GENERATIE IV

IVa Gerrit (ca. 1640),

IVb Reijer Gijsberts (ca. 1650);

IVc Hendrik Gijsberts (ca. 1665)

IVa. Gerrit Jager, z.v. Cornelis Jager (IIIa) x Elisabeth Gerrits (Edith Gerrits).

Geb. ca. 1640, woont Opheusden aan de noordzijde van de Hamsestraat, verbouwt hop en teelt jonge bomen.

1673 Is op 14 maart 1673 belender en getuige. [GAA RNB inv. 250 folio 73v]. Herman Eghberts heeft bij gifte onder den levenden overgegeven (...). Item het rechte vierde part van vier ackeren landts, soo bouwlandt, hooplandt als eijntgaerdt groot ongeveerlick in 't geheel acht hondt, d'andere drie vierde parten hem ende sijn huijsfrouw competerende daer oost Arien Dircks, west Gerrit Jegers. (...) Gedaen ten overstaen van Jan Cornelis, getuijgen ende Gerrit Jeger den 14° martij 1673. Geregistreert den 22° martij 1673.

1679 Is op 7 januari 1679 belender. [GAA RNB inv. 250 folio 85]. Roelof Jans Buddingh ende Jantgen Adriaens echteluijden hebben opgedraegen Joost Jans van Beem ende Jantgen Claes echteluijden het seste deel van een halven mergen boomgaerts daer oost Gerard Jeger, zuijden Tonis Adriaens Buddingh, west Adriaen Adriaens alias de Man ende d'erfgenaemen Albert Jans ende noorden Jan Roelofs, ende daer voor tot waerschap gestelt (...), vermogens transportbrieff de dato 7 januarij 1679. Geregistreert den 10° februarij 1679.

1683 Is op 16 oktober 1683 zuidelijke belender van een perceel hopland opWouter van Brenk Mergen. [GAA RNB inv. 250 folio 105]. Cornelisken Dirckx weduwe Jan Roelofsen cuijper tot Maurik heeft verkoft en opgedragen (...). Nog een parceeltjen hopland gelegen opWouter van Brenckx Mergen, oost Jan Roelofsen, zuijden Gerrit Jeger en Jan Ariensen, west Adriaen Adriaensen, noorde Adriaen van Gelder, of wie etc., voor 50 gulden vermogens transport van den 16° october 1683. Geregistreert den 29° september 1684.

1684 Is op 18 maart 1684 oostelijke belender van een ½ hont boomgaard. [GAA RNB inv. 250 folio 103v]. Joost Jansen van Beem ende Jantjen Claessen echteluijden hebben gecedeert en opgedragen aen Marijken Hendrikx weduwe Hendrik van Eck een half hont boomgaerts, edog soo groot etc., op Heusden, oost Gerrit Jeger, zuijde den scholtus Rudolph Buddingh, west Arien Ariense de Man en noorde Peter Canzeler, of etc., Voor vrij erf en goet, thins en erfpagt vrij, dog belast met sijn regte aenpart in een halve roede dijkx gemeen met Arien de Man cum suis op Heusden op den Rijndijk, boven Gerrit Jeger ende beneden ...[belender ontbreekt], voorts gemenen dijk ende weteringe daertoe gehorende voor 100 gulden, die aen de heer Henricus van Lith de Jeude ontfanger sijn betaelt, vermogens transport van 18° martij 1684. Geregistreert den 19° martij 1684.

1684 Is op 4 december 1684 zuidelijke belender van een perceel vervallen hopland van 1½ hond in Opheusden. [GAA RNB inv. 250 folio 105v]. Adriaen Tonissen van Ingen ende GrietjenWessels echteluijden wonende tot Dodeweert hebben verkoft ende opgedragen aen Jan Dirksen de Hertog een perceeltje vervalle hopland groot ontrent 1½ hond, edog soo groot op Heusden, oost Jan Roelofsen, zuijden Gerrit Jegers, west Adriaen Adriaense, noorde Adriaen van Gelder, of wie etc., voor 95 gulden vermogens transport van den 4° december 1684. Geregistreert den 29° januarij 1685.

1692 Is op 19 januari 1692 oostelijke belender van een perceel hopland en boomgaard op ½ hont .[GAA RNB inv. 250 folio 130v]. Jantjen Henricx van Eck weduwe van Jacob Francken, ende dochter van Mariken van Wijck aan d'ander sijd deses staande, ende eijgenaerse van het verhijpotequeerd huijs ende hofstadt, heeft voor het genoemde capitael van twehondert gulden cum interesse nogh tot meerder seeckerheijt verbonden een parceel hoplandt ende boomgaert groot ½ hont, daar oost Gerrit Jager, zuijd den scholtus Buddingh, west Adriaan de Man ende noord Peter Kantselaar, ofte wie etc.. Actum den 19° januarij 1692, ende had tot haren momber gekoren Aart van Soest custos. Geregistreert den 11° december 1693.

1693 Verbouwt 'hop en eijnten' (= jonge bomen).

[Cedullen der inwoonderen van Opheusden in 1693.]

1695 Is op 1 juli 1695 zuidelijke belender van een perceel hopland op de Elfhont; Gerrits was hiervan belender in 1672).

[GAA RNB inv. 250 folio 136]. Herman Egberts heeft verkoft ende getransporteert aan Jan Stevens (...).Item nogh een parceeltje hoplandt op de Elfhont, groot omtrent 200 hophopen daar oost Jan vanWelij, zuijd Gerrit Jeger, west ende noord Rutjer Stevens etc., ofte wie etc., met sijn aanpart in 12 voeten dijckx gemeen met Rutjer en Jan Stevens cum suis.

1697 Is op 26 maart 1697 zuidelijke belender van een perceel hopland van 2 hont genaamd de Akkers. [GAA RNB 250 folio 142]. Johan vanWelderen amptman etc. heeft vercoft en getransporteert aan Jacob Henckman en Gijsbertjen Dircks echteluijden omtrent 2 hont hoplant genaamt de Ackers onder Heusden, oost de erffgenamen van Jan Roelofse, zuijden Gerrit Jeger, west Arien de Man en noorden Bijtjen Peters, gecoft en betaalt met eene somma van 184 gulden vermogens transport bij den heere transportant en geërfde getuijgen den 26° martij 1697 beteekent. Geregistreert den 20° april 1697.

1697 Is op 19 juni 1697 oostelijke belender van een huis met hof en boomgaard aan de Hamsestraat; zijn vader bewoonde dit huis eveneens. [GAA RNB inv. 250 folio 142v]. De momberen aan d'ander sijde deses gemelt hebben in dieselven qualiteijt ende consent verkoft ende opgedraeghen aan Jan Dircksen ende Jantjen Eijcken echteluijden huijs, hoff ende boomgaart tot Heusden aan de Hamsestraat gelegen, alwaar oost Gerrit Jeger, west Christoffel van Gelders weduwe, zuijden de gemeine straat ende noorden Anneken Dirckx, ofte wie etc., met den last van sodane dijcken onder Heusden ende aanWaalkant als daartoe met recht behoren, verkoft ende betaalt om en met een somme van 386 gulden, vermogens transportbrieff van 19° junij 1697 bij de verkoperen qualitate qua ende geërfde getuijgen beteijckent praesente J. Olij. Geregistreert den 19° junij 1697.

1700 Is op 22 april 1700 oostelijke belender van een huis en hofstad op 3/4 hont aan de Hamsestraat (= zuid). Het perceel behoort aan de echtelieden Gijsbert Alberts en Christina van Leuven en hun mondige dochter Gijsbertje Gijsberts die later huwt met Gijsbert Jager (Va). [GAA RNB inv. 250 folio 156v]. Gijsbert Alberts en Christina van Leuven echteluijden voor 3/4 ende Gijsbertjen Gijsberts mundige dochter cum tutore voor het resterende ¼ hebben schuldigh bekent aan Antoni Smit brouwer tot Nijmegen seshondert gulden capitael cum interesse ad 43/4 percento ende daar voor specialick verbonden (...) ende laast nogh een huijsinge ende hofstadt groot omtrent 3/4 van een hont, daar oost Gerrit Jeger, zuijden de Hamsestraet, west de weduwe van Stoffel van Gelder ende noorden Jan Dircks, ofte wie etc., ende dan voorts generalick etc.. Vermogens obligatie van den 22° april 1700 bij de debiteuren ende geërfde getuijgen beteijckent. Geregistreert den 29° april 1700.

