Afdrukken

XLVI 1896

 

BLZ. 526

Hertog Eduard van Gelre bezat in 1370 te Ln een waard, geheeten de Ketelboeterswaard, uit welke hij 19 April verklaarde aan zijne oudere halfzuster hertoginne Mechteld voortaan 15 £ aan renten te zullen toewijzen 1). Onzeker is ‘t, of wij bij de benaming van dit perceel te denken hebben aan een ingezetene des dorps, die het bedrijf van ,,ketelboeter" (ketellapper) uitoefende : dan wel of wij ze op eene legering van Heidens (Zigeuners), die zeer in de weer waren met ketellapperij, mogen thuis brengen 2) In dit laatste geval kon dit weiland, als verbeurdverklaard goed, aan den landsheer vervallen. Maar ook vóór 1339, het tijdstip der verheffing van Gelderland tot een hertogdom, hebben de vorsten van Gelre hier grondbezit gehad. Hierop toch wijst, - gelijk het straksgemelde " Grevenslag " te Elst in Over-Betuwe ao 1342 en ‘s Grevenhoff ao 1405 te Harderwijk 3) - in het Neder-Betuwsche

1) Nijhoff, II, 255.

2) Vgl."De Navr" XXVII, 179. Ibid. XXVIII, 235 kon ik uit G. v. Hasselt’s ,Roozendaal" (1808) bl. 68 de overkomst van Heidens naar Gelderland, opvoeren tot het jaar 1396, maar ook niet hooger. In 1508 woonde te Kulenburg Peter Ketelbuyter (James de Fremery, ,,Cartul. van Mariënweerd," 1890 bl. 372).

3) ,Herald. Biblk" 1883 bl. 231,2.

 

BLZ. 527

Ln ‘s Gravenhoef, als benaming eener hofstad te Aalst ; terwijl namen als Het Gravenhuis, woonverblijf in het dorp Ln, en Het Gravenkampje, bouwhoeve te Ingen, aan de heeren van Kulenburg kunnen herinneren, en in dit geval nà 1555, als wanneer Kulenburg tot een graafschap werd verheven, moeten ontstaan zijn. Van Aalst, toenmaals eene buurschap, thans een uitgestrekten polder, wordt Steven van Ln, ovl 1400, door Butkens "heer" genoemd ; hij zal er zelfs bijgezet zijn 1). Wat hiervan zij, zooveel gaat zeker, dat men niet lang daarna ,,van Lynden van Aelst" vermeld ziet. Zoo was eene jonkvrouw van Lynden van Aelst, gehuwd met eenen Jor van Goor, de moeder van Hadewig van Goor, gade van Jor Henrik Pieck van Tienhoven (dood 1544) 2). Frank Pieck wordt gesteld 3) in echt te hebben gehad Hedwig van Lynden, dr v. Steven, heer van Aalst, bij Hedwig v. Grootvelt (zonder tijdaanwijzing). Josina Joha Wilhna Vijgh, die in 1729 te Dodewaard den kapitein Wm Hofman v. Somer van Vrijenes huwde, staat gekwalificeerd als vrouwe van Aalst 4). Mooglijk bezaten zij er een tiend. Of zij tot ‘s Gravenhoef in betrekking stonden? Zoo ja, wij zien de hofstad nochtans in andere handen; want het Leenregister (Regr B bl. 90 par 3) geeft aan: Claes van Afferden ao 1424.

Fye van A., wede Johans v. Meerten, transporteert een Huys en Hofstad met vyf mergen lands ter goeder maten [geheeten ‘s Grevenhoeve], met allen synen toebehoren groot en klijn, gelijk dat in den kerspel van Ln in der Maelschap van Meerten en van Aelst gelegen en Jans v. M. Janssoon te wesen plag, daer oostwaert en suydwaert naast geland sijn die Heeren van Mariendael, westwaert die Heeren van St. Pieter te Utrecht ende Noordwaert die gemeyne straet, tot behoef van Johan Gaderts soon [van Afferden] 5) ao 1458.

