GENERATIE VI
VIa Gijsbert Gijsberts Jager(ca. 1720),
VIb Klaas Gijsberts Jager(voor 1729),
VIc Jan Gijsberts Jager(ca. 1725),
VId Reijer Gijsberts Jager(ca. 1720)
VIa. Gijsbert Gijsberts Jager, z.v. Gijsbert Reijers Jager (Va) x Gijsbertje Gijsberts Geb. Opheusden ca. 1720, jongeman van Opheusden, Nederduits-gereformeerd, tr. (1) Opheusden 14 december 1755 Dirkje van Eck, jongedochter van Opheusden, vermeld 1757 en 1758, overl. voor 1761; tr (2) Opheusden 3 mei 1761 Mechteld van de Westering, ged. Opheusden ca. 1720, jongedochter van Opheusden, lidmaat Neder-duits-gereformeerde kerk in Opheusden (1749), vermeld 2 juli 1762, overl. Opheusden 1769/1771, d.v.Wouter Gijsberts van deWesteringh en EytienWillems.
1743 Gijsbert Jager koopt 22 januari 1743 250 hopen land van Fenneke Cornelisse Jager (Vc,4).[GAA RNB inv. 252 folio 78.]
1748 Gijsbert Jager assisteert 30 juni 1748 zijn moeder Gijsbertje Gijsberts bij de nalatenschap van Isack van Harderwijk.[GAA RNB inv. 252 folio 100v.]
1758 Gijsbert Jager is op 12 juni 1758 belender van een perceel aan de Hamsestraat.[GAA RNB inv. 252 folio 193v.]
1762 Gijsbert Jager is op 2 juli 1762 boedelhouder overWouter, Steven en Ida van deWestering, de kinderen van zijn zwager Gerrit van de Westering.[Gens Nostra 1972 blad 229 en 1981 blad 281, genealogie van deWestering.]
1768 Op ... mei 1768 is Gijsbert Jager westelijke belender van 200 hopen leeg land in Opheusden, toebehorend aan de echtelieden Reijer Jager (VId, zijn broer) en Neeltje Jansen (nieuwe eigenaren zijn Geurt Jansen en Geertjen Jansen).[GAA RNB inv. 254 folio 100.]
1771 Gijsbert Jager is op 17 maart 1771 boedelhouder van zijn vrouw Mechteld van de Westering en verkoopt 4 morgen weiland in Dodewaard, genaamd Lunterse Weide.[GAA RNB inv. 247 folio 407v.]
1771 Gijsbert Jager is op 18 maart 1771 voogd over de drie kinderen van Gerrit van de Westeringh en Naleken Spijers.[GAA RNB inv. 252 folio 279v.]
1781 Gijsbert Jager assisteert 6 december 1781 zijn dochter IJda Jager bij het lenen van geld aan haar tante Hendriena Jager.[GAA RNB inv. 252 folio 457v. inv. 258 folio 206.]
1788 Gijsbert Jager is op 8 januari 1788 belender van een perceel met kersenbomen genaamd Abraham Bogaard. [GAA RNB inv. 252 folio 428v.]
1788 Gijsbert Jager is op 19 januari 1788 belender van diverse percelen. [GAA RNB inv. 252 folio 429.]
1789 Gijsbert Jager assisteert op 3 juni 1789 zijn dochter IJda Jager bij het lenen van geld van haar tante Hendriena Jager.[GAA RNB inv. 258 folio 206v.]
Kinderen van Gijsbert Jager en Dirkje van Eck:
1 Gijsbert Jager, ged. Opheusden 21 augustus 1757, geen verdere gegevens bekend.
2 Dirk Jager, ged. Opheusden 31 december 1758, geen verdere gegevens bekend.
Kinderen van Gijsbert Jager en Mechteld van de Westering:
3 IJda Jager, geb. Opheusden, ged. Opheusden 10 maart 1765, overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 65) 11 november 1831, sterfhuis huis nr. 118, tr. Opheusden 5 april 1789 Adriaan van Brink (alias Arien van Brenk), geb. Opheusden, ged. Opheusden 1 februari 1761, boomkweker (1829) en karman (1830) in Opheusden, overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 19) 16 mei 1830, sterfhuis huis nr. 118, z.v. Willem van Brink en Aaltje van Dorland. … Haar voogden zijn Gijsbert van deWestering en Brant Cornelisse.[GAA RNB inv. 252 folio 279v.]
1781 Op 6 december 1781 leent IJda Jager 150 gulden van de echtelieden Willem van Drumpt en
Hendriena Jager (Va,2) op 1½ morgen bouwland in Dodewaard. Roijement 27 mei 1796.[GAA RNB inv. 252 folio 457v.]
1782 Op 17 augustus 1782 kopen de gebroeders Jan van Brenk en Arien van Brenk voor 350 gulden 2/8 part in een huis, schuur, 1½ morgen boomgaard en ½ morgen elsenpas in Opheusden (kennelijk het erfdeel van de echtelieden Arien van de Pol en Hendriena van Brenk en de echtelieden Tonis Verwoert en Leijsebeth van Brenk).[GAA RNB inv. 254 folio 42v.]
1783 Op 25 februari 1783 verkoopt Arien van Brenk voor 98 gulden de helft van een huis met schuur, staande buitendijks aan de Strank in Opheusden aan zijn broer Jan van Brenk.[GAA RNB inv. 254 folio 44.]
1789 De echtelieden kopen op 11 maart 1789 een akker aan de Hamsestraat vanWillem Hendrikse van Hofstede. [GAA RNB inv. 252 folio 455.]
1789 De echtelieden lenen op 3 juni 1789 150 gulden op 1½ morgen weiland in Dodewaard. Obligatie geroijeerd 30 mei 1796. Deze gegevens staan per abuis ook in Opheusden geregistreerd. [GAA RNB inv. 258 folio 206.]
1789 Idem op dezelfde datum nog eens 350 gulden.[GAA RNB inv. 258 folio 206v.]
1789 Koopt 19 november 1789 grond van de echtelieden Jan van Brenk en Elisabeth Doelemans. [GAA RAN inv. 252 folio 468.]
1790 Op 20 november 1790 verkopen de echtelieden Arien van Brenk en IJda Jager de helft van 200 hopen land aan de echtelieden Jan van Brenck en Elisabet Doelemans voor 18 gulden. [GAA RNB inv. 254 folio 45v.]
1791 Op 21 maart 1791 is Arien van Brenk geërfde getuige. [GAA RNB inv. 254 folio 82.]
1796 Op 3 maart 1796 zijn Jan van Brenk en Arien van Brenk westelijke belender van 150 hopen land, toebehorend aan de echtelieden Meijndert Pendraat en Niesken van den Heuvel (nieuwe eigenaren de echtelieden Evert Verwoert en Anneke Speght.[GAA RNB inv. 254 folio 31.]
1796 Op 1 mei 1796 lenen de echtelieden Arien van Brenk en IJda Jager 600 gulden van de echtelieden Jan van Griethuisen en Gijsbarta van Stuivenberg. Er zijn vier onderpanden, t.w. 1½ morgen weiland in Dodewaard, een hofstede in Opheusden op 1½ morgen, 3½ morgen land en nog eens 4 morgen land. [GAA RNB inv. 253 folio 120.]
1796 Op 3 mei 1796 zijn Jan van Brenk en Arie van Brenk noordelijke belender van 450 hopen land, toebehorend aan de echtelieden Cornelis van Eldik en Meertje van Beek (nieuwe eigenaren de echtelieden Meijndert Pendraat en Niesken van den Heuvel.[GAA RNB inv. 254 folio 85.]
1796 Op 24 mei 1796 is Arien van Brenk noordelijke belender van 4½ hont land met huis en schuur in Opheusden, toebehorend aan Gijsbertje Hermse van Eldik weduwe Peter van Herrevelt en de echtelieden Hermen van Eldik en Meertje van Binsbergen (de nieuwe eigenaren zijn de echtelieden Cornelis Hermse van Eldik en Meertje van Beek.[GAA RNB inv. 253 folio 117.]
1797 Op 8 mei 1797 is Arien van Brenk zuidelijke belender van 150 hopen land, toebehorend aan de echtelieden Huijbert van Setten en Elisabet van Vorselingh (nieuwe eigenaren de echtelieden Evert Verwoert en Anneke Speght.[GAA RNB inv. 254 folio 32.]