1702 Gerrit Jager betaalt 15 stuivers familiegeld. Dat is een der laagste tarieven. Daarmee behoort Gerrit tot de armen van het dorp. Alleen zij die door de Diaconie worden onderhouden zijn nog armer. [Familiegeld Opheusden uit 1702.]

1703 Gerrit Jager betaalt 16 stuivers familiegeld (commentaar als hier voor). [Familiegeld Opheusden uit 1703.]

1711 Is op 28 april 1711 oostelijke belender van een huis met hofstede aan de Hamsestraat (= zuid), eigendom van de echtelieden Gijsbert Reijerse Jager (Va) en Gijsbertje Gijsbertse. [GAA RNB inv. 250 folio 192]. Gijsbert Reijerse Jeger ende Gijsbertje Gijsbertse echteluijden hebben schuldigh bekent aan Anthonis Smith brouwer tot Nijmegen driehondert carolij gulden cum interesse ad 14 gulden 5 stuijvers jaarlijcx en daar voor speciaal verbonden huijs en hoffstede tot Heusden gelegen, oostwaarts Gerrit Jeger, westwaarts de weduwe Stoffel van Gelder, zuijden de Hamsestraat en noorden Jan Dircksen, ofte wie etc., (...) , vermogens obligatie van den 28° april

1711 bij de debiteuren en geërfde getuijgen beteekent. Geregistreert den 12° mart 1712.

1713 Op 1 april 1713 is Gerrit Jeger westelijke belender van een huis en hofstad aan de Hamsestraat toebehorend aan Jan Jansen vanWelij en Jantjen Costen. [GAA RNB inv. 250 folio 201v]. Jan Jansen vanWelij en Jantjen Costen eghteluijden hebben schuldigh bekent aan Tonis Tonisse en Johanna Beijer eghteluijden een capitaale somme van tagtentig gulden cum interesse ad 5 percent en daar voor speciaal verbonden huijs en hofstede onder Heusden gelegen, alwaar oostwaarts naast gelant Jan van Lienden, west Gerrit Jeger, zuijden de Hamsestraat en noorden Tijs Martense, ofte wie etc., vermogens obligatie van den 1° april 1713 bij de debiteuren en geërfde getuijgen beteeckent. Geregistreert den 11° mart 1715.

Kinderen van Gerrit Jager (volgorde onbekend):

1 Cornelis Jager.

1716 Vermeld als zwager van Paulus Specht, de echtgenoot van Eva Gerrits Jager. [GAA RNB inv. 250 folio 210]. Aan alle sodaene gerede en bij insufficance van dien aan de ongerede goederen als Jan Masson in den kerspel van Heusden en voorts in den alingen ampte van Nederbetuwe is hebbende, is gepant door Paul Spegt voor sigh selfs en mede als volmaghtiger van desselfs swager Cornelis Jeger, om daaraan per reste van meerder somme te verhaalen eene somme van de sevenentwintigh gulden hercomstig wegens coop van een huijs en hofstadt in de Hamsestraat gelegen, vermogens acte van pandinge van den 25° april 1716. Geregistreert den 22° mart 1717.

2 Eva Gerrits Jager, tr. vóór 1716 Paulus Specht, z.v. Reinier Specht, brouwer aan de Capelstraat in Opheusden en Anneke Jans.

1714 Op 29 april 1714 is Paulus Specht zuidelijke belender van een entgaard van 250 hopen in Opheusden in de buurt van de Hamsestraat. [GAA RNB inv. 250 folio 199v]. Jantje Rijcken lest weduwe van Cornelis Jansen van Dodeweert cum tutore heeft vercoft en getransporteert aan Rijck Janssen en Meghtelt Peters eghteluijden seecker gedeelte eijndtgaerde groot ongeveer tweehondert vijftigh hopen, gelegen op 't erff aan de Hamsestraat onder Heusden gelegen, palende oost Jan Dirckse, west Joost Peterssen, zuijden Paulus Spegt en noorden Bijtje Peterse cum suis, ofte wie etc., (...) vermogens transport van den 29° april 1714 door de transportante, momboir en geërfde getuijgen betekent. Geregistreert den 25° maij 1714.

1716 Op 28 september 1716 lenen Eva Jager en Paulus Specht 550 gulden, onderpand een huis met hof, brouwerij en schuur aan de Capelsestraat, alsmede 500 hopen hopland en eindgaarden en 2 percelen eindgaard elk 200 hopen groot, alles in Opheusden.

[GAA RNB inv. 250 folio 207]. Paul Spegt ende Eva Gerritsen hebben schuldigh bekent aan de heer Louis Kreijvenger vijffhondert vijftigh gulden cum interesse ad ses percent sijnde drieëndartig gulden jaarlijcx en daar voor speciaal verbonden huijs, hoff met de brouwerije en schuijr daarop staande, onder Heusden gelegen, oost de weduwe en erffgenamen van Arien Ariense, west de gemeene straat [=Capelstraat], noorden Jan Specht en zuijden Claes Soet, nog (...), ofte etc., en voorts generalick, vermogens obligatie van den 28° september 1716 bij de debiteuren en geërfde getuijgen beteeckent. Geregistreert den 28° september 1716. De onderstaande obligatie van Paul Spegt gecasseert op quitantie van doctor L. v. Axele Opheusden de dato den 24° julij 1724, vide folio 250 verso.

1719 Op 10 mei 1719 is Paulus Specht belender van het hoplandWouter van Brenks Mergen. [GAA RNB inv. 250 folio 221v]. Op huijden dato onderschreven soo is ten overstaan van de onderschreve vrinden en scheijtsvrinden een minnelijk en onverbrekelijk erfmagescheijt na alle erfmagescheijts reghten opgerigt tussen Hendrik Albertsen nomine uxoris Aeltjen den Hartogh, (...). Het 2° lot is ingelijkx in volle eijgendom toe en aengedeelt aen Jan den Hartogh voor eerst 1½ hont hoplants genaemt opWouter van Brenks Mergen, palende ten oosten Jan Dirksen, west Claes Franssen van Eck, zuijden Paulus Speght, noorden de weduwe Rutger Stevense. (...) versoght ondertekent op den 10° maij 1719. (...) Geregistreert den 9° junij 1719. Dat blijkt te liggen aan de Hamsestraat, heet thans Weesland.

1719 Op 18 december 1719 is Paulus Specht zuidelijke belender van een 200 hopen hopland op de Elfhont in Opheusden. [GAA RNB inv. 250 folio 230v]. Joost Peters heeft vercoft, gecedeert en getransporteert aan Rijck Jansen en Meghtelt Peeters echteluijden omtrent tweehondert hoopen hoplant geleegen op de Elfhont in den kerspel Heusden, palende oost getransporteerden selfs, west ...[belender ontbreekt], zuijden Pouw Spegt en noorden Jantje Rieken, ofte wie etc. etc.. Sijnde vrij erf ende goet, als dijk en weeteringh vanouts en met regt daertoe gehoorende. Vercoft en betaalt om ende voor eene somme van veertigh gulden. Vermoogens acte van den 18° december 1719 bij den transportant en geërfde getuijgen onderteeckent. Geregistreert den 13° meert 1721.

1720 Op 25 oktober 1720 verkopen Paulus Specht en Eva Jager twee hoekjes hopland en entgaard groot 200 hopen gelegen op de Elfhond in Opheusden. [GAA RNB inv. 250 folio 229]. Pauwel Speght en Eva Jeger hebben gecedeert en getransporteert aen Mighhiel Pendeaet ende Gerritjen Derkse echteluijden seeckere twee hoeckjens hoplandt en eijntgaerden groot ongeveer tweehondert hoopen op twee ackers geleegen op de Elfhond onder den kerspel Heusden, waeraen oost Jan Masson, west Gerridt Jansen, zuijden Michgiel Penderaet en noorden Jan van Lienden, ofte wie met regt daeraen gelant mogte weesen, vercoft en betaelt voor de somme van 60 gulden, 20 stuijvers het stuck, vermogens acte van den 25° october 1720 bij de transportanten en geërfde getuijgen onderteeckent. Geregistreert den 28° october 1720.