1) ,,Geld. Volksalm." 1882 bl. 61,2.

2) ,Herald. Biblk" 1882 bl. 151 ; vgl, bl. 153.

3) door Fermerda, Geneal. v. Lynden; volg. .Herald. Biblk" 1882 bl. 178.

4) ,Herald. Biblk" 1879 bl, 288; 1880 bl. 82.

5) ,Geld. Volksalm." 1882 bl. 57 herinnert aan eene alliantie van Jor Herbert

 

BLZ. 528

Dirk Foyert bij transport Johans voornoemt ao ‘63, ‘65.

Johan F. erf syns vaders Dirks ao ‘73, ‘81.

Johan v. Grootvelt [denklijk bij transport van Johan Foyert 1) in of nà ‘81].

Sander v. Gr. erf syns vaders Johans ao 1521, ‘38.

Cornelis v. Gr. 2) erf syns vaders Sanders ao ‘44, tugtigt [tocht]

syne vrouw Agniet Vonk Willemsdr ‘45, ‘56.

Sander v. Gr. erf syns vaders Cornelis ao ‘77.

Walraven v. Hattem en syn vrouw Elisabeth Ruyssen bij transport Alexanders voormelt [-Sander v. Grootvelt] en syn Huysvrouw [Mechteld v. Schadijk] ontfinck een Huys en Hofstad met vyf mergen lands. ter goeder maten genoemt ‘s Grevenhoeve, oostw. En suydw. naest gelant is het clooster van Mariendael, westw. Walraven v. Hattem en Noordw. die gemeyne straat, tot Zutphensche regten. Ende belast hetselve vorst [voorts-] tot behoef des verkopers Alexanders v. Gr. voorn. met 900 gln ses jaeren lang, sig voorbeholdende sulks als het hem best past, met 300 gin teffens [tegelijk-] af te leggen, en midlerwijl met den 16 penn. te verrenten, daer van het eerste jaer op Petri ad Cathedram 3, 1600 verschijnen sal - 2 Jan. 1599.

Johan v. H. erf syns vaders Walraven ao 1605.

Johan Vonk bij opdragt Johans v. Hattem ao 1607.

Anna Vonk erve haars broeders Dirks, die het geërft van syn vader Johan voornoemt, 11 April ‘32. Dezelfde bewijst losse van

v. Bronckhorst met Agnes v. Afferden (In goud drie gaande roode vossen boven elkander), wier moeder Wusthoff heette; zij won Johan v. Hr., ao 1556---1614 verschreven in de ridderschap van Nijmegen en gehuwd met Geertruid v. Zuylen van de Natewish.

1) Nog veel later komt Foyert te Ln voor; zie Navr: XXVI, 314, 78,427, 634, 5 (wapen): XXVII, 260, 74, 580.

2) Een gelijknamige nazaat overleed omstr. 1860 als dijkgraaf van Marsch, Lede en Oudewaard, opgevolgd door den heer Goosen v. Versendaal. De tegenwoordige dijkgraaf is de heer Jan Dirk Den Hartog, woonachtig in Het Bosch, hofstede te Kesteren.

3) o. St. Pietersstoel te Antiochië, 22 Febri.

 

BLZ. 529

600 gln als Alexander v. Grootvelt uyt dit leen verschreuen waren, tenzelfden dage.

Dezelfde tocht haer man Hendric Vonck van Lienden 6 Juni ‘34.

Dezelfde laat haere dispositie approberen 7 Oct. ‘47.

Jan Vonck, Capteijn l), erve syner moeder Anna, beleent 5 Febr. ‘92.

Zijn zoon Hendrik erft 20 Jan. ‘97.

