ZEELAND.

(Hierbij de bladen 12, 13, 16 en 17).

De hoogste gerechtshoven, tevens hoven van beroep, voor Zeeland waren het Hof van Holland en de Hooge Raad te ’s Gravenhage. Zie hiervoor bij Holland, blz. 82 en 83.

Indeling.

I. ZEELAND BEWESTER-SCHELDE.

 

Baljuwschap van Zeeland Bewester-Schelde. De Rentmeester-Generaal Bewesten.-Schelde was er Baljuw met Burgemeester en Schepenen van Middelburg.

Het omvatte:

Eiland Walcheren Sint Joosland, nl. het gedeelte gelegen onder de Ambachtsheerlijkheid van ’s Heer-Arendskerke.

Eiland Noord-Beveland met de Ambachtsheerlijkheden

Oud-Kampen en Soelekerke,

Nieuw-Kampen,

Oud-Kampen,

Geersdijk en Wissekerke,

Gemeen Ambacht (Geersdijk),

Weele en Vliete,

Ouwelek,

’s Gravenhoek,

Noord-Beveland,

Kortgene,

Kolijnsplaat,

Kats,

Gemeen Ambacht (Emelisse en Meerschhoek).

Eiland Wolfaartsdijk, vormend één enkele ambachtsheerlijkheid.

Eiland Oost-Beveland, vormend één enkele ambachtsheerlijkheid.

Eiland Zuid-Beveland, behalve het rechtsgebied van de stad Goes en de Hooge Heerlijkheid Borssele, bevattend de ambachtsheerlijkheden

’s Heer-Arendskerke,

Heinkenszand,

Wissekerke,

’s Heer-Hendrikskinderen,

Baarsdorp,

Sinoutskerke,

’s Heer-Abbekerke,

der Nisse,

Ovezande,

Driewegen,

Koudorpe,

Ellewoutsdijk,

Everinge,

Baarland met Oudelande en Bakendorp,

Hoedekenskerke,

de Zwake,

’s Gravenpolder,

’s Heer-Janspolder,

Kapelle, }

Biezelinge, }één gerecht.

Eversdijk,

Kloetinge,

Kallendijke,

Wemeldinge,

Ierseke,

Vlake }

Schore } onder een Heer en één gerecht.

Kruiningen,

Tolsende,

Nieuwlande,

Krabbendijke,

Waarde,

Valkenisse, }

Maire, } één gerecht.

Rilland,

Bat.

Aan den Brabantse Wal tot de Provinciale grens Polder Hinkelenoord en het schor Hoogerwerf, enz., ene ambachtsheerlijkheid.

Aan den Vlaamse Wal: Het oostelijk deel van Polder Hoofdplaat, ene ambachtsheerlijkheid.

Voorts de volgende steden met hunne rechtsgebieden.

Middelburg, dat de Hogere rechtspraak had over de ambachtsheerlijkheden op Walcheren:

Poppekerke,

Meliskerke,

Mariekerke,

Poppendamme,

Hoogelande,

Buttinge,

Grijpskerke,

Sint Laurens, }

Kasteel Popkensburg, } één gerecht.

Brigdamme,

Poppenroede en Seis-Ambacht,

Noord-Monster,

de Hayman,

het Nieuwland.

Met een deel van Koudekerke (Middelburger-Ambacht) en Willinkwerve (Zeeland III.1, blz. 701). Stadsambachten onder één Regering van schout en schepenen, te Middelburg, gen. Keurschepenen van Stadsambachten (Tegenwoordige Staat IX, 239).

Op Sint Joosland; Vlissingen, welks Hooge jurisdictie zich uitstrekte over de ambachtsheerlijkheden op Walcheren:

Westkapelle Buiten (Confiscatiën onder W. B.),

Boudewijnskerke,

Sint Janskerke,

Zoutelande, }

Werendijke, } verenigd op de Steenrol en onder een gerecht.

Biggekerke, }

Krommenhoeke, } één gerecht.

Koudekerke (zie hierachter),

Bonendijke,

Oud-Vlissingen,

West-Souburg,

Oost-Souburg,

Rittem,

Nieuwwerve,

Welzing .