1723 Op 6 september 1723 doet de weduwe van de advocaat Servaas van Cuijlenborg bezaat op bezittingen van de erfgenamen van oud-schepen Louis Kraaivanger. Een van die bezittingen is het onderpand van Paulus Specht (brouwer in Opheusden) en Eva Gerrits. [GAA RNB inv. 250 folio 245v]. Aan soodaene gereede goederen, actiën, effecten en crediten als de gesamentelijcke erfgenaemen van wijlen den out-scheepen Louwis Craijvenger in den alinge ampte van Nederbetuwe sijn possideerende en in specie op al sulk capitaal ad 250 gulden cum interesse als Paulus Spegt brouwer tot Heusden aen de voornoemde erfgenaemen is verschult, omme daeraan salvo calculo etc. etc. te verhaalen eene somme van 244 gulden 16 stuijvers wegens verdient salaris, is besaatinge gedaan door vrouwe Johanna Maria van Lith de Jeude weduwe wijlen den advocaet Servaas van Cuijlenborgh cum tutore, vermogens besatinge van den 16° augustus 1723, interdictie en insinuatie van geene penningen weerloos te worden aen Paulus Spegt van de 4° september, het territoir van den 4° september en insinuatie van den 6° september 1723. Geregistreert den 6° september 1723.

1723 Op 7 september 1723 stellen de echtelieden Jan Specht en Marijke Jans en hun zoon Reindert Specht zich borg voor een obligatie van 500 gulden van de echtelieden Paulus Specht en Eva Gerrits aan Louis Kraaivanger. Het onderpand van Paulus Specht is een huis en hof met boomgaard en bepoting ter grootte van 1 hont aan de Capelstraat (= west). [GAA RNB inv. 250 folio 246v]. Aldewijle de heere doctor Libart van Axele bij besatinge van den 19° junij 1721 in qualité als volmagtiger van de erfgenamen van wijlen doctor en oud-schepen Louis Kraijvenger hadde geprocedeert voor eene capitaale somme van 500 gulden una cum interesse en den 26° september 1716 door Paulus Spegt en Eva Gerritse echteluijden schuldig bekent, (...) en Jan Spegt ter andere sijde en desselfs huijsvrouw Mereke Jans, mitsgaders als momboir van sijne minderjaerige kinderen, neffens sijn meerderjaerige soon Reijndert Spegt overkoomen en geconvenieert (...) van Pouwl Spegt en desselfs huijsvrouw. Voor de prompte voldoeninge van 't voorschrevene geconvenieerde hebben tweede contrahenten elxeen voor al en in 't besonder nogh daarenbooven speciaal veroppignoreert en verbonde eene huijsinge en hof met annexen boomgaart en bepootinge groot ongeveer een hond onder Heusden geleegen, oost Cornelis Ariense, west de Capelsestraat, zuijden Pouwl Spegt en noorden Tonis Winkelman, ofte wie etc., en voorts generalijk, vermogens acte van den 7° september 1723 bij die tweede contrahenten en geërfde getuijgen onderteekent. Geregistreert den 9° september 1723. Dit pand is een bierbrouwerij die blijkt de Rode Leeuw te heten.

1724 Op 24 juli 1724 is met een bedrag van 280 gulden de laatste termijn van de lening aan wijlen de heer Louis Kraaivanger voldaan. De erfgenamen van Louis ontheffen Paulus Specht en Eva Gerrits van alle aanspraken en van de borgstelling van 7 september 1723. [GAA RNB inv. 250 folio 250v]. Ik onderschrevene als volmagtiger van de erfgenaemen van wijlen de heer doctor en outscheepen Louis Kraeijvenger bekenne bij deese voldaan en betaalt te sijn van de bovenstaande obligatie en alle daerop verlopen interesse bij accoort met eene somme van 280 gulden, waermeede ook ten vollen sijn voldaan alle actiën en prætensiën die de erfgenaemen Kraeijvenger eenighsints tot lasten van de voornoemde Paul Spegt en Eva Gerrits of imand van haere weege moghte hebben. Gelijck meede hierdoor is vernietigt en gedoodet het nadere accoord en borghstellinge van Jan Spegt en sijn huijsvrouw van dato den 7° september 1723. Mogende derhalve lijden dat deselve te signate worde gecasseert en dewijle Jacob Peters en de weduwe van den advocaet Cuijlenburgh arrest op de voorschreven penningen hebben gedaen, soodat ik meteene bij deese beloove Paul en Jan Spegt te guarandeeren voor alle namaningen die haer uijt hoofden van 't voorschreven arrest moghten overkoomen, daer voor mijn persoonen, goederen verbindende. Actum Thiel den 24° julij 1724. Geteeckent L. v. Axele. Geregistreert den 24° februarij 1724.

1724 Op 20 december 1724 verkopen de echtelieden Paulus Specht en Eva Gerrits Jager een huis en hofstede groot 1/20 morgen, gelegen aan de Capelstraat (= west), voor 150 gulden. [GAA RNB inv. 250 folio 251v]. Paulus Spegt en Eva Gerrits Jeger echteluijden hæc cum tutore marito, hebben verkoft en opgedraagen aen Hendrick Coolbergh en Anna Janse Spegt huijs en hofsteede groot ongeveer 1/20 part van een mergen onder Heusden geleegen, oost de kinderen van Arien Ariensen, zuijden Claes Soet, west de Capelsestraat en noorden Jan Spegt, ofte wie etc., sijnde vrij erf en goedt, verkoft voor eene somme van 150 gulden met de last van hondert gulden die daarin gevestigt staan van den Armen van Heusden, vermogens acte van den 20° december 1724 bij die transportanten echteluijden en geërfde getuijge onderteekent. Geregistreert den 29° december 1724.

1728 Op 6 maart 1728 is Paulus Specht zuidelijke belender van een perceel land opWouter van Brenks Mergen in Opheusden. [GAA RNB inv. 250 folio 264]. Jan Hartogh en Jantje Sipman echteluijden (...), item 1½ hont hoplant genaemt opWouter van Brenks Mergen, oost Jan Dirkse, west Claas Franse, zuijden Paul Spegt, noorden de weduwe Rutger Stevense, ofte wie etc., vermogens obligatie van den 6° martij 1725 bij debiteuren echteluijden en geërfde getuijgen onderteekent. Geregistreert den 28° februarij 1728.

1730 Op 6 mei 1730 erkennen de erfgenamen van Reindert Specht, de echtelieden Paulus Specht en Eva Gerrits en Jan Specht (zijn broer) een kopie magescheid. Het huis de Rode Leeuw in Opheusden blijft eigendom van Jan Speght. [GAA RNB inv. 250 folio 275]. Aldewijle het orginele mageschijt tussen onsen overleedene vader Rijnder Speght ter eenre ende mij Pauwl Speght ter andere zijde in dato den 28° junij 1709 ter praesentie van Hendrik van Grootvelt en Tonis Tonisse gepasseert en opgeright, vermist en dit tegenwoordigh niet meer dan een simpele copie daervan voorhanden is, soo is 't dat wij Paul Speght en Eva Gerritse echteluijden ter requisitie van voornoemde Jan Speght verclaaren dat wij geen reght, actie of pretensie hebben, veel min behouden op eene huijsingh en hofsteede de Roode Leeuw genaemt binnen den kerspel Heusden (...) op den 6° maeij 1730.Waeren getekent: Dit merkt X heeft Pauwl Spegt in presentie van mijn getekentW.P. Hol, Eva Gertse, Dirk Gijsbert als geërfde getuijgen, Bernardus de Leeuw als geërfde getuijgen. Geregistreert den 20° maeij 1730

1730 Op 13 mei 1730 is Paulus Specht noordelijke belender van perceeltje boomgaard van zijn broer Jan Specht en schoonzus Marritje Jans van den Berg. [GAA RNB inv. 250 folio 276]. Jan Specht en Maritje Janze van den Bergh echteluijden hæc cum tutore marito, neffens Reijnder Specht ider voor de helfte, (...) en daar voor speciaal verbonden huijs en hofsteede genaemt de Roode Leeuw en een parceeltje boomgaert op Heusden geleegen, oost Cornelis van Gelder en noorden Jan Speght, alsmeede seker perceeltje boomgaert, oost Mattijs Sipman, west Paul Speght, zuijden Arien Arisse en noorden Jan Spegt, ofte wie etc. en voorts etc., vermogens obligatie van den 13° maij 1730 bij debiteuren echteluijden, Rijnder Spegt en geërfde getuijgen onderteekent. Geregistreert den 20° maeij 1730.

