heer.
Van oorsprong was Waalre, samen met Aalst en Valkenswaard een domein van de Abdij van Echternach. De abdij bezat er de grondheerlijkheid. De Hoge, Middelbare en Lage heerlijkheid werd in pacht gehouden van de Sint-Lambertkerk in Luik. In de 14e eeuw kwam de heerlijkheid langzamerhand onder de invloed van de Hertog van Brabant. Als Heren zien we achtereenvolgens leden van de families van Horne-Perwijs ( tot 1368), Van Cuijk ( tot 1412), Van Doerne (1429), van Horne ( vanaf 1441), en van Rotselaer ( vanaf 1514). In 1551 werd de Heerlijkheid gekocht door Mr. Hubrecht van der Clusen, ridder en secretaris van de bisschop van Kamerijk. Na een proces in 1554 kwam de Heerlijkheid in 1554 definitief in zijn bezit. In 1795 werden de Heerlijke rechten afgeschaft. In 1815 werden ze voorlopig hersteld. In 1821 werden alle heerlijke rechten opnieuw erkend met uitzondering van het recht op de benoeming van ambtenaren. In 1923 samengevoegd ( Waalre 1067 inwoners , Aalst 866 inwoners)
Aalst: Brabants leen Schepenbank bestaande uit zeven schepenen. Vorster, schutter, schoolmeester, armmeesters, collecteurs van de verpondingen, Drossaard, 2 borgemeesters Hoge, middelbare en lage justitie Dorpsbestuur voor 1811: Officier: Drossaard van Aalst 1710 – 1759 : Johan de Jongh 1760 – 1795 : Jan Willem Daniel de Jongh 1799 – 1800 : Hendrik van de Ven 1800 – 1803 : Jan Molemans Schout-civiel : 1803 – 1811 : Jan de Jongh Secretaris: (1710) - 1745 : Johan de Jongh. 1746- 1779 : Abraham de Jongh. 1780 Mattheus Bronckhorst (waarnemend) 1781- 1793 : Johan Emanuel Brocx. 1794-1810/1 : Jan Willem Daniël de Jongh Jz, Vorster: (1710) — 1719 : Cornelis van Duyn. 1720 — 1747 : Jocobus Uythoven. 1748 — 1771 : Michiel Hos. 1772 — 1810/1 : Wilhelmus Mattijse van Heyst. Schutter: (1710) — 1716 : Christiaan van Coll. 1717— 1719 1720— 1721 : Gojert van Kou. 1722 1723— 1726 : Andries Vreyssen. 1727 : Andries van Coll. 1728 1729 — 1742 Andries Vreyssen. 1743 — 1751 Jan Daandels. 1752— 1753 1774- 1802 : Willem Arnoldus van Gerwen. 1803— 1810/1 : Willem van der Weerde.