1797 Op 25 oktober 1797 is Arien van Brenk westelijke belender van 150 hopen land, toebehorend aan Cornelis de Kanselaar (nieuwe eigenaren de echtelieden Evert Verwoert en Anneke Spegt.[GAA RNB inv. 253 folio 220v.]
1797 Op 20 augustus 1799 zijn Arien van Brink en Willem van Doorn borg van een kapitaal van 1200 gulden van de echtelieden SalomonWevers en Derkje van Leijen.[GAA RNB inv. 254 folio 161v.]
1800 Op 1 mei 1800 is Arien van Brenk noordelijke belender van 140 hopen land, toebehorend aan JacobWillemse (nieuwe eigenaren zijn de echtelieden Jan Meurs en PernelaWillemse en ArieaneWilmse.[GAA RNB inv. 254 folio 72.]
1801 Op 29 april 1801 is Arien van Brenk zuidelijke belender van 400 hopen land, toebehorend aan de echtelieden D. v. G. d. Leeuw enWillemina Breunesen (nieuwe eigenaar Crijstiaan den Hartogh.[GAA RNB inv. 254 folio 69v.]
1802 Op 17 april 1802 verkopen de echtelieden Arien van Brenk en IJda Jager de helft van 1½ morgen boomgaard voor 500 gulden aan de echtelieden Jan van Brenck en Elisabet Doelemans.[GAA RNB inv. 254 folio 47.]
1804 Geven op 27 september 1804 een obligatie van 199 gulden aan de echtelieden Cornelis van Gelder en Elisabeth Hogensteijn.[GAA RNB inv. 260 folio 11.]
1806 Idem op 11 augustus 1806 voor 299 gulden.[GAA RNB inv. 260 folio 62v.]
VIb. Klaas Jager, z.v. Gijsbert Reijers Jager (Va) x Elisabeth Willems
Geb. Opheusden vóór 1729, Nederduits-gereformeerd, jongeman van Opheusden, woont in Opheusden 1759-79, overl. vóór 1 oktober 1787, tr. Opheusden 28 oktober 1759 Evertje Stoffels van het Klooster, geb. Opheusden ca. 1733, jongedochter van Opheusden, overl. Opheusden 29 september 1808, begr. Opheusden 4 oktober 1808, d.v. Stoffel Arends (Arisse) en Grietje de Laat. De toenaam ‘van het Klooster’ kan ontstaan zijn door het bezit van een stuk land op de hoek Dalwagenseweg – Keijsestraat genaamd ‘het Klooster’ op het voormalige kloosterterrein. Vader Stoffel Arends voert de toenaam niet, zijn vier kinderen wel, maar beklijft toch niet als familienaam.
1787 De weduwe Evertje Stoffels van het Klooster vermeld 1 oktober 1787 bij een klacht over haar dochter wegens kwaadsprekerij over de ouderling Jan Pendraat.[GAA RNB inv. 252 folio 420.]
1795 Op 13 juni 1795 worden huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen Floris Goorman, weduwnaar van Jantje Gertze en Evertje Stoffels van het Klooster, weduwe Klaas Jager.[ GAA RNB inv. 254 folio 153.]Floris Goorman is z.v. Jan Goorman en Gerritje Florisse.
1795 Evertje Stoffels van het Klooster tr. Opheusden 14 juni 1795 Floris Goorman, geb. Opheusden ca. 1734
1802 Op 6 april 1802 lenen de echtelieden Floris Goorman en Evertje Stoffels van het Klooster een bedrag van 575 gulden van de echtelieden Gijsbert Jager (VIIa) en Anneke Dirks den Hartogh, met als onderpand een huis aan de gemene straat (= west) in Opheusden.[GAA RNB inv. 253 folio 197v.Vermoedelijk gaat het hier om de Dalwagense weg.
Over Floris Goorman:
1762 Eerste huwelijk Floris Goorman met Johanna Daniels.
1784 Vermeld 9 januari 1784.[GAA RNB inv. 253 folio 103.]
1790 Op 20 november 1790 is Floris Goorman vermeld als geërfde getuige. [GAA RNB inv. 254 folio 45v.]
1791 Op 29 juni 1791 is Floris Goorman vermeld als geërfde getuige. [GAA RNB inv. 254 folio 46.]
1791 Op 1 september 1791 is Floris Goorman noordelijke belender van een huis met hof, boomgaard en schuur aan de Bandijk (= noord), toebehorend aan Steventje Cornelisse weduwe Cornelis Morre en de echtelieden Geert Cornelisse en Grietje van Binsbergen.[GAA RNB inv. 253 folio 1.]
1795 Obligatie van Roelof Gertze aan Floris Goorman, 4 maart 1795.[GAA RNB inv. 253 folio 105 en 105v.]
1795 Op 13 juni 1795 vermeld met huwelijksvoorwaarden, als boven.
1797 Op 8 mei 1797 is Floris Goorman vermeld als geërfde getuige.[GAA RNB inv. 254 folio 32.]
1797 Op ... juli 1797 zijn Evert Verwoert en Floris Goorman westelijke belender van 300 hopen land aan de straat met een schuurtje, toebehorend aan de echtelieden Willem van Drumpt en Hendriena Jager (Va,2), de nieuwe eigenaren zijn de echtelieden Arien van de Pol en Hendriena van Manen.[GAA RNB inv. 254 folio 49.]
1800 Op 1 juli 1800 is Floris Goorman noordelijke belender van 2 morgen weiland in Opheusden, toebehorend aan Steven van der Hart (nieuwe eigenaren Arien van Heumen en de echtelieden Jan Bouman en Grietje van Heumen.[GAA RNB inv. 253 folio 171v.]
1802 Op 6 april 1802 vermeld, zie boven.
1803 Op 1 juni 1803 is Floris Goorman noordelijke belender van 2 morgen weiland, toebehorend aan Arien van Heumen en de echtelieden Jan Bouwman en Grietje van Heumen. [GAA RNB inv. 253 folio 172.]
1804 Op 15 mei 1804 is Floris Goorman westelijke belender van 80 hopen land op de Kamp in Opheusden, toebehorend aan Mijndert Pendraat en Niesje van den Heuvel (nieuwe eigenaren Floris van Binsbergen en Hendrik Jager.[GAA RNB inv. 254 folio 36.]
1808 Op 5 november 1808 verkoopt Floris Goorman weduwnaar van Evertje Stoffels van het Klooster voor 615 gulden zijn huis en hof in Opheusden aan Gijsbert Jager (VIIa) in Kesteren en Stoffel Jager (VIb,3) in Opheusden. [GAA RNB inv. 254 folio 154.]
1809 Op 1 april 1809 is Floris Goorman met Evert Verwoert voogd over de minderjarigen kinderen van de echtelieden Jan Goorman en Geertje Verwoert.[GAA RNB inv. 254 folio 177v.]
1809 Op 21 oktober 1809 is Floris Goorman westelijke belender van een huis in Opheusden aan de Rijndijk (= noord), toebehorend aan de echtelieden Cornelis van der Horst en Aalbertje Gertsen (nieuwe eigenaren de echtelieden Jan van Dodewaerd en Naartje Rijken).[GAA RNB inv. 254 folio 183v.]
1812 Overl. Opheusden 1 januari 1812, sterfhuis huis nr. 186; eerst weduwnaar (1ste huwelijk) van Johanna Daniels en later (3de huwelijk) van Jantje Gertz (Gertze, Gertzen, Gertsen), tr. Opheusden 16 mei 1762).
Kinderen van Klaas Jager en Evertje Stoffels van het Klooster:
1 Gijsbert Jager, ged. Opheusden 3 augustus 1760, jong overleden.
2 Gijsbert Jager, ged. Opheusden 11 oktober 1761, volgt VIIa.
3 Stoffel Jager (Jeger), ged. Opheusden 23 oktober 1763, koopt 5 november 1808 het halve eigendom van een huis met hof in Opheusden, waarin zijn stiefvader Floris Goorman woont[GAA RNB inv. 254 folio 154.], Stoffel Jager in Opheusden wordt gedaagd voor het vredegerecht van Haarlem (1826)[Toegang 39, inv. 106, akte 49, Vrede- en politiegerecht in het arrondissement Haarlem (1829)]., stalknecht in Opheusden (1829), ongehuwd, overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 9) 14 februari 1829, sterfhuis huis nr. 52.