3 Klaas Gerrits Jager, geb. Opheusden ca. 1670, volgt Vd.

IVb. Reijer Gijsberts Jager, z.v. Gijsbert Jager (IIIb) x onbekend.

Geb. ca. 1650, Nederduits-gereformeerd, landarbeider, woont aan de Tielsestraat in Opheusden, tr. Elisabeth Willems, afkomstig uit Opheusden.

1679 Reijer Jager en Elisabeth Willems voor het eerst vermeld in Kesteren 2 februari 1679 bij de doop van een dochter Neeltje.

1693 Arbeider in Opheusden. [Cedullen der inwoonderen van Opheusden in 1693.]

1702 Betaalt 10 stuivers familiegeld (een der laagste tarieven). [Familiegeld Opheusden uit 1702.]

1703 Idem, weer 10 stuivers.

1707 Op 29 januari 1707 kopen de echtelieden Reijer Gijsberts Jager en Elisabeth Willems ½ morgen land in Opheusden. [GAA RNB inv. 250 folio 171]. Jacob Slinckman ende Gijsbertje Dircks echteluijden et hæc cum tutore marito hebben verkoft ende  getransporteert aan Reijer Gijsbertse Jeger ende Elisabeth Willemse mede echteluijden seecker gedeelte lants sijnde groot ontrent een halve mergen gelegen en den kerspel Heusden palende oostwaarts de weduwe van den edele scholtus Buddingh ende de weduwe van Jan Gosens ende westwaart de weduwe van Tonis van Gelder en Thonis den Hartogh, zuijdtwaart Adriaen Adriaense en noordtwaart den verkoper voorschreven etc., op den last van een halve roede dijck, vercoft ende betaelt om en met eene somme van tweehondert gulden vermogens transportbrieff van den 29° januarij 1707 bij de verkoperen ende geërfde getuijgen beteijckent. Geregistreert den 1° februarij 1707.

1713 Op 1 mei 1713 is Reijer Jager zuidelijke belender van een huis en hofstede aan de Tielsestraat (= noord) in Opheusden tesamen met de weduwe Jantje Geurts. [GAA RNB inv. 250 folio 196v.] Teunis de Hoogh en Zijtjen Everts eghteluijden haren eghten man gekoren tot momboir hebben schuldigh bekent aan den Huijsarmen tot Heusden hondert gulden cum interesse ad 6 percent en daar voor speciaal verbonden huijs en hoffstede onder Heusden gelegen, daar oostwaarts Henrick Reijnders, noorden de Tielsestraat, zuijden de weduwe van Cornelis[achternaam ontbreekt] nomine Jantjen Geurts ende Reijer Jegers, west de voornoemde Jantje Geurtse, ofte wie etc., vermogens obligatie van den 1° maij 1713 bij de debiteuren en geërffde getuijgen beteeckent. Geregistreert den 2° maij 1713.

1719 Op 16 juli 1719 Reijer Jager belender van een perceel eigendom van Jantje Geurts, de weduwe van Jan Alberts. [ GAA RNB inv. 250 folio 224.] Jantje Geurts weduwe van Jan Albertse cum tutore promisit Dirck van de Zandt hondert gulden cum interesse ad 5½ gulden en daer voor specialick verbonden (...) Nogh een stuckje eijntgaert groot ¼ part van eene mergen landts mede aldaer, ten oosten Reijer Gijsbertse, west Cornelis Jacobse, zuijden Floris Gerritse, noorden denselven, (...) vermogens obligatie van den 16° julij 1719 bij de debitrice, momboir en geërfde getuijgen beteijckent. Geregistreert op den 28° augustus 1719.

1722 Op 1 oktober 1722 is Reijer Jager zuidelijke belender van een perceel 550 hopen land in Opheusden. [GAA RNB inv. 250 folio 247v.] Jan Janse promisit aen de weduwe en erfgenaemen van Albert Roghaer eene somme van eenensestigh gulden 2 stuijvers (...) verbonden vijf en een half hondert hoopen lants onder Heusden geleegen (...) oost en west gemelte Dirk van Gelder, zuijden Reijer Jeger en noorden de weduwe en erfgenaemen Rutger Stevense, ofte wie etc., en voorts generalijck etc. etc., vermogens obligatoir instrument van den 1° october 1722. Geregistreert den 1° november 1723.

Kinderen van Reijer Gijsberts Jager en Elisabeth Willems (volgorde onbekend):

1 Neeltje Jager, ged. Kesteren 2 februari 1679.

2 Gijsbert Reijers Jager, geb. ca. 1680, volgt Va.

3 Willem Jager, geb. ca. 1700, volgt Vb.

4 Cornelis Jager, geb. ca. 1680, volgt Vc.

5 Maria Reijers Jager, geb. ca 1690, tr. vóór 1724 Jan Gerrits van Deventer, landbouwer en fruitteler.

1724 Op 31 december 1724 kopen de echtelieden Jan Gerrits van Deventer en Maria Jager 4½ hont hop en entgaard in pheusden voor 400 gulden. [GAA RNB inv. 250 folio 253]. Op conditiën etc. hebben de samentelijcke erfgenamen van Albert Rogaar en Maria Janse echteluijden steets coops vercoft aan Jan Gertse van Deventer en Merritje Jegers echteluijden 4½ hont hop- en eijntgaart onder Heusden, oost Cornelis Ariaanse Roghaar en Roelof van Setten, west de coopere selfs, zuijden een Togtgraaf en noorden de erfgenamen van Rutger Stevense, (...) vercoft voor eene somme van vierhondert gulden, dewelke den cooperen of haaren erfgenamen agt jaere sullen op interesse hebben tegens vijf ten hondert, waarvan 't eerste jaar verschenen is 1 januarij 1725 en vervolgens soo van jaar tot jaar tot agt jaaren incluijs, (...), vermogens acte van den 31° december 1724 bij die echteluijden debiteuren en geërfde getuijgen onderteekent. Geregistreert den 26° februarij 1725.

1726 Op 26 februari 1726 verkopen de echtelieden Jan Gerrits van Deventer en Maria Reijers Jager een stukje land van 150 hopen het Meulenland onder Opheusden voor 25 gulden. [GAA RNB inv. 250 folio 256v]. Jan Gertse van Deventer en Maria Reijerse echteluijden hæc cum tutore marito, hebben vercoft en getransporteert aan Merritje Cornelisse van Leijden een seeker stuckje lant van 150 hopen hop genaemt 't Meulenlant onder Heusden geleegen, oostW.P. Hol, noorden 't Weeshuijs van Arnhem, zuijden en noorden Cornelis Jaager, ofte wie etc., sijnde vrij allodiaal goed, uijtgenomen 2 voeten Rijndijk, vercoft en betaalt om en voor de somme van vijfentwintigh gulden, vermogens transport van den 26° februarij 1726 bij die transportanten echteluijden en geërfde getuijgen onderteekent. Geregistreert den 18° meert 1726.

1727 Op 1 april 1727 lenen de echtelieden Jan Gerrits van Deventer en Maria Jagers een bedrag van 200 gulden met als onderpand 2 morgen appel-, peer- en kersenboomgaard tussen de Leigraaf (= zuid) en de Hamsestraat (= noord). [GAA RNB inv. 250 folio 267v]. Jan Gerritse van Deventer en Merritje Jegers echteluijden hæc cum tutore marito, hebben schuldigh bekent Dirk Rogaer borgermeester in Rheenen en Elisabeth Laats echteluijden tweehondert caroli gulden cum interesse ad 5 percent jaerlix en daer voor speciaal verbonden ongeveer 2 mergen boomgaert, bestaende in appel-, peer- en kerssenboomgaert, oost Jan Mauritse, west Jan Janse cum suis, zuijden de Leijgraav en noorden de Hamsestraat, onder Heusden geleegen en voorts generalijk, vermogens obligatie van den 1° april 1727 bij die debiteuren echteluijden en geërfde getuijgen onderteekent. Geregistreert den 11° october 1728. Gecasseert en gerojeert op versoek en quitantie van Simon Roghair en Jan Roghair in dato den 9° april 1763, staende op de doorsnedene obligatie. Actum den 2° maij 1763.