Vere, welks Hooger rechtsgebied omvatte de ambachtsheerlijkheden op Walcheren:

Domburg Buiten (Confiscatiën onder Domburg),

Aagtekerke,

Oostkapelle,

Lieve Vrouwenpolder,

Serooskerke,

Gapinge,

Zanddijk,

Schellacht,

Poppekinderendorp,

Een ambachtsHeerlijkheid onder de Steenrol. In het civiel onder de Lands Vierschaar te Vere. (Ermenns Z. Oudh. I, 74). Kleverskerke, deels op Sint Joosland.

De smalstad Arnemuiden met haar rechtsgebied, tevens de Hogere jurisdictie hebbende over de ambachtsheerlijkheden op Walcheren:

Nieuwerkerke, deels op Sint Joosland,

Mortiere.

Goes met haar rechtsgebied.

De Vrije Heerlijkheid Westkapelle.

De Hooge Heerlijkheid Domburg.

De Vrije Heerlijkheid Duinbeek.

De Hooge Heerlijkheid Borssele.

 

II. ZEELAND BEOOSTER-SCHELDE.

 

Baljuwschap van Zeeland Beooster-Schelde. De Rentmeester-Generaal Beooster-Schelde was er Baljuw met Burgemeester en Schepenen van Zierikzee. Het bevatte de ambachtsheerlijkheden:

Zonnemare,

Noordgouwe Bewesten-Steene, }

Noordgouwe Beoosten-Steene, } een burgerlijk rechtsgebied

Dreischor.

Baljuwschap van Bommenede, bevattend de Heerlijkheden:

Bommenede,

Blois.

Stad Zierikzee met haar rechtsgebied (Poortambacht).

Baljuwschap van Zierikzee, bevattend op Eiland Schouwen de ambachtsheerlijkheden:

Westenschouwen,

Burg, Haamstede, }

Koudekerke,} één gerecht.

Renesse, }

Noordwelle, } een gerecht

Zuidwelle, }

Ambachtsheerlijkheid Welland.

Serooskerke,

Zuidland,

Ellemeet,

Elkersee,

Looperskapelle,

Klaaskinderen, }

Brijdorpe, } één gerecht }betwist door Brouwershaven (Tegenwoordige Staat X, blz. 356).

Duivendijke,

Nieuwerkerk,

Kerkwerve,

Rengerskerke.

Eiland Tolen:

Stavenisse,

Sint Annaland,

Westkerke,

Nieuw-Strijen, bestaande uit Polder Nieuw-Strijen, behorend onder het gerecht van Poortvliet, en Polder Oud-Strijen, behorend onder het rechtsgebied van de stad Tolen.

Eiland Sint Filipsland, vormend de ambachtsheerlijkheid Sint Filipsland.

Eiland Overflakkee. Sommelsdijk.

Stad Brouwershaven met haar rechtsgebied.

Hooge Heerlijkheid de Vierbannen van Duiveland, omvattend de ambachtsheerlijkheden

Nieuwerkerk,

Bolland,

Kapelle,

Ouwerkerk.

Voorts nog op Duiveland: Hooge Heerlijkheid Oosterland,

Hooge Heerlijkheid ’s Heer Jansland,

Hooge Heerlijkheid Bruinisse.

Op Tolen: De stad Tolen met haar rechtsgebied, waaronder de (door haar gekochte) ambachtsheerlijkheid Schakerloo of Oudeland, die echter een eigen Lager gerecht had.

De ambachtsheerlijkheid Poortvliet, onder het Hooge rechtsgebied van Baljuw, Burgemeester en Schepenen van Tolen, als ’s Gravenmannen van Poortvliet.

Hooge Heerlijkheid Sint Maartensdijk. Onder de Hooge Jurisdictie van den Drossaard van deze laatste stond ook de ambachtsheerlijkheid Scherpenisse.

Hooge Heerlijkheid Vrijberge.

Hooge Heerlijkheden Oud-Vosmeer en Nieuw-Vosmeer (onder één Hogere en Lagere rechtbank).

 

Begrenzingen.

De verdeling in rechtsgebieden van de Provincie Zeeland kon bijna geheel gevolgd worden naar de Kaarten van de Ingenieurs D. W. C. en A. Hattinga en Dr. W. F. Hattinga in de bekende atlas van 1760 en als fraai getekende kaarten op veel grotere schaal aanwezig op s Rijks- Archief te ’s Gravenhage. In Hattinga's tijd (midden 18e eeuw) waren enige delen die op deze kaart voorkomen nog niet aanwezig of nog niet ingedijkt.