4 Gijsbertje Jager (Jeger), ged. Opheusden 22 december 1765, woont op de Singel in Amsterdam (1791), Gijsbertje Jager en Anthonij Lakeman beiden wonende in Haarlem worden gedaagd voor het vredegerecht van Haarlem (1826)[Toegang 39, inv. 106, akte 49, Vrede- en politiegerecht in het arrondissement Haarlem (1829)], overl. Haarlem (folio 57) 13 april 1853, sterfhuis Grote Houtstraat 99, naam bij overlijden ‘Gijsberta Jager’, ondertr. Amsterdam 21 april 1791 Anthonie Lakeman, ged. Noordwijk-Binnen 19 februari 1764, gereformeerd, woont Haarlem (1791)[GAA ondertrouw inv. 636 folio 97.],hovenier (1821), tuinier (1829), overl. Haarlem (folio 97) 8 augustus 1829, sterfhuis Stadssingel 17], z.v. Gerrit Lakeman en Neeltje de Zoet. 1821 Op 7 november 1821 is Antonie Lakeman huwelijksgetuige bij een kind van Maria Jager (VIb,6) en Pieter Jansen Temmink: Jan Gerrit Temmink, zie VI,6.
5 Grietje Jager, ged. Opheusden 20 maart 1768, overl. Kesteren 26 augustus 1821, tr. (1) Opheusden 8 mei 1796 (met consent van haar moeder) Michiel Dirks den Hartog, geb. Opheusden 5 februari 1769, landbouwer, overl. (Dodewaard) 31 juli 1810, z.v. Dirk den Hartog, eigenaar van de bouwhof de Ham in Opheusden en Maria Pendraat[Tabula Batavorum III-i-1985: D. Spruit 'De hofstede Den Ham onder Opheusden', (blad 20-23).]; tr. (2) Opheusden 5 juli 1811 Hendrik van Welij, geb. Dodewaard 29 maart 1779, ged. Nederduits-gereformeerde kerk Hien & Dodewaard 3 april 1779, landeigenaar in Kesteren (1821), overl. Dodewaard (akte 28) 9 september 1831, z.v. Aaldert vanWelij en Dirkje van Hattum.
1781 Op 24 april 1781 is Michiel den Hartog vermeld als een der erfgenamen van Johannes Gradus Pendraat.[GAA RNB inv. 254 folio 55 en folio 90.]
1792 Op 23 oktober 1792 verlangen Michiel den Hartog en zijn broedersWillem, Jan en zuster Anneke uitvoering van het magescheid van Reijer Otten Reijers inWageningen weduwnaar van hun zuster Klaasje den Hartog; daartoe gaat 5½ hont elsenpas genaamd de Geer over naar de eisers.[GAA RNB inv. 253 folio 51v.]
1796 Op 30 april 1796 wordt de boedel van DirkWillemse den Hartog gescheiden. Michiel den Hartog ontvangt acht percelen in Opheusden, t.w. de Vier Mergen, het Kort Stuk, het Oosten, de Geer, de Bovenste Acht mergen, het Bovenste KleinWeitje, de Benedenste Floddercamp en de Berden Ham.[GAA RNB inv. 253 folio 138.]
1797 Op 10 augustus 1797 kopen onder ander de echtelieden Michiel den Hartog en Grietje Jager een hofstede met hof, schuur, boomgaard en bouwland op 1½ morgen genaamd het Kempken van de erfgenamen van Dibbet Barten.[GAA RNB inv. 253 folio 140v.]
1797 Op 11 augustus 1797 lenen Jan den Hartog en Michiel den Hartog 2999 gulden voor een vijftal percelen, te weten Ruitersweide en nog twee morgen weiland in Dodewaard en het Kempke, de Geer en de Bovenste Acht Morgen in Opheusden van de landschrijver Herman Jacob Dijckmeester.[GAA RNB inv. 253 folio 141v.]
1797 Op 11 december 1797 is Michiel den Hartog belender van diverse percelen,namelijk oostelijke belender van de Vlugelder, oostelijke belender van de Achterste Driessen, oostelijke belender van de Benedenste Acht Morgen en eveneens oostelijke belender van de BenedensteWei.[GAA RNB inv. 253 folio 145.]
1798 Op 3 mei 1798 is M.d. Hartog geërfde getuige.[GAA RNB inv. 253 folio 148v.]
1798 Op 26 mei 1798 doen Michiel den Hartog en zijn broedersWillem, Jan en zuster Anneke bezaat op Aalbert Cornelisse wegens achterstand van pachtpenningen.[GAA RNB inv. 253 folio 149.]
1801 Op 15 april 1801 is Michiel den Hartog oostelijke belender van 200 hopen gaardland in Opheusden, toebehorend aan de erfgenamen van de echteliedenWillemWeijman en Angenieta Maria Wildeman.[GAA RNB inv. 253 folio 185v.]
1801 Op 27 november 1801 is Michiel den Hartog zuidelijke belender van een huis, hof en boomgaard aan de Bandijk (= noord), toebehorend aan de echtelieden Claas den Hartogh en Johanna den Drijver (nieuwe eigenaar Johannis Buddingh).[GAA RNB inv. 254 folio 187.]
1802 Op 2 april 1802 kopen de echtelieden Michiel den Hartog en Grietje Jager het 1/3 erfdeel van zijn broerWillem Dirkse den Hartogh uit de bouwhof den Ham in Opheusden, voorheen eigendom van zijn ouders.[GAA RNB inv. 254 folio 18v.]
1802 Op 1 mei 1802 is Michiel den Hartog westelijke belender van 1 morgen weiland aan de Tielsestraat (= zuid), toebehorend aan de echtelieden Bernardus van Meurs en Magrieta Driesse.[GAA RNB inv. 253 folio 202v.]
1803 Op 23 april 1803 is M. den Hartog geërfde getuige.[GAA RNB inv. 253 folio 211.]
1803 Op 1 juni 1803 lenen de echtelieden Michiel den Hartog en Grietje Jager een bedrag van 1499 gulden van Cornelis van Griethuijsen en Geertruij van Griethuijsen; als onderpand wordt gegeven 6 morgen 2 hont 73 roede weiland en 4 morgen bouwland.[GAA RNB inv. 253 folio 212v.]
1803 De obligatie van de echtelieden Michiel den Hartog en Grietje Jager van 1499 gulden van datum 1 juni 1803 aan Cornelis van Griethuijsen en Geertruij van Griethuijsen wordt in 1807 overgedragen aan Gerrit van Griethuijsen.[GAA RNB inv. 254 folio 115.]
1803 Op 28 september 1803 wordt de boedel gescheiden tussen de gebroeders Jan Dirkse den Hartogh en Michiel Dirkse den Hartog gehuwd met Grietje Jager en hun zuster Anneke Dirkse den Hartogh; Michiel en Anneke vallen toe een huis met berg, schuur en boomgaard groot 2 hont en 400 hopen hop- en spaailand, alles in Opheusden.[GAA RNB inv. 253 folio 228v.]
1808 Op 9 mei 1808 is Michiel den Hartog westelijke belender van 1 morgen land, toebehorend aan de echtelieden Bernardus van Meurs en Margrieta Driese; het land ligt aan de Tielsestraat (= zuid).[GAA RNB inv. 254 folio 146v.]
1809 Op 29 april 1809 is Michiel den Hartog momber voor Angenis van den Heuvel.[GAA RNB inv. 254 folio 167.]
1809 Op 1 mei 1809 is Michiel den Hartog momber voor Angenis van den Heuvel.[GAA RNB inv. 254 folio 176v.]
1809 Op 7 december 1809 is Michiel den Hartog zuidelijke belender van een huis (Nº 61) met hof en boomgaard op 1 hont aan de dijk (= noord) in Opheusden, toebehorend aan de echtelieden Johannis Budding en Jantje van Binsbergen.[GAA RNB inv. 254 folio 188.]
1809 Op 14 december 1809 is M. den Hartog westelijke belender van 3 morgen bouwland, genaamd de Heufkens in Opheusden, toebehorend aan de erfgenamen van Reijer van Wees (nieuwe eigenaren de echtelieden Debet van Gendt de Leeuw en Wilhelmina Breunisse van Beek).[GAA RNB inv. 254 folio 178v.]