1758 Op 11 maart 1758 wordt bezaat gedaan op 2 huizen met tabaks- en bouwland van Jan Gerrits van Deventer aan de Hamsestraat (= noord) wegens achterstallige pacht. [GAA RNB inv 252 folio 190v.] Vrouwe Catharina Judith Bongarts weduwe en boedelhouderse van wijlen de heer Evert Wilbrennik heeft ten allen regten pandinge gedaan op alle soodaane gereede en ongereede goederen als Jan Gerritsen van Deventer onder den cerspel van Heusden en voorts in den alinge ampte van Nederbetuwe is hebbende en in specie aan twee huijsen met tabaks- en boulant naast één geleegen, groot ongeveer twee mergen één en een half hont onder Heusden geleegen, palende oost Hendrik Claassen van Setten, west Peer Willemse, zuijden de Leijgraaf, noorden de Haamsestraat, (...), vermogens pandingh en insinuatie van den 11° maart 1758. Geregistreert den 13° maert 1758.

Vc Hendrik Gijsberts Jager, onbewezen zoon van deze Gijsbert Jager (IIIb) x onbekend. Geb. ca 1665, lid schippersgilde (1690), overl. Wageningen voor 1744, tr. voor 1707 Jacomina Geurts van de Berg (ook Jacomijn Geurtzen).

Kinderen van Hendrik Gijsberts Jager en Jacomina Geurts van de Berg:

1 Geertruid Jager, ged. Wageningen 5 juli 1693.

2 Gerritje Jager, ged. Wageningen 17 januari 1695.

3 Gijsbert Hendriks Jager, geb. ??, schipper, overl. Wageningen 1746, tr. (1) Niesje van Grootveld, overl. Wageningen 27 september 1737, tr. (2) Wageningen 3 mei 1738 Willemina van Klinkenberg. Trouwboek Wageningen: “Gijsbert de Jager, wednr. van Niesje van Grootveld te Wageningen en Willemijntje van Klinkenberg wed. van Bastian van Hooch te Utrecht”.

4 Teuntje Jager, geb. Wageningen 14 juli 1698, tr. Jan van Wijk

GENERATIE V

Va Gijsbert Reijers Jager (ca. 1680),

Vb Willem Jager(ca 1690)

Vc Cornelis Reijers Jager (ca. 1680),

Vd Klaas Gerrits Jager (ca. 1670)

Va. Gijsbert Reijers Jager, z.v. Reijer Gijsberts Jager (IVb) x Elisabeth Willems. Geb. ca. 1680, landeigenaar in Opheusden, Nederduits-gereformeerd, overl. vóór 1729, tr. vóór 1711 Gijsbertje Gijsberts, geb. vóór 1679, overl. ná 1756, d.v. Gijsbert Alberts en Jenneke Klaas (? of zou het Christina van Leuven zijn).

1700 Gijsbertje Gijsberts vermeld 22 april 1700 als mondige dochter van Gijsbert Alberts en Christina van Leuven. [GAA RNB inv. 250 folio 156v]. Gijsbert Alberts en Christina van Leuven echteluijden voor 3/4 ende Gijsbertjen Gijsberts mundige dochter cum tutore voor het resterende ¼ hebben schuldigh bekent aan (...), ende dan voorts generalick etc.. Vermogens obligatie van den 22° april 1700 bij de debiteuren ende geërfde getuijgen beteijckent. Geregistreert den 29° april 1700.

1711 Op 28 april 1711 lenen de echtelieden Gijsbert Reijerse Jager en Gijsbertje Gijsberts 300 gulden. De onderpanden zijn (1) een huis en hofstad aan de Hamsestraat (= zuid), (2) een perceel hopland en eindgaard achter het klooster groot 1½ morgen in Opheusden en (3) 3 morgen weiland in Dodewaard. [GAA RNB inv. 250 folio 192.] Eigendom 1 en 3 waren op 22 april 1700 in bezit van Gijsbert Albertse en zijn tweede echtgenote Christina van Leuven.[GAA RNB inv. 250 folio 156v.]

1711 Op 13 mei 1711 verkopen de echtelieden Gijsbert Reijers en Gijsbertje Gijsberts hun part van 1 morgen bouwland aan de Heusdense Leigraaf en bij het klooster voor 440 gulden. Broer Cornelis Reijers (zie Vc) is mede-eigenaar. [GAA RNB inv. 250 folio 195.]

1716 Is belender op 28 september 1716 van een perceel eindgaard eigendom van Eva Gerrits Jager (Iva,2). [GAA RNB inv. 250 folio 229.]

1719 Is op 7 juni 1719 erfgenaam van Klaas Jans van Harderwijk. [GAA RNB inv. 250 folio 222v.]

1722 Op 8 januari 1722 is Gijsbert Reijerse noordelijke belender van 1 morgen hopland en boomgaard genaamd AbrahamsWeerden in Opheusden, eigendom van Maria Schul weduwe van scholtus Adriaen Budding, Hermina Budding en Rudolf Budding. [GAA RNB inv. 250 folio 235v.]

1726 Op 9 juni 1725 is Gijsbert Reijers belender van een een entgaard van 60 à 70 hophopen gelegen aan de Tielsestraat (= noord). [GAA RNB inv. 250 folio 261v.]

1729 Gijsbertje Gijsberts op 10 juni 1729 vermeld als een der erfgenamen van haar grootvader Klaas Jans van Harderwijk. De erfgenamen verkopen het huis met boomgaard gelegen naast het kerkhof (= west) en aan de straat (= zuid, = Hamsestraat) aan de echtelieden Tonis Winkelman en Johanna Beijer. [GAA RNB inv. 250 folio 278.] In ‘Naar de Bronnen’ blz. 124 is dit kavel C30. In 1633 was er de smederij gevestigd van Roelof Willems, Klaas Jans  Gijsbertje Huiberts (Let op de verwarring. Dit is de oom van Klaas Jans van Harderwijk) heeft het pand in delen gekocht. De schuur is in 1662 van de echtelieden Arend Dirks en Jenneke Everts (wed. Van Hendrik Gijsberts van Beem) -[ GAA RNB inv. 250 folio 62v].; In 1671 het linker 1/8 part van de echtelieden Jenneke Dirks van Heumen (eerst wed. van Albert Adriaans van Ommeren en later van Cornelis Geverts Heij) - [GAA RNB inv. 250 folio 72v]. Of deze delen voor 1679 al in handen zijn van Klaas Jans van Harderwijk is niet duidelijk. Het resterende deel komt aan Klaas Jans van Harderwijk in 1679 - [GAA RNB inv. 250 folio 563.] Naar de aardvaste inventaris van toen te oordelen was de smederij nog intakt. Mogelijk dreef Van Harderwijk er al een winkel. Zijn koper Cornelis Cornelis Winkelman in ieder geval, vandaar dat diens alias diens familienaam is geworden.

1740 Gijsbertje Gijsberts vermeld op 1 mei 1740 in het testament van Isacq van Harderwijk als weduwe van Gijsbert Jager.

[GAA RNB inv. 252 folio 57v.]

1743 Gijsbertje Gijsberts belender op 22 januari 1743 belender van land eigendom van Fenneke Cornelis Jager (Vc,4). [GAA RNB inv. 252 folio 78.]

1748 Gijsbertje Gijsberts is op 30 juni 1748 erfgename van haar oom Isack van Harderwijk. [GAA RNB inv. 252 folio 100v.]

1756 Gijsbertje Gijsberts is op 4 mei 1756 aanwezig bij het huwelijk van haar dochter Elisabeth Jager (Va,5) in Amsterdam. [SAA ondertrouw 599 folio 425.]

kinderen van Gijsbert Reijers Jager en Gijsbertje Gijsberts (volgorde onbekend)

1 Reijer Jager, geb. Opheusden ca. 1720, volgt VId.

2 Hendriena Jager, geb. Opheusden, jongedochter van Opheusden, overl. vóór 1802, tr. Opheusden 10 mei 1761 (huwelijkse voorwaarden 17 april 1761) [GAA RNB inv. 253 folio 183v.] Willem van Drumpt, geb. Opheusden ca. 1739, jongeman van Opheusden, lidmaat Nederduits-gereformeerde kerk in Opheusden, landeigenaar, overl. Opheusden (gem. Kesteren akte 18) 15 juni 1826, sterfhuis huis nr. 191). Willem van Drumpt hertrouwt Wageningen 4 november 1802 Neeltje Geurts(en), ged.Wageningen 21 maart 1756, overl. Opheusden (gem. Kesteren) 16 augustus 1826, sterfhuis huis nr. 191, d.v. Geurt Stevens en Grietje Bruijnens.