Lijst van functionarissen, 1811— 1922 Burgemeester (Maire, Schout) 1812— 1843: Jasper van de Ven. 1844— 1866 : Jan van de Ven. 1867 — 1886 : Jan Swane jr. 1886 — 1916 : Jan van Vorstenbosch. 1916 — 1922 : Gerardus van Dormnelen. Wethouders (Assessoren) 1814 : J.L. Otten en A.F. van de Ven. 1815 — 1818 1819 — 1827 Joost Kouwenberg en Jan Mettes. 1827 — 1829 Joost Kouwenberg en Martinus Roest. 1830 — 1850 Jan Mettes en Martinus Roest. 1851 — 1857 Jan Kersemakers en Martinus Roest. 1857 — 1862 Hendrik Molemans en Martinus Roest. 1862 — 1866 Hendrik Molemans en Lourens Sanders. 1866 — 1869 Jan van Beers en Hendrik Molemans. 1869 — 1881 Francis van de Laak en Hendrik Molemans. 1882 — 1883 Hendrik Molemans en Hendrik van de Ven. 1883 — 1887 Bernard Georg Koster en Martinus van Zon. 1887 — 1889 Jan van de Ven en Martinus van Zon. 1889 — 1894 Jan van der Sanden en Martinus van Zon. 1894 — 1919 Jan van der Sanden en Jan van der Velden. 1919 — 1922 J.C. van Doormalen en Alphons Koster. Gemeentesecretaris 1814— 1821 Adriaan Daems, 1822— 1850 Jan Swane sr. 1851— 1866 Jan van de Ven. 1867— 1874 A.W. Smulders. 1874— 1879 Hermanus van Dijk. 1880— 1884 Petrus Leonardus Nooyen. 1884— 1914 Henricus Paulinus van de Ven. 1915— 1922 Gerardus van Dommelen. Gemeenteontvanger 1812— 1817 W. van Lelyveld van Clingelshouck. 1818— 1827 Adriaan Daems. 1828— 1852 Jan Swane sr. 1853— 1866 Jan Swane jr. 1867— 1893 Antonius van de Ven. 1893— 1914 Henricus Paulinus van de Ven. 1914- 1922 H.J. van der Sanden.. Gemeente Veldwachter 1814— 1838 Jan van der Sangen. 1838— 1840 Jan Willem Meyer 1840— 1843 A. van Hoogenhoff. 1844— 1859 Waltherus Govers.. 1860— 1872 Theodorus van Urnmelen. 1872— 1874 Jacobus Beekmans. 1874— 1907 Laurens van Baarschot, 1907 - 1922 Henricus van Weert. Hoofdonderwijzer 1814 — 1852 Arnoldus Bertrams. 1853 - 1898 : Johannes Franciscus Bertrams, 1898 - 1922 : Theodorus J.L. Senecaut.
Waalre: Brabants leen Hoge, middelbare en lage justitie Officier: Drossaard van Waalre en Valkenswaard Schepenbank bestaande uit zeven schepenen, waarvan vier uit Waalre en drie uit Valkenswaard Bestuur: Drossaard, vier schepenen, twee burgemeesters, zetters, rekenmeesters, nageburen
Lijst van functionarissen, 1811—1922. Burgemeester (Maire, Schout). 1811 - 1820 Johannes Swane. 1821 — 1843 Simon de Vries. 1843 — 1868 Bartholomeus Bijnen. 1868 — 1889 Jan Peels. 1889 — 1907 Theodorus Tops. 1907 - 1922 Adrianus Josephus van de Ven. Wethouders (Assessoren) 1815 F. Peels en W. Beijnen. 1821 — 1830 Pieter Jansse Bijnen en Jacobus Swane. 1831 — 1838 Jacobus Swane en sebastiaan van Zeelst. 1839 - 1841 Hendrik van Gerwen en Jacobus Swane. 1842 — 1852 Hendrik van Gerwen en Jan Roovers. 1852 — 1858 Jan Roovers en Theodorus Tops. 1858 — 1864 Arnoldus van Dorenmalen en Jan Roovers. 1864 — 1872 Jan Roovers en Peter Jacobus van Zeelst. 1872 — 1889 Wouter Swane en Peter Jacobus van Zeelst. 1889 — 1893 Casper van Mierlo en Peter Jacobus van Zeelst. 1893 — 1902 Theodorus van Dijk en Casper van Mierlo. 1902 — 1911 Albertus Karsemakers en Casper van Mierlo. 1911 — 1912 Josephus Cornelius van Dijk en Mathijs Antonius Swane. 1913 — 1919 Josephus Cornelius van Dijk en Albertus Mathijs Swane. 1919 — 1921 Martinus Bak en Albertus Mathijs Swane. 1921 — 1922 Martinus Bak en Martinus Arnoldus van Moorsel. Gemeentesecretaris 1815 — 1820 Wilhelmus Swaane. 1821 — 1849 Jan Swane sr. 1849 — 1886 Jan Swane jr. 1886 — 1902 Hendrik Bijnen. 1902 - 1922 Adrianus Josephus van de Ven. Gemeenteontvanger 1811 : Crommelin. 1812 — 1824 Godefridus Baekers. 1825 — 1851 Jan Swane sr. 1851 — 1886 Jan Swane jr. 1886 — 1889 Theodorus Tops. 1889 — 1922 Johannes Kersmakers. Gemeente veldwachter 1811 — 1813 Guillaume van der Waarde. 1814 — 1847 Francis van der Waarde. 1848 — 1909 Wilhelmus van der Waarden. 1909 — 1922 Johannes van Dooren. Hoofdonderwijzer 1814 — 1859 Wilhelmus Swane. 1859 — 1862 Adrianus Bogaerts. 1863 — 1865 Josephus Heerkens. 1866 — 1875 Johannes Cornelis Tromp 1875 — 1917 Peter Sloots. 1917 — 1922 Cornelis J. Broos.