1809 Op 21 december is M. d. Hartog geërfde getuige in Opheusden.[GAA RNB inv. 254 folio 189 en folio 190.]
1810 Op 28 april 1810 is M. d. Hartog geërfde getuige in Opheusden.[GAA RNB inv. 254 folio 205.]
1810 Op 31 juli 1810 is Michiel den Hartog verdronken in deWaal. In de huwelijkse bijlagen van zijn kinderen Grietje (huwelijk 1819), Evertje (1832), Klaasje (1836) en Dirk den Hartog (1837) zijn meer details over het ongeluk te lezen. Michiel zou zich op een schuit op de Waal hebben bevonden die 31 juli 1810 ter hoogte van Dodewaard is omgeslagen. Michiel is daarbij verdronken. Op 18 februari 1811 is hij opgevist in Wamel en daar begraven. In dezelfde verklaringen staat dat men een dergelijke aantekening in Wamel niet kan vinden door het gebrekkig bijhouden van de registers. Men kan zich afvragen hoe er na zes en een halve maand geïdentificeerd kan zijn. Met nieuw onderzoek in de burgerlijke stand van Wamel wordt Michiel niet onder de overledenen (acte des dècés) aangetroffen. Evenmin wordt er een ‘gevonden drenkeling’ (noyé) vermeld voor het geval men op de dag van de vondst de naam van het lijk nog niet kende.
1810 Op 20 oktober 1810 is Michiel den Hartog zuidelijke belender (pro forma natuurlijk, want hij is reeds overleden) van een huis, hof en boomgaard aan de dijk (= noord) in Opheusden, toebehorend aan de echtelieden Johannis Budding en Jantje van Binsbergen.[GAA RNB inv. 254 folio 186.]
6 Maria Jager, ged. Opheusden 25 november 1770, dienstmeid in Opheusden (1787), begr. Amsterdam 22 januari 1802, otr. Amsterdam 13 april 1798 Pieter Jansen Temmink , geb. Scheltwolde (Groningen) ca. 1772, bakkersknecht, overl. Amsterdam 20 januari 1821. Temmink (nu als Pieter Temmen) hertrouwt Amsterdam, otr. 14 januari 1803 Aaltje van Eek (ook Eck), geb. Epen (Gelderland) ca. 1801, met consent van haar moeder Leena Kruijs te Epen.
1787 Klacht tegen Maria wegens kwaadsprekerij.[GAA RNB inv. 252 folio 420.]
1791 Maria Jager woont in Amsterdam aan de Kloveniersburgwal bij de Nieuwmarkt (1791).
1798 Maria Jager en Pieter Jansen Temmink in ondertrouw te Amsterdam op 13 april 1798. Maria, wonend aan de Herengracht, met consent van haar moeder Evertje Stoffelen in Opheusden.
1799 Uit Temmink x Jager een zoon: Jan Gerrit Temmink, ged. Amsterdam 24 juli 1799, overl. Abcoude-Baambrugge (akte 3) 14 februari 1875, vrijstelling Nationale Militie als enige zoon, tuinman, tr. Haarlem (folio 112, akte 166) 7 november 1821 Catrina Maasman, geb. Haarlem 20 maart 1798, ged. 25 maart 1798, Nederduits-gereformeerd, naaister, d.v. Martinus (of Mathijs) Maasman en JansjeWinkel.
7 Hendrik Jager, geb. Opheusden 22 februari 1774, volgt VIIb.
8 Arend Jager, geb. Opheusden 3 oktober 1776, volgt VIIc.
9 Elisabeth Jager, geb. Opheusden 5 augustus 1779, ged. Opheusden 8 augustus 1779 (doopgetuige Hendrijna Jager, Va,2), overl. Opheusden 22 oktober 1808, beg. Opheusden 27 oktober 1808, ongehuwd.
VIc. Jan Jager, z.v. Willem Jager (Vb) x onbekend
Geb. Opheusden ca. 1725, Nederduits-gereformeerd, overl. Vóór 1800 Jan Jager moet vóór 1800 zijn overleden: want bij het huwelijk van zijn zoon Gerrit (VIIe) op 25 mei 1800 trouwt deze met consent van zijn moeder). , tr (1) Maria van Tuil (mogelijk geb. In Maurik 7 juni 1727), tr. (2) Eck &Wiel 28 november 1751 Johanna van Nieuwenhuizen, jongedochter van Eck, tr. (3) Zoelen 10 juli 1757 Christina (ook Stijntje) van Zoelen, geb. Zoelen 4 december 1734, overl. Opheusden 23 oktober 1811 Is nog DTB. , “23 oktober 1811: Stijntje van Zoelen, oud 81 jaren, weduwe”, d.v. Jacob Jansen en Geelisje van Dreumelen.
1750 Jan Jager neemt 'het ruijmen van de Sluijpert' in Opheusden aan voor 6 gulden 10 stuivers.
Verantwoording van onkosten, verband houdend met onderhoudswerkzaamheden aan weteringen, school, dorpshuis, pastorie en dergelijk in Opheusden (de zgn dorpslasten). [GAA Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 366; Zetting van de Onraad, 1750.]
1768 Op ...datum ontbreekt mei 1768 is Jan Jager oostelijke belender van een perceel met 200 hopen leeg land in Opheusden, toebehorend aan de echtelieden Reijer Jager (VId) en Neeltje Jansen (nieuwe eigenaren zijn Geurt Jansen en Geertjen Jansen) [GAA RNB inv. 254 folio 100.]
1787 Jan Jager wordt in 1787 met huis en hofstede vermeld in Opheusden. [GAA Archief van de Staten van het Kwartier van Nijmegen (Verpondingen Opheusden 1787).]
1788 Jan Jager is op 8 januari 1788 belender van een perceel kersen genaamd Abraham Bogaard in Opheusden.[GAA RNB inv. 252 folio 428v.]
1796 Op 1 mei 1796 is Jan Jager zuidelijke belender van 4 morgen land, toebehorend aan de echtelieden Arien van Brenk en IJda Jager. [GAA RNB inv. 253 folio 120.]
Kinderen van Jan Jager en Johanna van Nieuwenhuizen:
1 Grietje Jager, ged. Opheusden 5 november 1752, jong overleden.
2 Reijntje Jager, ged. Opheusden 3 februari 1754.
3 Willemke Jager, ged. Opheusden 28 september 1755.
Kinderen van Jan Jager en Christina van Zoelen:
4 Jacob Jan Jager, geb. Opheusden 19 mei 1758, volgt VIId.
5 Willem Jager, ged. Opheusden 25 mei 1760, jong overleden.
6 Willem Jager, geb. Opheusden 4 juni 1761, ged. Opheusden 21 juni 1761, arbeider in Opheusden (1829), ongehuwd, overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 6) 3 februari 1830, sterfhuis huis nr. 114.
7 Johanna Jager, ged. Opheusden 29 januari 1764, jong overleden.
8 Johanna Jager, ged. Opheusden 6 januari 1765.
9 Belike Jager, ged. Opheusden 1 november 1767.
10 Gerrit Jager, ged. Opheusden 12 augustus 1770, volgt VIIe.
11 Grietje Jager, geb. Opheusden 7 augustus 1774, ged. Opheusden 14 augustus 1774 (doopgetuige Dirkje Jager).
VId. Reijer Jager, z.v. Gijsbert Reijers Jager (Va) x Gijsbertje Gijsberts Geb. Opheusden ca. 1720, tabaksplanter in Druten, is in 1770 lidmaat van de Nederduits-gereformeerde kerk in Druten, tr. Druten 23 november 1753 Cornelia Jansen (wordt ook genoemd Neeltje Arts en Neeltje Jansen), jongedochter van Druten, is in 1770 lidmaat van de Nederduits-gereformeerde kerk in Druten.
1754 Op 30 juli 1754 kopen Reijer Jager en Neeltje Jansen een huis met 2 hont akkerland aan de Duistersteeg. De kerk ligt ‘noord’. [GAA Oud-Rechterlijk Archief Land tussen Maas enWaal, inv. 183 (Druten 1748-1792), folio 18v.]
