Noorderkwartier (ten noorden van het IJ).
Stemmende steden, naar volgorde in rang ;
12 Alkmaar,
13 Hoorn,
14 Enkhuizen,
15 Edam,
16 Monnikendam,
17 Medemblik,
18 Purmerend.
De hieronder volgende drie baljuwschappen Kennemerland, Brederode en Bloois liggen gedeeltelijk ook ten zuiden van het IJ.
Het (Hoog)baljuwschap van Kennemerland, omvattend de Ambachtsheerlijkheden Akersloot met de Wonde, Uitgeest met Marken-Binnen, Limmen, Heiloo met Oosdom, Heemskerk, waarin lagen de drie Hooge Heerlijkheden het Huis Marquette (vóór 1612 Heemskerk), het Huis Assumburg en Oud-Haarlem (bouwval), Kastrikum, Groet, Wormer met de Oostzijde van Knollendam, Jisp, Oostzaan met de Oostzijde van Zaandam.
Aan de oostzijde tegen de Zaan lag ook nog het Baljuwschap van de Enge Wormer, alleen uit de kleine droogmakerij van die naam bestaande.
Voorts de Hooge Heerlijkheid van het Huis te Heemstede, en de Ambachtsheerlijkheden Bennebroek, Berkenrode, de Ambachtsheerlijkheid Sloten, Sloterdijk met Osdorp, de Geer en Vrije Ambachten met drie gerechten :
1. Sloten, Sloterdijk, Osdorp en de (Vrije) Geer,
2. Houtrijken Polanen,
3. Raasdorp. Houtrijk, Polanen en Raasdorp heetten de Vrije ambachten.
En de Ambachtsheerlijkheden: Nieuwerkerk, Zuid–Schalkwijk en Vijfhuizen, Rietwijk en Rietwijkeroord (Rijk- en Rijkeroord), Schooter-Vlieland,
Schooterbosch, }
Hoogerwoerd, }
Zanen. } onder één Rechtbank.
Eindelijk nog de beide Schoutambachten Aalsmeer en Spaarndam.
Het Baljuwschap van Brederode.
Dit omvatte de Ambachtsheerlijkheid Zandvoort,
de Ambachtsheerlijkheid Tetrode (Overveen), Aalbertsberg (Bloemendaal) en Vogelenzang (één gerecht),
de Ambachtsheerlijkheden Schoten, Akendam (Noord- en Zuid-Akendam 2 stukken), Haarlemmerliede (met een deel van Noord-Schalkwijk), Hofambacht, Velzen, Schoorl met Hargen en Kamp.
De Stede Beverwijk.
Het Baljuwschap van Bloois, omvattend de Ambachtsheerlijkheden Wijk aan Zee en Wijk aan Duin, twee heerlijkheden onder één Ambachtsheer en met één schout, maar elk met een eigen schepengerecht; Krommenie en Krommeniedijk, Westzaan. Het Schoutambacht Spaarnwoude.
De Hooge Heerlijkheid Assendelft.
Het Baljuwschap van de Egmonden, bestaande uit twee jurisdictiën, crimineel en civiel.
1°. Egmond Binnen, Rijnegom en Egmond aan den Hoef.
2°. Egmond op Zee.
De Hooge Heerlijkheden Bakkum, Wimmenum, Bergen, Petten, Kallantsoog.
Het Baljuwschap van de Nieuwburgen, omvattend de Ambachtsheerlijkheden ;
Graft met West- en Oost-Graftdijk en Noordeinde, de Rijp,
Groot-Schermer (Zuid-Schermer) en Driehuizen,
Noord-Schermer met Schermerhorn en West-Mijzen,
Urshem met Rustenburg en de Braak, Oterleek;
en in Westfriesland nog de Ambachtsheerlijkheden Ouddorp, Sint Pancras, Broek, Zuid-Scharwoude, Noord-Scharwoude, Koedijk met Huiswaard.
Het Baljuwschap van de Heerhugowaard.
Het Baljuwschap van de Zijpe.
Het Baljuwschap van de Wieringer waard.