Bestuursvormen: Na de inlijving bij Frankrijk in 1810 werd het land verdeeld in departementen, die op hun beurt weer werden onderverdeeld in arrondissementen. Aalst behoorde tot het arrondissement Eindhoven in het departement van de Monden van de Rijn. Gedurende het jaar 1811 vormde het samen met Stratum een gemeente. In 1812 werden ze weer gescheiden. In de gemeente werden toen de schouten-civiel vervangen door maires en een conseil municipal bestaande uit tien leden. Met ingang van 1 januari 1821 werd Noord-Brabant verdeeld in zeven districten met aan het hoofd een districtsschout (districtscornmissaris). Aalst viel ondet het district Oirschot. Het gemeentebestuur werd gevormd door een gemeenteschout en de gemeenteraad, waaruit door Gedeputeerde Staten twee personen werden gecommitteerd. Deze twee gecommitteerden werden assessoren genoemd. In 1825 werd de naam van gemeenteschout vervangen door die van burgemeester. In 1851 bracht de gemeentewet de huidige bestuursvorm tot stand. College van Zetters Dit werd in 1870 ingesteld en had het verzorgen van de belastingaanslagen en de behandeling van de bezwaar- en verzoekschriften. Voor iedere gemeent met minder dan 10000 inwoners moest dit bestaan uit vijf leden waaronder de burgemeester, die tevens voorzitter was. Distributie bedrijf Zowel in Aalst als in Waalre werd in 1916 een gemeentelijk distributiebedrijf opgericht voor de distributie van levensmiddelen, brandstoffen en huishoudelijke artikelen
In 1920 werd een Gemeentelijk Electriciteits Bedrijf op gericht. Voorafgaand hieraan was er tussen Waalre en Aalst een gemeenschappelijke regeling getroffen voor de verdeling van de kosten van de kabellegging. Vervolgens was in 1920 een overeenkomst gesloten met de P.N.E.M. voor de levering van electrische energie. Armenzorg. Van 1700 tot 1811 was de zorg voor de armen in handen van de Tafel van de Heilige Geest ook wel genaamd de armentafel. Het bestuur was in handen van twee Armmeesters. Van 1811 tot 1815 was dit het bureau Auxilaire de Bienfaisance de la Commune d’ Aalst en voor Waalre het bureau Auxilaire de Bienfaisance de la Commune de Waalre. Na 1815 was de armen zorg in handen van het Algemeen Armbestuur. In 1928 werd er voor een armbestuur ingesteld voor de beide voormalige gemeenten. De naam was met de inwerkingtreding van de Armenwet in 1912 al omgedoopt in Burgerlijk Armenbestuur. Naast dit gemeentelijk Armbestuur werd in 1882 in Aalst en in 1864 een Rooms-Katholiek Parochiaal Armbestuur opgericht. Van toen af was de zorg voor de armen in handen van deze twee besturen. Alleen voor de zorg van behoeftige ‘krankzinnigen’ werd door de gemeenten zorg gedragen. |