1754 Op 1 november 1754 lenen Reijer Jager en Neeltje Jans 299 gulden op voorstaande onroerend goed. [GAA Oud-Rechterlijk Archief Land tussen Maas enWaal, inv. 183 (Druten 1748-1792), folio 18v.]
1768 Op ...datum ontbreekt mei 1768 verkopen de echtelieden Reijer Jager en Neeltje Jansen voor 32 gulden 200 hopen leeg land en enige stammen in Opheusden aan de echtelieden Geurt Jansen en Geertjen Jansen. [GAA RNB inv. 254 folio 100.]
1784 Gedurende 1784 en 1785 is Reijer Jager is in Druten in een civiel proces verwikkeld metWillem Jacobs over het niet nakomen van een mondelinge afspraak over de verkoop van tabak op het land van de oogst 1782/83. [GAA Maas enWaal inv. 93 dossier 5.]
1787 Op 1 januarij 1787 is Reijers Jeger getuige bij het kerkelijk lidmaatschap van zijn dochter Gosuina Reijers, haar man Johannes Dekker en twee van hun kinderen Johannes en Neeltje.
Kinderen van Reijer Jager en Cornelia Jansen:
1 Grietje Jager, ged. Druten 11 mei 1756, doopgetuige Grietje Jansen (waarschijnlijk een zus van de moeder).
2 Gosuina Reijers Jager, ged. Druten 22 oktober 1758, doopgetuige Grietje Jansen, overl. Druten (akte 6) 24 januari 1819, overleden als Gozewina Reijers, gaat ook door het leven als Gosuina Reijers, Gosuintje Reijers of Gosuina Reijers Jagers, tr. Druten 9 april 1786 Johannes Dekker, jongeman, geb. Borsdorf in Pruissen (ook wel vermeld Basdorf in Hessen Darmstad), woont in Druten, kleermaker in Druten, overleden als Johannes Dekkers, overl. Druten (akte 28) 19 april 1837, z.v. Brixhart Dekkers en Anna Margaretha;
Van Dekker x Jager zijn 7 kinderen bekend, allen gedoopt in Druten,
-
Johannes 1 januari 1787,
-
Neeltje 1 januari 1787,
-
Hendrik 27 juli 1788,
-
Johannes 17 oktober 1790,
-
Derk 21 april 1793,
-
Johannes 3 april 1794,
-
Willem Reijers 14 april 1799.
GENERATIE VII
VIIa Gijsbert Jager(1761),
VIIb Hendrik Jager (1774),
VIIc Arend Jager(1776),
VIId Jacob Jan Jager (1758),
VIIe Gerrit jager (1770)
VIIa. Gijsbert Jager, z.v. Klaas Jager (VIb) x Evertje Stoffels van ‘t Klooster
Geb. Opheusden, ged. Opheusden 11 oktober 1761, lidmaat Nederduits-gereformeerde kerk, landbouwer in Opheusden en later in Kesteren, commissaris voor huwelijkszaken in Kesteren, Leede en Oudenwaard 1798-1808, eigenaar van de boerderij de Park in Kesteren, overl. Kesteren 21 januari 1809, begr. Opheusden 27 januari 1809, tr. Opheusden 8 mei 1793 Anneke Dirks den Hartog, geb. Opheusden 25 december 1765, landbouwster, overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 27) 10 maart 1855, d.v. Dirk den Hartog en Maria Pendraat. Anneke Dirks den Hartog hertrouwt Kesteren 17 juni 1810 Cornelis Verwoert (met consent van zijn moeder), geb. Opheusden 1 januari 1775, ged. idem, 1775, den 1 januari is gebooren en gedoopt Cornelis zoon van Theunis Verwoerdt en Elisabeth van Maanen, echtelieden, de doopgetuijge was Jantie Verwoerdt, Nederduits-ereformeerd, landbouwer in Opheusden (1826), overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 14) 19 februari 1855, z.v. Teunis Verwoert en Elisabeth van Maanen.
1781 Op 24 april 1781 is Anneken den Hartog vermeld als een der erfgenamen van Johannes Gradus Pendraat. [GAA RNB inv. 254 folio 55 en folio 90.]
1784 Op 8 mei 1794 is Gijsbert Jager oostelijke en zuidelijke belender van 200 hopen gaard in Opheusden, toebehorend aan de echtelieden Beerent van Eck en Jacoba Spronk (nieuwe eigenaarWillem den Hartogh). [GAA RNB inv. 61.]
1791 Op 19 maart 1791 verkoopt Anneke Dirks den Hartog voor 1500 gulden aan haar broeder Jan Derksen den Hartogh haar gerechte 1/5 erfdeel uit de 66 morgen van de bouwhof den Ham en van 4 morgen weiland in Dodewaard, genaam de Ruijters. [GAA RNB inv. 253 folio 136v.]
1792 Op 23 oktober 1792 verlangen Anneke den Hartog en haar broedersWillem, Jan en Michiel, uitvoering van het magescheid van Reijer Otten Reijers inWageningen weduwnaar van hun zuster Claasje den Hartog; daartoe gaat 5½ hont elsenpas genaamd de Geer over naar de eisers. [GAA RNB inv. 253 folio 51v.]
1793 Op 5 april 1793 verkoopt Anneke Dirks den Hartog voor 375 gulden aan haar broeder Jan Dirksen den Hartogh haar gerechte 1/4 part van 1/5 erfdeel uit de 66 morgen van de bouwhof 'den Ham' en van 4 morgen weiland in Dodewaard, genaamd de Ruijters. [GAA RNB inv. 253 folio 137.]
1793 Op 17 september 1793 wordt er een bezaat op de goederen van de echtelieden Gijsbert Jager en Anneke den Hartog in Opheusden door de echtelieden Cornelis van Gelder en Geertje Middelkoop in Amsterdam. Het betreft een kwestie over 'injustieuse uijtstrooisels', waarvoor een proces zal volgen. Bezaat geroijeerd in 1796, waarbij als aantekening dat de orginele bezating door de Engelsen geplunderd of andersins is vermist.[ GAA RNB inv. 253 folio 76v.]
In 1796 waren er Engelse troepen ingekwartierd in Opheusden.
1795 Op 17 augustus 1795 nemen Anneke den Hartog en haar broeders Jan,Willem en zuster Clasina een obligatie van 8.000 gulden over van Mattheus de Heus en Johanna de Heus; de obligatie stond op 59 morgen van het goed den Ham in Opheusden en op 4 morgen weiland de Ruiterweide onder Dodewaard sedert 9 februari 1786 ten laste van Jan den Hartogh; de obligatie wordt voor 7.208 gulden overgenomen. [GAA RNB inv. 253 folio 108.]
1795 Gijsbert Jager geeft 23 november 1795 volmacht hem te vertegenwoordigen in een proces tegen Cornelis van Gelder. [GAA RNB inv. 48 en de Collectie Muschart, blad 3673.]
1796 Op 21 maart 1796 laat de advocaat van Cornelis van Gelder in Amsterdam weten, af te zien van appèl op de uitspraak van de rechtszaak tegen de echtelieden Gijsbert Jager en Anneke den Hartog. [GAA RNB inv. 253 folio 114v.]
1797 Op 1 mei 1797 kopen de echtelieden Gijsbert Jager en Anneke den Hartog 43/4 hond spaailand aan de straat (= noord) in Opheusden voor 1.051 gulden van de erfgenamen van ... Sipman. [GAA RNB inv. 253 folio 133.]
1797 Op 15 december 1797 verkopen de echtelieden Gijsbert Jager en Anneke den Hartog voor 299 gulden 10 stuivers ongeveer 300 hopen land in Opheusden aan de echtelieden Huijbert van Setten en Elisabet van Vorselingh. [GAA RNB inv. 254 folio 118.]
1797 Idem op 22 december 1797 voor 9.485 gulden de bouwhof de Park, bestaande uit een huis met hof en boomgaard en 6 morgen weiland, 6 morgen bouwland, 4 morgen wilgepas en 3 morgen weiland genaamd Weyers Kampe alles in Kesteren. [GAA RNB inv. 247 folio 462.]
1797 Het echtpaar leent hiervoor 3.999 gulden. [GAA RNB inv. 247 folio 463v.]
1798 Op 18 mei 1798 assisteert Gijsbert Jager zijn vrouw Anneke den Hartog bij het uitdoen van een bezaat aan Aalbert Aalberts. [GAA RNB inv. 253 folio 149.]