Voorts nog in Westfriesland:
De kleine of plattelandsteden (dus met Hooge en Lage jurisdictie: Grooteerder, Westwoud, Hem, Wijdenes met Oosterleek, Schellinkhout, Abbekerk, Sijbekarspel met Benningbroek, Schagen, Barsingerhorn de beide laatste samen vormend de Hooge Heerlijkheid Schagen, Niedorp en Winkel.
Onder het rechtsgebied van Hoorn lagen de dorpen: Zwaag, Hauwert, Nieuwbokswoude, Wognum, Wadwei, Berkhout, Avenhorn, Grosthuizen, Scharwoude, Beets, Oudendijk, Schardam en Oost-Mijzen.
Onder het rechtsgebied van Medemblik: Opperdoes, Oostwoud, Wervershoof en ’t Oosteinde van Twisk.
De Hooge Heerlijkheden Spanbroek, Opmeer, Obdam, Hensbroek, Hoogwoud met Aartswoud, Oudkarspel, Harenkarspel, Warmenhuizen, Veenhuizen.
Het Schoutambt (met Hooge jurisdictie) Sint Maarten, Eenigenburg en Valkkoog.
Waterland.
Het Baljuwschap Waterland, omvattend
de Lagere Rechtsbannen van de zes Hoofddorpen Ransdorp, Zuiderwoude, Landsmeer, Zunderdorp, Broek, Schellingwoude, van elk daarvan behoorde de ambachtsheerlijkheid aan de Regenten van de dorpen.
De Hooge Heerlijkheid van Purmerland en Ilpendam,
Het Baljuwschap van de Beemster.
Het Baljuwschap van de (Wijde) Wormer.
Het Baljuwschap van Katwoude.
Het Rechtsgebied van Edam, omvattende het grootste deel van de Zeevang met de dorpen Warder, Middelie, het grootste deel van Kwadijk en de buurt Axwijk, benevens de Zuidpolder met Volendam en een deel van Katwoude.
De Hooge Heerlijkheid Oosthuizen en Hobreede.
De Hooge Heerlijkheid Etershem.
DE EILANDEN.
Texel.
Het gehele eiland vormde de Stede Texel.
Vlieland.
Regering en rechtspraak werden uitgeoefend door een Schout met Burgemeester en Schepenen.
Terschelling.
Het eiland was verdeeld in twee Rechtsgebieden, van West-Terschelling en Oost-Terschelling, doch met één zelfde Drost. Wieringen.
Het Schoutambt Wieringen met de Hooge rechtspraak omvatte het gehele eiland. Er waren twee Rechtbanken voor civiele zaken: Hippolytushoef en Oosterland.
Marken.
Het eiland vormde het Baljuwschap Marken.
Urk.
Was een Hooge Heerlijkheid (van Amsterdam).
Schokland.
Het noordelijk deel vormde de Hooge Heerlijkheid Emmeloord (aan Amsterdam). Het zuidelijk deel (Ens) behoorde onder Overijssel (zie bij deze Provincie).
Begrenzingen
De gebieden van de stemmende steden Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Monnikendam, Medemblik en Purmerend zijn overgenomen van de Kaart van de Uitwaterende Sluizen van Kennemerland en West-Friesland (18e eeuw). Op deze kaart staan echter niet aangegeven de grenzen van de stads en andere gebieden voor zover die binnen de droogmakerijen vallen. Ik heb daarvoor in de Schermer de grenslijnen van de tegenwoordige gemeenten Alkmaar, Ouddorp, Oterleek, Urshem, N. Schermer en Schermerhorn, Groot-Schermer en Akersloot getekend. Wat de Purmer betreft op de Kaarten van die droogmakerij van S.J. Sinck van 1622 en die van T. Leupenius van 1683 (o. a. Coll. Bod. Nijenhuis, Port. 30, Nrs. 18—21) is zij door twee stippellijnen in drie stukken verdeeld. Maar ten eerste komen die lijnen op beide kaarten niet geheel overeen en ten andere was de Purmer niet over drie maar over vier rechtsgebieden verdeeld: Monnikendam, Edam, Purmerend en Purmerland. Ik heb mij daarom voor die verdeling gehouden aan de tegenwoordige gemeentegrenzen. Zie voorts voor die grenzen binnen de droogmakerijen hieronder.
Baljuwschap Kennemerland.