Deze laat het na aan zijne zuster Wilhelmina V. 9 Sept. 1721; haar echtgenoot Gijsbert Vonck is hulder. Deze echtelingen laten 8 Oct. ‘22 hunne besloten dispositie approbeeren. Hij, Gysbert Vonk van Lijnden (sic), laat 30 Oct. ‘23 approbeeren de huwlijksvoorwaarden 29 Aug. ’16 aangegaan met zijne gade Willemina Vonk Van Lijnden. Zeger Jan v. Lauwick laet 16 April ‘36 approberen het maeggescheid 2), den 18 Meert ‘36 opgerigt tussen hem comp. [comparant] ter eenre en Wilhelmina Lucretia de Win, gebore v. Vinceler c . s. [cum suis] ter andere sijde over de goederen als door Wilhelmina Vonk van Linden den 20 Jan. ‘36 aen hem en Wilhelmina de Win voorn. [dus Wna Ltia de Win] sijn gemaeckt, waerbij [zij] sig verbinden, dat sij of haer erven ze binnen 20 jaren niet sullen mogen verkopen of veralieneren. Gezegde Wna Ltin de Win, als erfgename van Wna Vonk van Ln, werd 29 Jan. ‘37 beleend, met haren echtgenoot Daniel de Win als hulder.

Na haren dood wordt haar zoon Daniel Louis de Win 11 Maart ‘67 beleend. Deze laat 19 April ‘74 zijn open testament d.d. 16 Aug. ‘73 approbeeren en registreeren, en bezwaart 7 Oct. ‘88 het goed met 2500 gln met den intrest, ten behoeve van Maria Smits wede v. de Sande. De Amptman van Neder-Betuwe ratione officii [ambtshalve] krijgt 6 Nov. ‘87 consent om het ten landregten door hesaath te mogen affecteren [om er beslag op te leggen]. Daniel Louis de Win laat 10 Febr. ’89 approbeeren en registreeren- zijne huwlijksvoorwaarden 8 April ’88 met Gerarda v. Eldik opgericht; terwijl Maria Smits de obligatie van 2500 gln 7 Oct. ‘90 aan Hendrik Jan Cock v. Oijen afstaat.

1) in garnizoen te Hulst, wat blijkt uit XCW. XLV, 300, waar als zijne gade voorkomt Alida de Haes in 1677.

2) z. v. a. (boedel-)scheiding tusschen magen (bloedverwanten) ; Mid.-Neder]. n maegheghescheid."

 

BLZ. 530

Tot zóover het Leenregister 1).

Vermoedlijk is ‘s-Gravenhoef reeds eerder bewoond geweest door leden van het geslacht v. der Lawick; immers Jacob v. Zuylen van (de) Natewis, - eene familie destijds te Maurik woonachtig 2), - trad als weduwnaar 29 Juli 1655 te Maurik in den echt met Cornelia v. Lauwyck, ,,jonge Joffrou wonende tot Aalst" ; zulks nadat een de Jonckhere in Juni te voren hunne huwlijksproclamaties had zoeken te stuiten, maar door den kerkeraad van Maurik naar de kanselarij des Hofs van Gelderland verwezen was. Seger Jan v. L. straksgenoemd had tot ouders Josef Maximiliaan baron v. Lawick, ,,overste tot C 01 verschot en (ovl 7 April 1743), - 1 Mei 1714 vindt men een regiment v. Lawick 3), - en Willemina Cornelia de Haese 4) (ovl 4 Febr. ‘39). Hij zelf, gedoopt te Kesteren 2 Nov. ‘10, staat in het lidmatenboek ter plaatse getiteld ,,heer tot Aalst".