1798 Op 26 mei 1798 doen Anneke den Hartog en haar broeders Willem, Jan en Michiel bezaat op Aalbert Cornelisse wegens achterstand van pachtpenningen. [GAA RNB inv. 253 folio 149.]
1798 Het echtpaar verkoopt 29 mei 1798 3 morgen weiland in Kesteren. [GAA RNB inv. 247 folio 474.]
1798 Gijsbert Jager is commissaris voor huwelijkszaken in Kesteren, Leede en Oudewaard van 8 juni 1798 tot 1 oktober 1808 tesamen met Heijmen van Craaikamp.
1799 Het echtpaar koopt 1 mei 1799 samen met Heijmen van Craaikamp en JohannaWeyman 12 morgen weiland in Kesteren voor 3.950 gulden.[GAA RNB inv. 247 folio 488.]
1801 Op 3 april 1801 is Gijsbert Jager geërfde getuige in Opheusden en signeert met G.I.. [GAA RNB inv. 253 folio 184v.]
1801 Op 15 april 1801 is Gijsbert Jager noordelijke belender van 5 morgen bouwland, toebehorend aan de erfgenamen van de echteliedenWillemWeijman en Angenieta MariaWildeman .[GAA RNB inv. 253 folio 185v.]
1801 Verhuist 1801 van Opheusden naar Kesteren (wordt namelijk lidmaat in Kesteren 1 oktober 1801).
1802 Op 2 april 1802 kopen de echtelieden Gijsbert Jager en Anneke Dirks den Hartog 1/3 deel van het erfdeel van haar broer zwager Willem Dirksen den Hartogh uit de bouwhof 'den Ham', voorheen eigendom van haar ouders. [GAA RNB inv. 254 folio 18v.]
1802 Op 6 april 1802 lenen de echtelieden Floris Goorman en Evertje Stoffels van het Klooster (respectievelijk zijn stiefvader en moeder) een bedrag van 575 gulden van de echtelieden Gijsbert Jagers en Anneke Dirks den Hartog, met als onderpand een huis aan de gemene straat (= west) in Opheusden. [GAA RNB inv. 253 folio 197v.]
1802 Het echtpaar leent 23 december 1802 999 gulden. [GAA RNB inv. 247 folio 508v.]
1803 Op 28 september 1803 wordt de boedel gescheiden tussen de gebroeders Jan Dirks den Hartog en Michiel Dirks den Hartog en hun zuster Anneke Dirks den Hartog gehuwd met Gijsbert Jager; Michiel en Anneke valt toe een huis met berg, schuur en boomgaard groot 2 hont en 400 hopen hop- en spaailand, alles in Opheusden. [GAA RNB inv. 253 folio 228v.]
1803 Op 9 december 1803 wordt de koop van 1 november 1799 gedeeld. [GAA RNB inv. 247 folio 523.]
1806 Het echtpaar leent 25 januari 1806 1399 gulden. [GAA RNB inv. 247 folio 538.]
1807 Op 2 mei 1807 is Gijsbert Jager dedingsvriend bij de huwelijksvoorwaarden van Hendrik Jager en Adriaantje van Scharenburg. [GAA RNB inv. 254 folio 136v.]
1808 Op 5 november 1808 verkoopt Floris Goorman weduwnaar van Evertje Stoffels van het Klooster voor 615 gulden zijn huis en hof in Opheusden aan Gijsbert Jager in Kesteren en Stoffel Jager in Opheusden. [GAA RNB inv. 254 folio 154.]
1810 Op 24 mei 1810 scheidt Anneke den Hartog weduwe Gijsbert Jager de boedel met haar twee kinderen Klaas Jager en Dirk Jager. Aan Anneke wordt toebedeeld 1/3 deel in het 1/4 part van de bouwing de Ham in Opheusden. Het huis nr. 187 is afkomstig van Floris Goorman. [GAA RNB inv. 254 folio 208.]
1810 Op 30 mei 1810 verkoop Anneke den Hartog in Kesteren weduwe Gijsbert Jager voor 600 gulden haar 1/3 deel in 1/4 part van 16 morgen 4 hont in Opheusden, genaamd de Ham aan haar broer Jan den Hartogh in Opheusden. [GAA RNB inv. 254 folio 208.]
Kinderen van Gijsbert Jager en Anneke den Hartog:
1 Maria Jager, geb. Opheusden 7 december 1793, ged. Opheusden 15 december 1793, doopgetuige
Cornelia den Hartog, overl. Kesteren 17 november 1808, begr. Opheusden 22 november 1808.
2 Klaas Jager, geb. Opheusden 27 juli 1796, ged. Opheusden 31 juli 1796, doopgetuige Grietje Jager (VIb,5), jong overleden.
3 Derkje Jager, geb. Opheusden 27 november 1798, ged. Opheusden 9 december 1798, doopgetuige Grietje Jager (VIb,5), jong overleden.
4 Klaas Jager, geb. Kesteren 18 augustus 1801, volgt VIIIa.
5 Dirk Jager, geb. Kesteren 1 augustus 1803, volgt VIIIb.
VIIb. Hendrik Jager, z.v. Klaas Jager (VIb) x Evertje Stoffels van ‘t Klooster
Geb. Opheusden 22 februari 1774, ged. Opheusden 27 februari 1774 (doopgetuige Hendriena Jager), Nederduits-gereformeerd, winkelier (1814), ouderling Ned. Herv. kerk in Opheusden (1836), landbouwer in Opheusden (1844), overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 19) 12 juli 1844, tr. Opheusden 7 mei 1807 Adriana van Scharrenburg, geb Opheusden 22 april 1774, winkelierster in Opheusden (1850), overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 17) 26 maart 1853, d.v. Evert Willemsen van Scharrenburg en Grietje van Wees. [Drie eeuwen van Scherrenburg, Scherrenburg en van Scharrenburg, blad 100. Genealogische uitgave J. W. Van Scherrenburg te Bennekom (1980).]
1803 Op 18 april 1803 koopt (met drie anderen) Hendrik Jager voor 550 gulden 1 hont land in Opheusden.[GAA RNB inv. 254 folio 70v.]
1804 Op 15 mei 1804 kopen Hendrik Jager en Floris van Binsbergen 80 hopen land op de Kamp voor 60 gulden van de echtelieden Mijndert Pendraat en Niesje van den Heuvel. [GAA RNB inv. 254 folio 36.]
1807 Op 2 mei 1807 maken Hendrik Jager en Adriana van Scharrenburg hun huwelijkse voorwaarden; de bruidegom brengt geen onroerende goederen in; de bruid een huis met hof en boomgaard aan de Capel-straat en de helft van 140 hopen land op hetWeesland' (= zuid).[GAA RNB inv. 254 folio 136v.]
1808 Op 25 augustus 1808 is Hendrik Jager vermeld als geërfde getuige. [GAA RNB inv. 254 folio 152.]
1810 Op 24 mei 1810 is Hendrik Jager voogd over de minderjarige Klaas Jager en Dirk Jager, kinderen van Anneke den Hartog weduwe Gijsbert Jager.[GAA RNB inv. 254 folio 208.]
1810 Op 16 oktober 1810 is Hendrik Jager noordelijke belender van 50 hopen land op de Kamp in Opheusden, toebehorend aan wijlen de echtelieden Evert van Craaikamp en Angenita Sipman (nieuwe eigenaar Gerrit van Craaikamp).[GAA RNB inv. 254 folio 214.]
1813 Hendrik Jager bezit in 1813 een huis en hof aan de Capelstraat in Opheusden. Het moet een dubbel huis zijn waarvan Jan van Meurs de andere eigenaar is. Arend wordt voor dit bezit aangeslagen in de dijklast voor 12 roede (perceel 328 of 329). De vorige eigenaar van beide percelen tezamen is in 1803 Jan van Meurs, in 1793 de weduwe EvertWillemse Brouwer en in 1783 Evert Willemse Brouwer.[GAA Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 92, Dijkcedullen van Opheusden 1813, 1803, 1793 en 1783.]