1761 Op 17 april 1761 maken Willem van Drumpt en Hendriena Jager hun huwelijkse voorwaarden; er worden geen onroerende goederen ingebracht door Hendriena.

1774 Hendriena is doophefster bij de kinderen van haar broer Klaas (Va,4).

1779 Idem.

1781 Hendriena Jager leent 6 december 1781 150 gulden uit aan Gijsbert Jager (VIa) en zijn dochter IJda Jager (Via,3). [GAA RNB inv. 252 folio 457v.]

1783 Willem van Drumpt bezit in 1783 een huis en hof aan de Capelstraat op een perceelgrootte van ¼ hont en wordt daarvoor aangeslagen in de dijklast van 1 roede . [GAA, Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 92, Dijkcedullen van Opheusden uit 1783.]

1785 Op 6 mei 1785 is Willem van Drumpt vermeld. [GAA RNB inv. 254 folio 44v.]

1787 Willem van Drumpt vermeld in de verpondingen van 1787. [GAA Archief van de Staten van het Kwartier van Nijmegen, inv. 521A.]

1789 Hendriena Jager en Willem van Drumpt lenen op 3 januari 1789 350 gulden uit aan Gijsbert Jager (VIa) en zijn dochter IJda Jager (Via,3). [GAA RNB inv. 258 folio 206.]

1789 Hendriena Jager en Willem van Drumpt lenen op 1 mei 1789 800 gulden uit aan Jan van Drumpt. [GAA RNB inv. 258 folio 197v.]

1791 Op 1 september 1791 verkopen de echtelieden Willem van Drumpt en Hendriena Jager hun aandeel in ½morgen boomgaard aan de echtelieden Evert Otte en Judick van Craaijkamp. [GAA RNB inv. 254 folio 22v.]

1793 Op 12 oktober 1793 is Willem van Drumpt momber van de minderjarige kinderen van de echtelieden Derk Cock en Trijneken Vonck. [GAA RNB inv. 253 folio 77v.]

1796 Op 3 mei 1796 is Willem van Drumpt zuidelijke belender van 300 hopen land, toebehorend aan de echtelieden Derk van de Pol en Elisabet Hogestijn (nieuwe eigenaren de echtelieden Arien van de Pol en Hendrica van Manen. [GAA RNB inv. 254 folio 48v.]

1796 De schuldakte van Gijsbert Jager (VIa) en IJda Jager (VIa,3) was 27 mei 1796 door brand bij Willem van Drumpt verwoest.

[GAA RNB inv. 258 folio 206v.]

In 1796 waren er Engelse troepen ingekwartierd in Opheusden.

1797 Op 29 april 1797 is Willem van Drumpt geërfde getuige. [GAA RNB inv. 253 folio 131v.]

1797 Op ... juli 1797 verkopen de echtelieden Willem van Drumpt en Hendriena Jager 300 hopen land aan de straat (=zuid) met een schuurtje aan de echtelieden Arien van de Pol en Hendriena van Manen. [GAA RNB inv. 254 folio 49.]

1797 Op 22 juli 1797 is Willem van Drumpt dedingsvriend bij de huwelijkse voorwaarden tussen Cornelis van Gelder en Elisabeth Hovesteijn. [ GAA RNB inv. 253 folio 256.]

1797 Op 10 augustus 1797 is Willem van Drumpt geërfde getuige. [GAA RNB inv. 253 folio 140v.]

1798 Op 1 mei 1798 is Willem van Drumpt momber van de minderjarige Geertruij Kok en Pietronella Kok. [GAA RNB inv. 253 folio 250v.]

1800 Op 18 februari 1800 is Willem van Drumpt oostelijke belender van 800 hopen land, toebehorend aan de erfgenamen van de echtelieden Anneke de Hertog en Derk van Drumpt. [GAA RNB inv. 253 folio 166.]

1800 Op 1 mei 1800 is (o.a.) Willem van Drumpt zuidelijke belender van 150 hopen land met huis en hof aan de straat (= zuid), toebehorend aan de echtelieden D.v.G.d. Leeuw en Willemina Breunisse (nieuwe eigenaar Cornelis van de Pol). [GAA RNB inv. 254 folio 71.]

1805 Op 28 maart 1805 is Willem van Drumpt noordelijke belender van 220 hopen land dicht bij de Hamsestraat, toebehorend aan Reijer Janzen (nieuwe eigenaren de echtelieden Evert van Eck en Femmetje Troost). [GAA RNB inv. 254 folio 93v.]

1810 Op 24 april 1810 is Willem van Drumpt westelijke belender van 400 hopen land aan de Hamsestraat waarop een een huis en hof, toebehorend aan Cornelis Masson. [GAA RNB inv. 254 folio 206.]

1826 Willem van Drumpt vermeld als landeigenaar in Opheusden. [BS-overlijden, Kesteren.]

3 Gijsbert Jager, geb. Opheusden ca. 1720, volgt VIa.

4 Klaas Jager, geb. Opheusden vóór 1729, volgt VIb.

5 Elisabeth Jager, geb. ca. 1716, gereformeerd, begr. Amsterdam 23 oktober 1776, ondertr. Amsterdam 4 mei 1756 Hendrik Christoffel Smit van Ambt Polle, geb. ca. 1718, Luthers [SAA ondertrouw 599 folio 425..] Beiden wonen in 1756 op 't Molenpad in Amsterdam; zij waarschijnlijk als dienstbode en hij als huisknecht. Begraven. Hendrik Cristoffel Smit hertrouwt Amsterdam, ondertr. Amsterdam 7 maart 1777 Trijntje Roos [SAA ondertrouw 734 folio 441.]

Vb. Willem Jager, z.v. Reijer Gijsberts Jager (IVb) x ElisabethWillems.

Geb. ca. 1700, Nederduits-gereformeerd, veehouder in Opheusden.

1732 Willem Jager (nr. 17 in de compagnielijst) is korporaal bij de compagnie dragonders (= militairen te paard) van de kapitein De Jaijmaert in het regiment van de heer luitenant-generaal Du Portal, in het jaar 1732 gelegerd in de stad ’s-Hertogenbosch. [Compagnielijsten ’s-Hertogenbosch, 1732]

1743 Op 22 januari 1743 belender van een perceel land eigendom van Fenneke Cornelisse Jager (Vc,4) in Opheusden. [GAA RNB inv. 252 folio 78.]

1745 Willem Jager in Opheusden meldt het polderbestuur dat in de periode 9 augustus - 1 november 1745 één beest is  gestorven. [GAA Archief van het Polderdistrict Nederbetuwe, inv. 284; Lijst der gestorven beesten in de Nederbetuwe. NB: In 1745 heerst in de Nederbetuwe een runderpest. R.C. Hol: 650 jaar Nederbetuwe (blad 23); (Amsterdam 1977) en Prof. dr. I. Schöffer en anderen: De lage landen van 1500 tot 1780 (blad 282); (1985).]

In de jaren 1745 en 1746 heerst er runderpest in de Betuwe.

1746 Idem in de periode 12 december - 3 januari 1746.

kinderen van Willem Jager (volgorde onbekend):

1 Jan Jager, geb. Opheusden, volgt VIc.

2 Dirkje Jager, tr. Adriaan van Glabeek.

1747 Arien van Glabeek, een der armenmeesters van Opheusden, roijeert 14 mei 1747 een obligatie. [GAA RNB inv. 250 folio 264.]

1750 Dirkje Jager en Adriaan van Glabeek verkopen 25 juli 1750 375 hopen hopland in Opheusden

aan de echtelieden Jan van Drumpt en Hendrina van Brenk. [GAA RNB inv. 252 folio 119.]

1774 Dirkje Jager is in 1774 doophefster bij een kind van haar broer Jan Jager (Vb,1).

1775 Dirkje Jager vermeld als doophefster bij kinderen van Peter Jordens en Dirkje van Kesteren (alias Dirkje van Linden of Derkje van der Linden).

1778 Idem.

1780 Idem.

1781 Op 24 april 1781 hebben Arien van Kesteren en zijn vrouw in erfpacht 2 hond tabaksland achter het klooster in Opheusden, toebehorend aan de erfgenamen van Johannes Gradus Pendraat. [GAA RNB inv. 254 folio 55.]