Omstreeks dezen tijd werd te ‘s-Gravenhoef een huwelijk gesloten; het aktenboek van Ln geeft aan : ,,Den 13 Sept. 1716 getrout de Heer Gysbert Vonck van Lienden, Capiteijn ten dienste der Vereen. Nederlanden, met Juffer Willemina Vonck van L. op het adelijk Huijs ‘s-Gravenhoef, ter presentie van de Heer Rigter Foyert en Schepen Jan v. Westrienen, ouderling". In 1729 woonde hij op De Poort ; dat was de tot woonverblijf verbouwde of ingerichte poort van of vóór ‘s-Gravenhoef. Van hier, dat men hem in het doodboek vermeld ziet als ,de Capiteyn Vonck van de Poort", ovl 19 Juni 1732. Leest men aldaar: ,,Maendag den 23 april 1714 des namiddags is in de kercke tot Ln begraven het lijck van de Hoog welgeboorn Juffrou Johanna Vonck v. Ln, synde smaendags

1) De parenthesen zijn van mij.

2) Vgl. ,Navr" XLVI, 48.

3) .De Navr" XL, 99. Het geslacht is echter niet uitgestorven; vgl. ibid. XXXVIII, 667 ; ‘1X, 188; XLIV, 1343.

4) Radbout de Haese, in 1520 pastoor der parochiekerk (van St. Andreas) te Hattem, had tot opvolger in ‘33 Bernard die Haze (sic), die er mooglijk de laatste priester geweest is; in ‘80 staat Johs Sanderus als eerste predikant vermeld; ,De Navr XXIII, 547b, ‘48b.

 

BLZ 531

avonds te voren sagtelic in den Heere ontslapen" ; men vindt er ook in: ,,Den 2 Febr. 1736 in de kercke voormidd: begraven het lijck van Mevrou Willemina Vonck v. Ln, douayiere van de Heer Capiteyn Gysbert V. v. Ln". Dit echtpaar werd ons straks bekend. De Poort, thans eene landbouwerswoning, gaat nog steeds onder dezen naam door; in transporten komt de huizing voor als ,De Witte Poort Alexanders", ook als ,,De Alexandrijne of Witte Poort". Dit "Alexander" herinnert gewis aan Sander of Alexander v. Grootveld, hierboven vermeld als een der eigenaars van ‘s-Gravenhoef, die ze tot zijn woonverblijf inrichtte 1). ‘s-Gravenhoef, van welks cingelgracht bij De Poort men nog sporen ziet, verdween geheel; op ‘t eind der vorige eeuw bestond het nog ; eene onraadceêl van den dorpspolder Aalst ao 1794 geeft aan : ,,De wede H. Augustinus elf mr. (morgen) boulant aan elkander naast ‘s-Gravenhoef ; de Heer D. L. de Win twee mr. ; den Huyse ‘s-Gr. met tuinen en boomgaarden". In een concept-testament gewaagt de Win van ,,mijnen huize ‘s-Gr., met tuinen, cingels enz." 2) Hij, de ,, Hoogwelgeboren en WelEdelGestrenge Heer"

1) Dit gebeurde meer. Zoo was het bijv., volg. *Geld. Volksahn." 1875 bl. 222 vg., reeds in 1318 met de voorpoort van het oude slot te Brake1 gesteld. Die voorpoort, het tegenwoordige Spijker te Br., - zie de afbeelding t. a. pl., - heette weleer De Kamer of Poortkamer. Het voormalige Huis te (Ek-en-) Wiel had indertijd ook eene poort. Een perceel gronds daarbij bewaart in zijne benaming ,Vóór de Poort" nog de heugenis dezer verdwenen gebouwen. Bij het landgoed Het Elze, nabij Zutfen, ligt ,,De Poort", thans eene bouwplaats. De Poorte is eene boerderij te Eefde (o. Gorsel). Eene streek lands op Schouwen, bij Zierikzee, heet ,Het Poort-Ambacht van Zierikzee", een bouwland te Deil Het Poortgat. De Witte Poort, te Neerbosch telde onder hare heeren Mr. Pieter v. den Bergh, geb. te Nijmegen 5 Febr. 1739, advokaat, ovl 30 Juli 1782, gehuwd met Maria Elisabeth Helvetius.