1813 Bezit in 1813 3½ morgen bouwland in Kesteren. Mede-eigenaar is Maurits Dreyer (perceel nr. 65). De vorige eigenaren in 1803 zijn de erven van Evert Willemse van Scherrenburg en Maurits Dreyer samen. In 1793 en 1783 zijn dat Evert Willemse van Scherrenborgh met Mauritz Dreijer tezamen.[GAA Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 92, Dijkcedullen van Opheusden 1813, 1803, 1793 en 1783.]
1813 Bezit 4 hont bouwland in Kesteren samen met Jan van Meurs (perceel nummer 80). De vorige eigenaren in 1803 waren de erfgenamen van Evert Willemse van Scherrenburg. In 1793 was dat de weduwe van Evert Willemse van Scharrenburg en in 1783 was het Evert Willemse van Scharrenborgh.[GAA Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 92, Dijkcedullen van Kesteren 1813, 1803, 1793 en 1783.]
1822 De winkel van Hendrik Jager werd op 25 juli 1822 bestolen.
Kinderen van Hendrik Jager en Adriana van Scharrenburg:
1 Klaas Jager, geb. Opheusden 6 maart 1808, ged. Opheusden 20 maart 1808 (doopgetuige Evertje Stoffels van het Klooster), overl. Opheusden 16 februari 1811, beg. Opheusden 19 februari 1811.
2 Evert Willem Jager, geb. Opheusden 12 december 1809, volgt VIIIc.
3 Klaas Jager, geb. Opheusden 22 mei 1814, volgt VIIId.
VIIc. Arend Jager (ook Arent), z.v. Klaas Jager (VIb) x Evertje Stoffels van ‘t Klooster
Geb. Opheusden 3 oktober 1776, ged. Opheusden 6 oktober 1776 (doopgetuigeWillemke Stoffels), Nederduits-gereformeerd, landbouwer (1811-12), overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 14) 18 mei 1826, sterfhuis huis nr. 159, tr. Opheusden 1 mei 1808 Gerritje van Brink (Brenk), geb. Opheusden 17 januari 1787, landbouwster in Opheusden (1836), overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 59) 2 september 1862, d.v. Jan van Brink en Elisabeth Doeleman (Doelemans)[Gens Nostra 1972, blad 229.]
1811 Erfgenaam van Adriaan van Stoffels van 't Klooster (Adriaan is in 1783 buurmeester van Opheusden, overl. Opheusden 11 maart 1811).
1813 Bezit in 1813 een bouw- en weiland genaamd de Boog in Opheusden en wordt daarvoor aangeslagen in de dijklast voor 2 roede (perceel nr. 40). Dit perceel is in 1803 en 1793 in handen van Arien van 't Klooster. In 1783 zijn Cornelis de Canselaar en Reijer van Deventer samen de eigenaren.[GAA Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 92, Dijkcedullen van Opheusden uit 1783, 1793, 1803 en 1813.]
1813 Bezit tezamen met Johannis Bikkel in 1813 1½ morgen weiland genaamd de Boog in Opheusden en wordt aangeslagen in de dijklast voor 1 roede 7 voet (perceel nr. 79). De vorige eigenaren waren Arien van 't Klooster en Johannis Bikkel tezamen in 1803 en 1793. Daarvoor, in 1783 waren de weduwe van Peter van Ommeren en Hendrik Gerritsen de eigenaren.[GAA Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 92, Dijkcedullen van Opheusden uit 1783, 1793, 1803 en 1813.]
1813 Bezit in 1813 tezamen met Johannis Sipman 1¼ morgen in de Strijweerd in Opheusden en wordt daarvoor aangeslagen in de dijklast voor 13 voet (perceel nr. 143). In 1803 zijn de eigenaren de kinderen van Cornelis van Domselaar en daarvoor in 1793 en 1783 Cornelis van Domselaar zelf.[GAA Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 92, Dijkcedullen van Opheusden uit 1783, 1793, 1803 en 1813.]
1813 Bezit in 1813 een huis en hofstede aan de Slabberdijk in Opheusden en wordt daarvoor aangeslagen in de dijklast voor 4½ roede (perceel nr. 215). De vorige eigenaar was Arien van 't Klooster in 1803, 1793 en 1783.[GAA Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 92, Dijkcedullen van Opheusden uit 1783, 1793, 1803 en 1813.]
1813 Bezit in 1813 een akker genaamd de Smagtkamp of Vilakkers in Opheusden en wordt daarvoor aangeslagen in de dijklast voor 1 voet (perceel nr. 362). De vorige eigenaren zijn in 1803Willem van Drumpt (zie Va, 2) en Arien van 't Klooster tezamen. In 1793 zijn datWillem van Drumpt en Arien Stoffels (van het Klooster) en daarvoor in 1783 Jan van Drumpt en de weduwe van Peter van Ommeren.[GAA Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 92, Dijkcedullen van Opheusden uit 1783, 1793, 1803 en 1813.]
1863 Publieke verkooping van vastgoed.
“De notaris E. Dutry van Haeften, in Opheusden, zal met magteging van de arrondissements regtbank in Tiel, publiek, op de gebruikelijke wijze, bij inzet, verhooging en slag, verkoopen. Namens de erfgenamen van wijlen G(erritje) van Brink, weduwe A(rend) Jager. Onder Dodewaard:
1. Een perceel weiland, groot 1 bunder 74 roede 50 ellen, kadaster sectie A. No 133.
2. Een perceel weiland, groot 74 roeden 90 ellen, kadaster sectie A. No 138.
3. Een perceel weiland, groot 60 roeden 30 ellen, kadaster sectie A. No 228.
Alle drie in huur bij W(illem) Jager (VIIIe), tot ultimo december 1863, voor de gezamenlijke huursom van honderd gulden, welke huurpenningen door den kooper of koopers worden genoten, onder verpligting om de bestaande huur gestand te doen. De veiling zal geschieden in perceelen en in massa's. De inzet zal plaats hebben op donderdag 8 januarij 1863, en de toeslag op donderdag 22 januarij 1863, beide dagen des voormiddags om elf ure, ten herberge van de weduwe M. van Binsbergen, in Opheusden.”[Tielsche Courant, 25 december 1862.]
Kinderen van Arend Jager en Gerritje van Brink:
1 Evertje Jager, geb. Opheusden 18 januari 1809, ged. Opheusden 26 februari 1809 (doopgetuige de moeder zelf), geboortehuis huis nr. 159, overl.Wageningen (akte 52) 16 maart 1870 (sterfhuis huis nr. 168e in de Benedenbuurt), tr. Kesteren (akte 13) 15 december 1836 Hendrikus van Stalborch, geb. Wageningen 20 maart 1812, wagenmakersknecht (1836), wagenmaker (1870, 1878), overl.Wageningen (akte 13) 10 februari 1878, sterfhuis Molenstraat 141, z.v. Jacobus Hendrikus van Stalborch, stadsonderwijzer en Gerharda Hendrika Gantvoort.
2 Willem Jager, geb. Opheusden 12 december 1810. Volgt VIIIe.
3 Maria Jager, geb. Opheusden (akte onbekend) 1 november 1812, vertrekt na 1829 met onbekende
bestemming uit Opheusden, woont 1836 in de Doelstraat in Haarlem, zonder beroep (1836), overl. Haarlem (akte 27) 7 januari 1880, sterfhuis Janstraat 17, tr. Haarlem (folio 53v.) 18 mei 1836 Jan Ernst Vernout, geb. Haarlem (folio 51v.) 19 mei 1813, geboortehuis St. Janstraat 62, loodgieter in Haarlem (1836), overl. Haarlem (akte 783) 20 augustus 1884, sterfhuis St. Janstraat 17, z.v. Barendje Vernout, naaister.
4 Elisabeth Jager, geb. Opheusden (folio 4v.) 15 juli 1815, lidmaat Ned. Herv. kerk in Opheusden (1836), vermeld in de genealogie: A.v.d Pol 'Het geslacht Stunnenberg', werd mogelijk later lid van de Gereformeerde Gemeente in Opheusden in ca. 1888[Herdenk de Trouw, blad 106. Opheusden 1989.], overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 4) 10 februari 1870, tr. Kesteren (akte 9) 28 december 1855 Aalbert Stunnenberg, geb. Bennekom (gem. Ede akte 153) 12 juli 1830, boerenknecht en schaapherder in Bennekom (1855), voogd over AdrianaWillemina Jager (zie VIIIe, 2), lidmaat Gereformeerde Gemeente in Opheusden (1888), overl. Kesteren 18 augustus 1925, z.v. Gerrit Stunnenberg, landbouwer en Anneke Rozenboom (ook Rozeboom, Roseboom).