Deze zijn: het oostelijk deel van Zuid-Beveland, n.l. de Reigersbergsche Polder, vallende onder de ambachtsheerlijkheden Maire, Rilland en Bat. De grenzen van deze heerlijkheden en de hoogwaterlijnen zijn genomen naar de Kaart van de Reigersbergschen Pr van 1774 door L. Boeren en W. Krijger, No. 2844 van ’s Rijks-archief te ’s Gravenhage.

De schorren aan den Brabantse wal vóór Polder Hinkelenoord en het schor Hoogerwerf naar de Kaarten van de schorren van Hinkelenoord van 1799 en 1800 door Steenput en Adan, Nrs. 1580, 1581 en 1582 van ’s Rijks-archief te ’s Gravenhage. De Hoofdplaatpolder aan den vasten wal van Staats-Vlaanderen werd in 2 gedeelten, nl. het oostelijk in 1778 en het westelijk in 1781 ingedijkt. Over de territoriale hoogheid daarvan was daarvóór reeds lang tussen de Generaliteit en Zeeland getwist; ten slotte is bij Accoord van 31 Augustus 1775 het oostelijk deel, waarin later het dorp ontstond, aan Zeeland toegewezen en daarna tot een ambachtsheerlijkheid gemaakt, die deel uitmaakte van het Baljuwschap van Bewester-Schelde. De grens tussen beide delen was de „Hooge Weg”, (Zeeland III. 11, 597), enige tijd de westelijke buitendijk van het eerst ingedijkte (Zeeuws) gedeelte. Deze polder heeft door vallen veel verloren, zodat het dorp nu bij de zeedijk ligt.

Voorts valt nog het volgende op te merken.

Van Sommelsdijk lag, evenals van Middelhamis een afzonderlijk stukje in de Polder Nieuwe Stad en een aan die beide Heerlijkheden gemeen stuk in de Uitslag- en Tillepolders tot tegen de oude Hontsloo. Zij staan getekend in het Caartboeck van Voorne van 1695 en op grooter schaal op de Kaart van Zeeland van Hattinga en de bijzondere kaarten van de limietscheidingen volgens Accoord van 11 April 1759 van Klinkenberg en Sandifort, Nos 2249 en 2250 op het Rijks-archief te ’s Gravenhage , ook op No. 72, Port. 20 van de Coll. Bodel Nijenhuis. De grenzen zijn daarnaar genomen.

Vele Zeeuwse heerlijkheden waren in verschillende partijen gesplitst, die als afzonderlijke lenen verheven, ook als zodanig op de Steenrolle voorkwamen. Daar zij geen rechtsgebieden op zich zelve vormden, heb ik ze in het algemeen weggelaten, voor de meesten zouden de grenzen trouwens moeilijk of niet te vinden geweest zijn.

Zo bestond de Ambachtsheerlijkheid Koudekerke op Walcheren volgens de Kaart van de Parochie van Coukerke, volgens de Overlooper der Westwatering van Walcheren van Verheye van Citiers met de toelichting (Portef. 6 Walch. Rijks-archief Middelb.) uit 6 partijen: Koudekerke, het Noordambacht of Wellinxwerve (Willinkwerve), het Ambacht ter Boede, het Beveren-Ambacht, het Spint-Ambacht en het Westmunster of Middelburgerambacht. Of dit laatste aldus bestaan heeft is echter volgens de Tegenwoordige Staat Zeeland III. , I,blz. 706 zeer onzeker. Er is over het bezit daarvan veel getwist tussen Middelburg en Vlissingen het eerste beweerde ook, dat het onder zijn jurisdictie behoorde: ik heb het daarom met een dunne zwarte gestippelde grens aangegeven. Evenzo deed ik dit ten aanzien van Wellinxwerve of Noordambacht, omdat dit op de steenrol als afzonderlijke heerlijkheid en zelfs niet volgende op Koukerke voorkwam; het bestond uit twee strooken langs de noord en npordwest grens en twee kleine enclaves in ’t Koukerker-Ambacht. Volgens Verheye van Citters (in gemelde toelichting) bestond echter de Jurisdictie van Koudekerke uit de ambachten van Koudekerke, Willinxwerve (Noord), ter Boe en Bevern. Het Spintambacht (aan zee) heb ik ook nog afzonderlijk aangeduid, omdat het evenals het Middelburgerambacht vrij van geschot was en dus niet op de Steenrolle voorkwam.