2) Den heeren Jerfaas v. Ingen, H. v. Mi1 en 0. J. Brenkman te Ln mijn dank voor de mededeeling van eene en andere lokale bijzonderheid. De laatstgenoemde vond in het voorjaar 1894 in de Maatsteeg [te Achterberg, bij Rhenen, welke steeg zich zuidelijk aan den Levendaalschen weg en noordelijk aan de Friesche- of Vriezesteeg aansluit] een steenen beitel uit het steentijdperk, welke, 12 CM. lang, met schuine snede, en gepolijst, te samen met een aldaar door hem gevonden bronzen speer, zich in het Museum voor Oudheidkunde te Utrecht bevindt.

 

BLZ. 532

Daniel Louis de Win, in 1782 richter der heerl. Ln, dien wij straks uit het Leenregr leerden kennen, als in ‘88 met Gerarda v. Eldik in den echt getreden, moest met zijn gezin, als sterk Stadhoudersgezinde, voor de Patriotten in ‘95 de vlucht nemen, en dit zijn woonverblijf verlaten, hetwelk door hen geplunderd werd. Uit die dagen dagteekent wellicht de Schuttersweide (weiland in de buurschap Meerten), gelijk eeuwen te voren Schuttersboomgaarden en Schuttershoven genaamd werden wat men later Doelen heette, d. i. een afgeperkt terrein tot het houden van schuttersoefeningen. Hier boven was van Vonck sprake. Butkens acht deze familie door bastaardij uit de Betuwsche van Lyndens gesproten. ,,Ils eurent leur demeure dans le bourg même de Lynden", verklaarde hij. Vanwaar hij dit, en nog, meer, wist, is ons onbekend. Omdat ze precies hetzelfde wapen voerde als van Lynden l), - alleen het helmteeken was verschillend: Lynden, een hazewind ; Vonck, een vederbos 2), - is het zeer wel moogelijk, dat een ,,fonck-drinkende", d. i. in eens den roemer ledigende 3) bastaard, - Butkens geeft haar ,,Dirck bastaard van heer Jan van Lynden, ridder, geb. in 13 . . , in de leenregisters der St. Paulus-abdij vermeld" (! 3) 4) tot stamva-

1) Zoo de opgaaf van "Navr" XXIX, 316 juist is, voerde Vonck (van Ln) het kruis soms van zilver. Eene Vlaamsche familie Fonck voerde (of voert?) in zwart een staanden bok van zilver , gehoornd van goud. Brieven van Gaspar Schetz (van Grobbendonk), - zie over hem mijn .De voorm. heerschap Malsen" (Leerdam, Ter Haar en Schuit, 1894) bl. 80, - thesaurier-generaal van Filips III van Spanje in de Oostenrijksche Nederlanden. aan Johan Fonck, eersten raadsheer en grootzegelbewaarder van dien Koning, uit den jare 1580, vindt men in de ,Analectorum Belgicorum Pars Prima" van Petrus Burmannus Secundus (Leiden, Corn. v. Hoogeveen Jz. 1772), p. 292-322.

2) Zie de volledige beschrijving in Geld. Volksalm. 1880 bl. 27 noot.

3) De duiding Fonck, Vonck door ,,étincelle, (,Navr" XXXIV, 56) is dwaas. Het gildewesen, met zijn ad fundum usgue bij aanneming tot lid er van, maakte dien naam èn hier te lande èn in Duitschland (Funke), zoo algemeen.