Haar buitenechtelijke tweeling kinderen:
a. Jan Jager, geb. Opheusden (gem. Kesteren akte 72) 13 november 1843 (geboortehuis huis nr. 247 van Gerritje van Brink), lidmaat Ned. Herv. kerk in Opheusden (1862), planter (1870) en tabaksplanter (1880) in Opheusden, overl. Valburg (akte 20) 23 maart 1924, ongehuwd, tweeling met:
b Johanna Jager, geb. Opheusden (gem. Kesteren akte 73) 13 november 1843 (geboortehuis huis nr. 247 van Gerritje van Brink), lidmaat Ned. Herv. kerk in Opheusden (1861), huishoudster (1870), vermeld in de genealogie 'A.v.d. Pol Het geslacht Stunnenberg', overl. Zetten (gem. Valburg akte 36) 30 april 1914, sterfhuis huis nr. 236, tr. Kesteren (akte 4) 31 maart 1870 Teunis Stunnenberg, geb. Bennekom (gem. Ede akte 298) 20 december 1837, Ned. Herv., dienstknecht in Kesteren (1870), planter in Zetten (1888), vermeld in de genealogie 'A.v.d. Pol Het geslacht Stunnenberg', overl. Zetten (gem. Valburg akte 36) 20 juni 1925, sterfhuis huis nr. 236, z.v. Gerrit Stunnenberg, landbouwer en Anneke Rozenboom (ook Rozeboom, Roseboom).
5 Arien Jager, geb. Opheusden 1 oktober 1817. Volgt VIIIf.
6 Janna Johanna Jager, geb. Opheusden (gem. Kesteren akte 13) 7 juli 1820, overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 19) 21 juli 1820.
7 Jan Jager, geb. Opheusden (gem. Kesteren akte 47) 28 september 1821, overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 18) 13 december 1824, sterfhuis huis nr. 159.
8 Clasina Margrieta Jager, geb. Opheusden (gem. Kesteren akte 23) 26 april 1824, woont in de St. Janstraat in Haarlem (1854), zonder beroep, overl. Haarlem (akte 121) 22 januari 1894, getuigen verklaren haar lijk te hebben binnengebracht in de Gasthuisvest 47 (d.i. het Elisabeth gasthuis, haar huisadres is Jansstraat 36), tr. Haarlem (akte 91) 21 juni 1854 (echtscheiding ingeschreven Haarlem 22 juli 1869) Hendrik Jan Pieter Jansen, geb. 's-Gravenhage (folio 111v.) 28 april 1829, stoker bij de spoorwegmaatschappij (1854), militair in het 3de regiment dragonders van het garnizoen in Maastricht (1863), z.v. Hendrik Jansen, huisbediende enWijtske van der Ark.
De boedelscheiding tussen Geertrui Jordaan, weduwe Arend Jager, vermeld dat Hendrik Jan Pieter Jansen verblijft in het garnizoen in Maastricht in het 3de regiment dragonders. Clasina Margrieta Jager wordt aangeduid als de van tafel en bed gescheiden echtgenote van dito.
9 Arend Jager, geb. Opheusden 30 oktober 1826. Volgt VIIIg.
VIId. Jacob Jan Jager, z.v. Jan Jager (VIc) x Christina van Zoelen
Geb. Opheusden 19 mei 1758, ged. Opheusden 25 juni 1758, Nederduits-gereformeerd, ongeletterd, koopman (1811) en arbeider (1818) in Kesteren, overl. Kesteren (akte 28) 2 december 1828, sterfhuis huis nr. 2, tr. Jenneke Vink, overl. Kesteren 13 december 1800, begr. Kesteren 19 december 1800.
Kinderen van Jacob Jan Jager en Jenneke Vink:
1 Janna Jager, geb. Kesteren 31 oktober 1796, ged. Kesteren 6 november 1796 (doopgetuige Jantje van Beuningen), lidmaat Nederduits-gereformeerde kerk in Kesteren 1816, ongeletterd, werkster in Kesteren (1839), overl. Kesteren (akte 52) 24 december 1867, tr. Opheusden (akte 2) 21 maart 1818 Krijn van Merkenstijn (ook Merkensteijn), geb. Trigt 31 januari 1790, boerenknecht (1808), dienstknecht (1818) en arbeider (1830) in Kesteren, overl. Kesteren (akte 10) 12 februari 1868, z.v. Hermanus van Merkensteijn, smid en Angenieta van der Sar.
2 Jacobus Jager, geb. Kesteren 16 november 1798, ged. Kesteren 18 november 1798 (doopgetuige Mijntje van de Sluijs, = Jacomijntje van de Sluijs, zie VIIe). Op 18 oktober 1800 is er 'een kind van Jacob Jager overleden en in Kesteren begraven 21 oktober 1800, aangenomen wordt dat dit Jacobus betreft.
VIIe. Gerrit Jager, z.v. Jan Jager (VIc) x Christina van Zoelen
Geb. Opheusden, ged. Opheusden 12 augustus 1770, Nederduits-gereformeerd, ongeletterd, woont in 'den Oudenwaert' (1800), dagloner (1813), arbeider (1826) en visser (1835, 1851) in Opheusden, overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 12) 27 mei 1851, tr. Kesteren 25 mei 1800 (met consent van zijn en haar moeder) Jacomijntje van de Sluijs (ook Mijntje ofWillemijna), geb. Kesteren 14 september 1769, ged. Kesteren 17 september 1769, arbeidster Trouwboek Kesteren.
Gerrit Jager (VIIe) en Jacomijntje van de Sluijs: in ondertrouw 25 april 1800, drie proclamatiën en tenslotte op 25 mei 1800 getrouwd in de kerk in Opheusden (1829), overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 55) 8 oktober 1831, sterfhuis huis nr. 114, d.v. Jacob van de Sluijs en Jantje vanWijk.
Kinderen van Gerrit Jager en Jacomijntje van de Sluijs:
1 Janna Jager, geb. Kesteren 12 februari 1801, ged. Kesteren 1 maart 1801 (doopgetuige Judik van Eldik, wed. Willem van Brink). Op 8 juli 1801 is in Kesteren een kind van Gerrit Jager overleden en in Kesteren 11 juli 1801 begraven, aangenomen wordt dat dit Janna betreft.
2 Jan Jager, geb. Opheusden 4 juni 1802, volgt VIIIh.
3 Jantje Jager, geb. Kesteren 2 mei 1806, ged. Kesteren 11 mei 1806 (doopgetuige Gerritje Francine van Meerten, huijsvrouw van Tijs van de Sluijs), overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 12) 21 juni 1828, sterfhuis huis nr. 111, ongehuwd.
4 Jacob Jager, geb. Opheusden 5 december 1809, ged. Opheusden 30 december 1809 (doopgetuige Menstre van Dorland), visser in Opheusden (1829), kanonnier van de 3de compagnie van het batillon vrijwillige artillerie (1837), overl. Breda (akte 388, kazerne het Klooster) 16 december 1837 (t.t.v. de Belgische Opstand), ongehuwd.
5 Christina Jager, geb. Opheusden (folio 4) 12 mei 1813, lidmaat Ned. Herv. kerk in Opheusden (1853), ongeletterd, werkster (1835), overl. Kesteren (akte 1) 3 januari 1882, tr. Kesteren (akte 10) 8 mei 1835 Gijsbert Janssen (in het doopboek en de huwelijks bijlagen heet hij Gijsbert Janssen, in de huwelijks akte en bij overlijden heet hij Gerrit Janssen), geb. Renkum 15 januari 1798, ged. Renkum 21 januari 1798, ongeletterd, dienstknecht (1835), dagloner (1839) en arbeider (1851) in Opheusden, overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 20) 21 april 18 3, z.v. Gerrit Janssen en Grietje Liebeek, spinster in Bennekom. Doopboek Kesteren 11 mei 1806: gedoopt Jantje, dochter van “Gerrit Jager en Mijntje van de Sluijs” (VIIe,3)
Doopboek Kesteren 1 maart 1801: gedoopt Janna, dochter van “Gerrit Jaager en Willemijna van de Sluijs” (VIIe,3)