Van de ambachtsheerlijkheden en schoutambachten, onder Kennemerland ten Zuiden van het IJ tussen Amstelland en de duinstreek gelegen, zijn de grenzen genomen naar de Kaart van het Hoogheemraadschap Rijnland, ten dele ook naar die van de Uitwaterende Sluizen van Kennemerland en West-Friesland. Voor het rechtsgebied van het Huis te Heemstede heb ik de oppervlakte van het landgoed genomen. Voor de grenzen ten noorden van het IJ kon gevolgd worden de Kaart van de Uitwaterende Sluizen. Voor de grenzen van de Hooge Heerlijkheden Marquette en Assumburg nam ik de oppervlakte van die landgoederen en voor die van Oud-Haarlem de om de bouwval gelegen gracht of greppel. De enclaves van Heiloo in het gebied van Egmond zijn ook van die kaart overgenomen. Het Baljuwschap van de Enge Wormer is genomen binnen de buitenboord van de ringvaart van die droogmakerij.
Baljuwschap Brederode.
Ook de grenzen van de heerlijkheden in dit baljuwschap, van Vogelenzang in het zuiden tot Schoorl, Hargen en Kamp in het noorden, zijn naar de Kaarten van Rijnland en van de Uitwaterende Sluizen getekend. Op die van Rijnland zijn echter de westelijke grenzen van Overveen (Tetrode) en Vogelenzang (één gerecht) in het duin tegen Zandvoort niet getekend; misschien stonden zij daar ook niet vast. Voor die grens heb ik de oostelijke grens van de tegenwoordige gemeente Zandvoort genomen. Het Baljuwschap van Bloois, met Spaarnwoude ten zuiden en overigens ten noorden van het IJ gelegen, is ook getekend naar de Kaart van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen. Zowel op deze kaart als op die van het Baljuwschap Kennemerland van N. Visscher (18e eeuw) zijn echter de grenzen van het gebied van de Stede Beverwijk tegen Wijk aan Duin slechts gedeeltelijk (bij het IJ) aangegeven; ik heb die voltooid volgens de grenzen van de tegenwoordige gemeente. De noordelijke en zuidelijke grenzen van de Ambachtsheerlijkheden Wijk aan Duin en Wijk aan Zee zijn van de Kaart van het Baljuwschap van Kennemerland genomen en tot aan zee doorgetrokken. De grens tussen die beide heerlijkheden komt echter noch op die kaart noch op die van het Hoogheemraadschap der. Uitwaterende Sluizen voor, maar is genomen naar een Platte Grondt van ’t Quartier van Velsen van P. Oorver (Coll. Bod. Nijenhuis, Port. 29, No. 24), in het noorden beginnende aan den „Scheytsteen”, die ook op andere kaarten voorkomt. Van het eilandje Ruigoord in het IJ behoorde het noordelijk deel aan Westzaan, het zuidelijk lag onder Houtrijk. De Hooge Heerlijkheid Assendelft had blijkens meergenoemde kaarten dezelfde grenzen als de tegenwoordige gemeente. Het Baljuwschap van de Egmonden. De grens van het geheel naar de Kaart van de Uitwaterende Sluizen. Het gebied van Egmond aan Zee is naar schatting getekend: de gemeente was volgens de Atlas van Nederland van Witkamp in 1864 slechts 10 3/4 ha. groot, kan dus niet meer dan de bebouwde kom van het dorp bevat hebben. Naar dezelfde kaart zijn genomen de grenzen van de Hooge Heerlijkheden Bakkum, Wimmenum, Bergen, Petten en Kallantsoog.
Het Baljuwschap van de Nieuwburgen.