4) Dat aan Jan heer van Ln (ovl 1381) twee bastaardzoons worden toegekend, Dirk (of Deric die Wollef van Ln) ao 1408, en Jan ao 1392 vermeld, zagen wij boven, hfdk IV. - ,De Navr’ X1, 622 noemt eenen Dirk Wolf van Everdingen ao 1470.82 Commandeur der St,. Jansridders te Arnhem, ibid. XXXIX, 619 noot 2 als ,den Commandeur v. Ewerding tot Arnhem" aangeduid. Zou dit ,,Wolf",

 

BLZ. 533

der, - uit het aanzienlijke geslacht v. Lynden zich Vonck genoemd en het wapen der van Lyndens aangenomen heeft. Doch dit is gewis, dat het uit den naam Vonck van Lynden niet blijkt. Want deze eerst later ontstane toenaam oogt op hunne inwoning te Ln, in tegenstelling bijv. met Vonck van de Poel (voormaals aanzienlijke huizing, thans nog deftige hoeve - te Ingen) 1). Ook is het zeker, dat, gelijk haar,, - wij bemerkten het straks, - in 1714 de adellijke titel werd toegekend in de eigen plaats harer inwoning, ze van meet af tot de riddermatigen heeft behoord. Rutger Vonck toch wordt, evenals Geerfaes (Jerfaas) v. Groetvelt, opgeteld onder de edelen, die den Landvrede van 6 Jan. 1377 mede oprichtten 2). En dit wel in eene zelfde oorkonde met vier van Lyndens; waaruit men dus tevens bespeurt, dat Vonck haar oorspronklijke naam is als op zich zelve staande en gerekende familie. Hetgeen ook blijkt uit deze opgaaf uit Lienden’s actenboek. ,Den Edelen Gerrit Wt den Weerde, scholtus etc., j. m. van Maurick, en Joffr Johanna Vonck, j. dr van Ln, woonachtig tot Kenen, bij toelating van den Edelen Houe van Gelderlant getrout 3 Febr. 1656 ; en later komt Zij, ,,Juff. Joha Vonk van Linden" voor als ,,weduwe en boedelhoudster van den heer Gerrit Wtenweerde".

Van dezen naam zagen wij nog vermeld de navolgenden, zonder dat wij omtrent af- en herkomst iets kunnen bepalen, -: Henric Voncke, in 1362 te of bij Deventer woonachtig (Cameraarsrek, van Deventer 111, 146).

Neij Voncken, in 1485 bezitster van land te Rouveen (0. Staphorst, in Overijsell, hetwelk

Willem Voncke in 1492 weerloos liet liggen (Overijs. Archief IV, 436, 535).

overigens een weleer zeer gebruiklijke mansnaam, in deze twee voorbeelden niet een karaktermatige bij naam wezen, omdat men destijds slechts eénen voornaam had?! Of heette Dirk’s moeder Wolff? Een geslacht Wolff komt in 1427 voor; zie Nijhoffs ,Oork." IV.

1) Zie mijn artikel Roelofszen Vonck" in het ,Maandblad v. h. Geneal.- heraldiek Gen De Nederlandsche Leeuw X (1892) bl. 68b. En vgl, over De Poel te Ingen, mijn opstel in ,De Navr XXXIV, 131.

2) Nijhoff a. w III, 29.

 

BLZ. 534

Henrik en Willem V., gebroeders, benevens Helmich Smyt, Henriks zwager, worden bij het verdrag van hertog Karel van Gelre, 25 April 1494 met Frederik van Egmond, heer van IJselstein, en dezes zoon Floris aangegaan, in hun goed hersteld; met Willem moest dit allereerst gebeuren, als ,in deser dedinghe (verdrag) bijsonder bededinght ind beswoent" 1).

Hillebrant V. 2), verwerft van den Hertog 28 Nov. 1527 vrijdom van pondschatting voor zijne goederen te Ln, uit erkentenis voor de den vorst bij de inneming der stad Rhenen bewezen diensten 3),

,De Edle ent erntfeste Jr (sic) Henrick Vonck, ouderlinc tot Linden", vanwege de classis Tiel tegenwoordig op de Geld. synode te Zutfen 28-31 Juli en 2 Aug. 1641 4).