1785 Dirkje Jager en Arien van Kesteren (alias Adriaan van Glabeek??) verkopen 29 november

1785 voor 80 gulden een huis in Opheusden aan de echtelieden Cornelis Hendrik en Catharina van Varik. [GAA RNB inv. 252 folio 391v.]. Er ontstaat gaandeweg het idee dat de nu komende ‘Arien van Kesteren’ niet ‘Adriaan van Glabeek’ kan zijn.

1806 Arien van Kesteren en zijn vrouw genoemd als pachters van een perceel in Opheusden.

3 Reijntje Jager, geen gegevens. Minder waarschijnlijk is dat ze een tante van Dirkje Jager (Vb,2) kan zijn.

1772 Doophefster bij het kind van Peter Jordens en Dirkje van Lienden.

 

Vc. Cornelis Reijers Jager, z.v. Reijer Gijsberts Jager (IVb) x ElisabethWillems.

Geb. ca. 1680, Nederduits-gereformeerd, overl. vóór 1740, tr. Mechteld Gijsberts, geb. ná 1679, overl. 1740-48, d.v. Gijsbert Alberts en Jenneke Klaas.

1711 Op 28 april 1711 is Cornelis Jager noordelijke belender van een perceel weiland van 3 morgen in Dodewaard, eigendom van de Gijsbert Reijerse Jeger (Va) en Gijsbertje Gijsberts.[GAA RNB inv. 250 folio 192.]

1711 Op 13 mei 1711 verkopen de echtelieden Cornelis Reijers (Vc) en Meghtelt Gijsberts hun part van 1 morgen bouwland aan de Heusdense Leigraaf en bij het klooster. Zijn broer Gijsbert Reijers (Va) is medeeigenaar. [GAA RNB inv. 250 folio 195.]

1716 Leent 19 december 1716 150 gulden en geeft daarvoor in onderpand een huis en hofstede aan de Hamsestraat in Opheusden gelegen op 200 hont. [GAA RNB inv. 250 folio 208v.]

1719 Is op 7 juni 1719 erfgenaam van Klaas Jans van Harderwijk. [GAA RNB inv. 250 folio 222v.]

1726 Op 26 februari 1726 is Cornelis Jaager noordelijke belender van een perceel genaamd het 'Meulenland', eigendom van de echtelieden Jan Gerrits van Deventer en Maria Reijers Jager (Ivb,5). [GAA RNB inv. 250 folio 256v.]

1728 Op 10 juni 1728 verkopen de erfgenamen van Klaas Jans van Harderwijk een huis met boomgaard in Opheusden, waarvan westelijk het kerkhof, zuidelijk de straat (= Hamsestraat) aan de echtelieden Tonis Winkelman en Johanna Beijer. Een van deze erfgenamen zijn de echtelieden Cornelis Jeger en Meghteld Gijsberts. [GAA RNB inv. 250 folio 278.]

1734 Op 22 maart 1734 is Cornelis Jager oostelijke belender van een entgaard van 121 hopen op het Nieuwland in Opheusden eigendom van Neeltje Ariense weduwe van Gerrit Teunisse (nieuwe eigenaren zijn Aert Willem van Brenck en de echtelieden Jan van Drumpt en Hendriena van Brenck. [GAA RNB inv. 250 folio 320.]

1735 Op 8 mei 1735 is Cornelis Jager oostelijke belender van een entgaard van 121 hopen op het Nieuwland inOpheusden eigendom van de erfgenamen van Gerrit Teunisse (t.w. de echtelieden Petrus Schaats en Maria Schuijl, Teunis Schuijl, Hendrikje van Heusden en de echtelieden Tijmen Jacobse en Jacobje Lamert (nieuwe eigenarenWillem van Brenck en de echtelieden Jan Jurijensen van Drumpt en Hendriena van Brenk). [GAA RNB inv. 250 fol 320v.]

1740 Op 2 mei 1740 wordt Mechteld Gijsberts vermeld als weduwe en belender van een perceel eindgaard, groot 230 hopen en nog een perceel eindgaard groot 80 hopen gelegen op 't Nieuwland in Opheusden. [GAA RNB inv. 252 folio 58.]

Kinderen van Cornelis Jager en Mechteld Gijsberts (volgorde onbekend):

1 Gijsbertje Jager, geb. Opheusden ca. 1712, woont op 't Cingel in Amsterdam (1751), ondertr. Amsterdam 16 april 1751, tr. Opheusden 2 mei 1751 Claas Reijne van Opheusden, geb. ca. 1718. [GAA ondertrouw inv. 594 folio 27.]

2 Neeltje Jager, verkoopt 26 februari 1761 land in Opheusden. [GAA RNB inv. 252 folio 217.]

; verkoopt 4 november 1772 100 hopen land met een huis en hof in Opheusden. [GAA RNB inv. 252 folio 289v.] ; tr. ca. 1742. [Geboorte eerste kind 1742.] Jan Gijsberts.

3 Teuntje Jager, geb. Opheusden ca. 1723, gereformeerd, woont op 't Cingel in Amsterdam (1756), overl. Vóór 1773 [GAA ondertrouw inv. 619 folio 35.] ,ondertr. Amsterdam 22 oktober 1756 Jacob Breedens van Zutphen, geb. ca. 1729, gereformeerd [GAA ondertrouw inv. 600 folio 175.]woont in de Vijzelstraat in Amsterdam (1756), z.v. van Elsken Voest. Jacob Breedens hertrouwt Amsterdam ondertr. 3 december 1773 HendrikjeWildenberg van Amsterdam, geb. ca. 1730.

4 Fenneke Cornelis Jager (ook Femmetje), geb. ca. 1711, verkoopt 22 januari 1743 250 hopen land aan Gijsbert Gijsbertse Jager [GAA RNB inv. 252 folio 78.] , overl. tussen 23 april en 21 november 1749, ondertr. Amsterdam 4 november 1740 Cornelis Dirks van Dorland, geb. ca. 1709, z.v. Dirk Jans van Dorland en Maria Jans van de Brink.

Uit het huwelijk Dorland x Jager zijn zes kinderen bekend, allen gedoopt in Opheusden:

  1. Cornelis 6 oktober 1741,
  2. (2) Dirk 25 december 1742,
  3. (3) Mechteld 27 september 1744,
  4. (4) Cornelis 23 februari 1746,
  5. Hendrikske 22 oktober 1747,
  6. Cornelia 23 april 1749. Cornelis Dirks van Dorland hertrouwt Kesteren 14 december 1749 Hendrikje Jans (ook Hendriena Janssen).

5 Helena Jager (ook Lena), geb. Opheusden ca. 1726, ongeletterd, woont in Amsterdam (1748), begr. Amsterdam 14 januari 1781 (St. Anthonius kerkhof), ondertr. Amsterdam 16 januari 1756 Hendrik van den Heuvel, ged. Dordrecht 24 juni 1725, gereformeerd, woont op de Cadijk in Amsterdam (1782), begr. Amsterdam 4 juli 1809 (St. Anthonius kerkhof), z.v. Pieter van den Heuvel en Grietje Roodervelt.

1757 Op 8 augustus 1757 maken de echtelieden Van den Heuvel x Jager hun testament voor notaris Franciscus Hohne en stellen de langstlevende tot enige erfgenaam. Helena Jager tekent met een kruisje en wordt geassisteerd met haar zuster Teuntje Jager.

1758 Op 14 januari 1757 gedoopt te Amsterdam zoon Pieter van den Heuvel, getuigen Jacob Bredens en Teuntje Jager (Vc,3).

1759 Op 13 mei 1759 gedoopt te Amsterdam zoon Cornelis van den Heuvel, getuigen Jacob Bredens en Teuntje Jager (Vc,3). Wageningen 10 juni 1752: het huwelijk van Hendrik van Manen en Elisabeth Jager (Vc,8) Rhenen 10 mei 1700: de ondertrouw van Klaas Gerrits Jager (Vd) en Hendriena Willems van Griethuizen

1761 Op 11 februari gedoopt te Amsterdam zoon Jacob van den Heuvel, getuigen Jacob Bredens en Teuntje Jager (Vc,3), overl. Nieuwkoop (destijds prov. Utrecht) 21 maart 1814, gehuwd met Annigje Pieters van Veen. [Verschillende publicaties vermelden Amsterdam als plaats van overlijden. In de overlijdensakte te Nieuwkoop worden zijn ouders niet vermeld.] Hendrik van den Heuvel was eerst weduwnaar van Pieternella Alblas, geb. Dordrecht ca. 1726, begr. Amsterdam 6 september 1755. Hij hertrouwt Amsterdam, ondertr. 10 mei 1782 Anna Maria Gallenkamp, ged. Amsterdam 18 november 1731, gereformeerd, d.v. Daniel Gallenkamp en Johanna Hendriks.