Al de daarin gelegen ambachtsheerlijkheden, zowel op het Schermereiland en in de Schermer als in West-Friesland, zijn overgenomen van de Kaart der Uitwaterende Sluizen. Eveneens naar die kaart zijn genomen de grenzen van de rechtsgebieden in West-Friesland, nl. die van de kleine of plattelandssteden, de rechtsgebieden van Hoorn en Medemblik, de Hooge Heerlijkheden en het Schoutambt met Hooge Jurisdictie van Sint Maarten, Eenigenburg en Valkkoog. Ook is dit het geval met het rechtsgebied van Edam, de Hooge Heerlijkheid Oosthuizen en Hobrede, de Hooge Heerlijkheid Etershem en het Baljuwschap van Katwoude. De noordelijke grens van dit laatste was niet de Achterdichting van Polder Katwoude, zoals de Tegenwoordige Staat opgeeft, maar de ten zuiden daarmee ongeveer evenwijdig lopende Novensloot, vandaar dat nog een klein deel van Katwoude onder Edam lag (zie de Vries. De Kaart van Holl. Noorderkwartier in 1288, blz. 44). Ook de grenzen van de rechtsbannen van de zes hoofddorpen van het Baljuwschap van Waterland zijn naar de Kaart der Uitwaterende Sluizen genomen. Zij staan hierop echter niet doorgetekend in de droogmakerijen van de drie Waterlandse Meren. Voor zover die grenzen daarbinnen liggen zijn zij getekend naar de Caarte van de Buyckslooter-, Broecker- en Belmer Meeren in Waterland van S. N. Boonacker van 1628. Eindelijk werden naar dezelfde algemene kaart getekend de grenzen van de Hooge Heerlijkheid Purmerland en Ilpendam (met het gedeelte in de Purmer, zie hierboven, blz. 116) en de Baljuwschappen van de Beemster en de Wijde Wormer.
Eilanden.
Texel
dat in zijn geheel het rechtsgebied van de Stede Texel vormde, is, behoudens de verbetering van de vormen naar de Topografische Kaart, voornamelijk getekend naar de Kaart van Texel en het Eyerland door ]. Peereboom van omstreeks 1800 en van dezelfde van 1805 (Rijks-archief ’s Gravenhage , Nrs 2698 en 2700). Ook is gebruik gemaakt van de Kaart van het Nieuwediep aan Den Helder door N.J. Peterse van 1792 (Ald., No. 3394) en van die van het Nieuwediep aan Den Helder van A. H.J. van der Plaats. 1810.
Vlieland.
Dit eiland is getekend naar de Kaart van het eiland Vlieland van J Peereboom van 1795 en de Kaart van West-Vlieland van J. Harge van 1756 (Rijks-archief ’s Gravenhage , Nrs 2725 en 2722).
Terschelling.
Getekend naar de Kaart van Terschelling van J. Peereboom van 1794 en die van het Westeinde van Terschelling van F. de Muteert (Rijks-archief ’s Gravenhage , Nrs 2738 en 2733). De grens tussen de beide rechtsgebieden van West-Terschelling en Oost-Terschelling is genomen naar de Kaart van het eiland Terschelling van J. Peereboom Bzn. van 1794 (Rijks-archief ’s Gravenhage , No. 2736).
Wieringen.
Naar de Kaart der Uitwaterende Sluizen van Kennemerland en West-Friesland. De grensscheiding van de gebieden van de beide rechtbanken van Hippolytushoef en Oosterland heb ik nergens kunnen vinden. Afgaande op de grenzen van de polders moet de scheiding ongeveer gelopen hebben als door mij aangegeven.
Marken.
Getekend naar de Kaart der Uitwaterende Sluizen. 1) Op Blad 4 is die grens niet getekend, daar zij mij bij bet afdrukken daarvan nog niet bekend was. Op Blad 1 komt zij in haar geheel voor.
Urk.
Dit eiland is getekend naar de Kaart van het eiland Urk van J. Schilling van 1789 en naar die van J. Peereboom van 1804 (Rijks-archief ’s Gravenhage , Nrs 2755 en 2756).
Schokland.
Het eiland is getekend naar de Situatiekaart van het eiland Schokland, waarop zijn aangeduid de veranderingen die sinds het jaar 1789 in den oeverrand aldaar zijn ontstaan (Coll. Bod. Nijenhuis, Port. 45, No. 32). Zie ook de Kaart van het eiland Schokland van J. B. Bauer van 1790 (Rijk-archief ’s Gravenhage , No. 3067) en die van J. Peereboom van 1791 en 1800 (Ald. , Nrs. 3068 en 3069). De grens tussen de Hooge Heerlijkheid Emmeloord (Holland) en het schoutambt Ens (Overijssel) is getekend naar de bovengenoemde kaarten Nrs 3067 en 3068.