,,De Eerentfeste Theodorus Vonck (of Diederick Fonck)? Schepen in de hooge Gerichtsbanck (of van het hooghe Gericht) tot Drie1 (Bommelerwaard), als ouderling, vanwege de classis Zalt-Bommel tegenwoordig op de Geld. synoden te Arnhem 15-20 Sept. 1647, te Harderwijk 23--30 Juli ‘56, en wederom te Arnhem 17-23 Aug. ‘59 5).

Wilhelmus Vonk, S. M. cand., aangesteld in April, aangekomen 16 Septr, deed 10 Sept. 1741. zijne intrede als pred. te Smirna; na zijne terugkomst in 46, werd hij Nov. ‘48 beroepen en 16 Maart ‘49 bevestigd te Maarheeze en Surendonk (classis Peel- en Kempenland).

Mr. Cornelis Walraven Vonck, secretaris en burgemeester der stad Nijmegen, 14 Oct. 1752 aangesteld tot historiografus der prov. Gelderland, om Pontanus (ovl 1639), ,Historia Gelrica" te vervolgen en uit te breiden 6).

J. H. Vonk van Lynden, boekverkoper tot Utrecht, gaf in 1746 het ,Advys concernerende de affiniteit in de Vroedschap" dezer

1) Ibid. VI bl. 69, 71.

2) Zie over zijne voorzaten .Geld. Volksalm.’ 1880 bl. 26, 7, noot, vgl. met .De Navr" ,XXX1, 467.

3) Nijhoff, VI bl. 887.

4) MS.-Acts dier synoden.

5) P. Nijhoff, ,Registers op het archief van ‘t voorm. Hof van Gelre" (1856) bl. 403. ,Herald. Bibllc" 1879 bl. 268. Zie mijne aantek. over Pontanus in ,Nederl. Heraut" 1889 bl. 132, 90.

6) T. a. pl. 144.

 

BLZ. 535

stad, in ‘50 Mr. Kaspar Burman’s Utrechtsche Jaarboeken, in ’53 Voet van Oudheusden’s ,,Beschryvinge van Culemborg" uit. Volg. Dr. A. M. Ledeboer, " De Boekdrukkers enz. in N.-Nederland ", (Deventer, 1872), bl. 363 was hij van ‘46-‘54 werkzaam, woonachtig op het Oude Kerkhof.

Johanna Margaretha Vonck, (in 1703 geboren dr van Walraven, ontvanger en landschrijver van den lande van Kuik, bij Helena Vermeer), ovl 25 Aug. ‘62, huwt te Herwen en Aardt 18 Juli ‘19 Coenraad Pieck (zoon van Wm bij Naletta v. der Voordt), geb. 8 Juli 1682 te Nijmegen, heer van Portengen (0. Breukelen-Nyenrode), in 1707 raad en schepen, ‘20 burgemeester van Nijm., ‘41o tevens Iandschrijver van Maas-Waal, ‘48 ambteloos, ovl 22 Jan. ‘57 1).

Agneta Leonora Henriette Vonck, treedt 14 Juli ‘61 te Kuik in den echt met Wilhelnìus Elsnerus, pred. te Over- en Neder-Asselt.

P. Vonck. Zijne weduwe was eene der twee weduwen, - de andere was die van v. Berchem, - die een nieuwen sierlijken predikstoel vereerden aan het kerkgebouw te Vierlingsbeek, op welken 6 Mei 1781 (Vonck’s weduwe destijds reeds overleden) de eerste leerrede geschiedde door Ds. W. Maas over Ps. 34 VS 12 (,Boekzaal voor de Geleerde Waereld" ao 1781, 1, 556).

Herbertus Johannes Vonk, directeur der Registratie( van N.-Holl. en Utr.) te Amsterdam, sedert 1886 oud-directeur, en ridder d. Orde Nederl. Leeuw, ovl. te Haarlem 9 Febr. ‘95: oud 86 jaar, echtgenoot van N. A. Drokan, behuwdvader van J. T. A. Wischhof (te ‘s-Gravenhage).