6 Elisabeth Cornelis Jager, geb. Opheusden, jongedochter van Opheusden, leent 25 januari 1750 50 gulden uit [GAA RNB inv. 252 folio 115.] , overl. vóór 1765, tr. Opheusden 25 juni 1752 (teWageningen 10 juni 1752 eveneens vermeld) Hendrik van Manen (Maanen), geb.Wageningen 6 februari 1720, jongeman vanWageningen, begr. Wageningen 28 november 1793 (van de Diaconie), z.v. Peter van Manen en Hendrikje Hendriks. Hendrik van Manen hertrouwt (1)Wageningen 12 oktober 1765 Rheinje van der Burg, jongedochter van Wageningen; hertrouwt (2)Wageningen 13 november 1783 Helena van de Poel, jongedochter van Valburg. Trouwboek Wageningen: getrouwd zijn “Hendrik van Manen wednr. van Lijsbeth Jagers en Rheinje van der Burg, jongedochter, beide wonende alhier”. Idem : “Hendrik van Maanen, wednr. van Rijntje van der Burg, geboren en woonende alhier en Helena van de Poel, jongedochter, geboren te Valburg en woonende alhier. Getrouwd alhier 13 november met attestatie van Heelsum, met acte van indemniteit [Borgbrief dat de bruid kan terugvallen op de armenzorg van Valburg.] van Valburg, 25 dito.”

Vd. Klaas Gerrits Jager, z.v. Gerrit Jager (IVa) x onbekend

Geb. Opheusden ca. 1670, jongeman van Opheusden, met attestatie van Opheusden naar Wageningen (1700), overl. mei 1710, ondertr. Rhenen 10 mei 1700, tr. Rhenen 29 mei 1700 Hendrina Willems van Griethuizen (ook Hendrikje Willems, Hendrikje van Griethuijsen), ged. Rhenen 8 februari 1671, overl. vóór 1752, d.v. Willem Huiberts van Griethuizen en Gerritje Jans Grol; Hendrina is sedert 1698 weduwe van Bartholomeus de Bruijn.

1700 Hendrina van Griethuizen heeft uit haar eerste huwelijk reeds drie kinderen: Anneke, ged. Rhenen 3 oktober 1688, Maria, ged. Rhenen 8 november 1694 en Gerrit, ged. Rhenen 24 oktober 1697. Zo begint Klaas meteen met een gezin.

1707 In 1707 is Hendrikje Willems, huisvrouw van Claes Jager, aangenomen tot lidmaat.

1704 Is op 23 februari 1704 burger van Wageningen.

1710 Op 12 mei 1710 visiteert Jacobus Kemp, chirurgijn in Vianen, het lijk van Klaas Jager vanWageningen, dat op de oever van de Lek in Vianen is aangespoeld [Gens Nostra 2003, blz 87.].

1739 Hendrijna van Griethuijsen verkoopt 11/18 november 1739 mede namens haar vier kinderen een hofje op het Daatselaars Bolwerk. Het hofje maakt dus deel uit van een nog onverdeelde boedel.

Kinderen van Klaas Gerrits Jager en Hendriena Willems van Griethuizen:

1 Christina Jager (ook Stijntje), ged.Wageningen 1 november 1701, jongedochter vanWageningen, lidmaat Nederduits-gereformeerde kerk inWageningen (1719), overl. Wageningen vóór 1780, tr (1) Wageningen 9 februari 1737 Gerrit van Ommeren, jongeman vanWageningen, tr. (2) Dirk Waleveld, ged. ca. 1715. 1739 Cristina Jager is getrouwd met Gerrit van  Ommeren. Amsterdam 5 mei 1752: de ondertrouw van Klaas Jager (Vd,4) en Johanna van der Winkel Wageningen 8 juni 1710: de doopinschrijving van Klaas Jager (Vd,4). Zijn moeder “Hendrikje van Griethuijsen” is weduwe Links, Wageningen 11 november 1739: de verkoop van een hofje op het Daatselaars Bolwerk voor 46 carolij gulden door “Hendrijna van Griethuijsen, weduwe Claas Jager (Vd) mede namens haar absente kinderen Cristina Jager (Vd,1) in huelijck hebbende Gerrit van Ommeren, Claara Jager (Vd,2) in huelijck hebbende Gerrit Amsingh, Geertie Jagers (Vd,3) in huelijck hebbende Jacobus Walevelt en Claas Jager (Vd,4)”

2 Klaartje Jager (ook Clara en Claara Jager), ged.Wageningen 30 october 1703, gaat 5 october 1737 met attestatie naar Amsterdam, tr. (niet in Wageningen) vóór 1739 Gerrit Amsingh. [Rechterlijk ArchiefWageningen, akte van bezwaar, inv. 178 folio 131v.]

Waarschijnlijk is Klaartje in Amsterdam werkzaam als dienstbode o.d. in een der grachtenpanden van de toenmalige nouveaux riches, zoals zovelen van haar tijdgenoten (zie ook haar zuster Gerritje en broer Klaas).

1737 Op 5 oktober 1737 komt Clara Jager met attestatie van Amsterdam naarWageningen.

1739 Claara Jager is getrouwd met Gerrit Amsingh.

3 Gerritje Jager (ook Geertie Jager), ged.Wageningen 26 januari 1708, tr. (1) (niet in Wageningen) vóór 1739 Jacob Waleveld. Van Jager xWaleveld zijn vijf kinderen bekend, nrs. 2-5 geboren inWageningen: (1)Wendelina Waleveld geb. ca. 1740, (2) Klaas Waleveldt ged. 27 mei 1742, (3) Willem Waleveld ged. 25 februari 1744, (4) Hendrik Waleveld ged. 22 september 1746, (5) Hendrikus Waleveld ged. 4 oktober 1750. Dat sluit een tweede huwelijk van Gerritje uit (n.l. Gerrtje Jager van Wageningen tr. Bennekom 25 april 1745 Jan Koekebakker uit IJsselborn (hertogdom Kleef)).

1729: Gerritje Jager komt in 4 april 1729 met attestatie van Utrecht naarWageningen

1729 Gerritje Jager vertrekt 28 april 1729 met attestatie.

1734: Gerritje Jaagers ingekomen met attestatie vanuit Utrecht.

1734 Gerritje Jager opgenomen als lidmaat Nederduits-gereformeerde kerk inWageningen in 1734.

1739 Geertie Jager is getrouwd met Jacobus Waleveld.

4 Klaas Jager (ook Claas, Claes), ged.Wageningen 8 juni 1710 (met aantekening dat de moeder weduwe is), ondertr. Amsterdam 5 mei 1752 [SAA aangifte DTB Nederlands Hervormde, boek 595 folio 185.] Johanna van der Winkel, geb. Delft ca. 1706. Geen nakomelingen bekend; dat is ook niet te verwachten gezien de leeftijd van de bruid.

1731: Op 24 december 1731 is Klaas Jager aangenomen als lidmaat Nederduits-gereformeerde kerk in Wageningen.

1752: Klaas Jager en Johanna van der Winkel wonen aan de Herengracht in Amsterdam. Waarschijnlijk is Klaas naar de ‘grote stad’ getrokken als dienstknecht.

1780: Op 6 maart 1780 heeft Claas Jager, broeder en erfgenaam van Christina Jager (Vd,1), weduwe Dirk Walefeld, op zijn naam doen overbieden een vrouwenzitplaats in de kerk nr. 32 deswegen collateraal ten behoeve van de kerk 1-10-00.

1780 Op 7 maart heeft Gerrit van Griethuijsen de voornoemde zitplaats nr. 32 in eigendom bekomen van Claas Jager en verschuld deswegen aan de kerk 2-10-00. [Waarschijnlijk is dit Gerrit van Griethuizen, geb. Wageningen 5 juni 1741, handelaar in granen en tabak, gemeenteraadslid, begravenWageningen 5 maart 1828]