H. J. Vonk, Febri ‘95 vermeld als bestuurslid der Politieke Vereeniging ,,Vooruitgang" te Alkmaar.

Cornelia Jans Vonk, wede Hendrik Jakobs Kloosterman, ovl. Te Amerongen 13 Febr. ‘95, oud bijna 75 jaar, moeder van J. Kloosterman.

J. Vonk, is thans predt bij de Hervormde gemeente te Oldebroek.

E. Vonk, predt bij de Gereform. kerken, thans te Echten en Oosterzee (in Lemsterland, Friesland).

1) Vgl. ,,Herald. Biblk’ 1882 bl. 184-6, waar ook hunne kinderen worden .opgeteld. Wapen van dezen (niet.adellijken) P., een ossekop.

 

BLZ. 536

Zie ook Van Alphen’s Kerkelijk Handboek" 1885 bl. 188,293, en J. H. Scheffer’s .Nederl. Familie-archief" in ,,Alg. Nederl. Familieblad’ 1883/84.

Mevr. de wede N. J. Vonck, geb. Coomans de Ruiter, te Streefkerk, berichtte 15 Mei ‘95 het overlijden van Petronella Vonck, echtgenoote van haren zoon Cornelis J. Vonck te Soerabaja.

L. M. Vonck, controleur le kl. Binnenl. Bestuur, sloot 12 Aug. ‘95 te Amstm echtverbintenis met A. J. E. du Cloux.

Vonck van Ln komt te Ln 21 Febr. 1802 nog voor. Aan Jan Vonck van Ln en Catharina v. der Heiden werd te Ek-en-Wiel 7 Aug. 1810 (ged. 19 Augs) een zoon Dirk Jan Vonk geboren, wiens kinderen, te Ek gevestigd in den eenvoudigsten levensstand, zich enkel Vonk noemen, geluk hun grootvader 13 April 1813 als Jan Vonk bekend stond.

Ook van Vonck gewaagt het meer genoemde Tijnsboek van Elten 1), indezervoege :

Rutger V. - was nu één persoon met den gelijknamigen edelman van den Landvrede ao 1377 - ? - woenachtig in den kerspel van Leynden in nederbetuen is sculdic vijftenhaluen olden tornoezen van den eruen en tynsghuede hiern bes. 2), dat joncker van den voert 3) ludolfs zoon en Johan roever 4) nae the holden plegen wt den hoeve to redinchem geheiten synte vyts Hoff. It. iiij mergen lants op borchhoeuell. It. negen mergen in die gheeren. It. iiij mergen op luttelveld. It. i mergen bider 5) Smit. It. i mergen tusschen die twee smeetsstraden. It. b m. 6) op homeden et vij m. op nedermeden’ Ao 1402, 24, 1527.

Nota. Redinchem is Renkum op de Veluwe (waar de abdij vele goederen bezat). St. Vitus was de kerkpatroon der abdij van Elten 7),

1) T. a. pl., bl. 144.

2) hierna beschreven.

3) v. den Voorde of v. der Voort.

4) Deze ontbreekt in mijn artikel over de Geldersche de Roevers in .Navr" XXVII (1877) bl. 506 vg.

5) bij den.

6) Zes morgen.

7) Zie ,,De Navr" XXXVIT, 636, en belangrijk naricht, over dezen heilig in het opstel van Prof. Kist in .Nieuw-Archief voor Kerkgeschied." II.

 

XLVII 1897

BLZ. 346 ev

Aanvulling bij XLVI 1896

Bl. 532, r. 18 v. b. De stamvader der familie Vonck zal wel uit de 12/3de eeuw spruiten, en niet uit de 14e, gelijk Butkens stelt, die aan de combinatie ,,Vonck van Lynden" de beteekenis hecht ,Vonck herkomstig uit van Lynden", en niet, gelijk ons bleek dat werklijk ‘t geval is, .Vonck herkomstig uit" of ..behoorend tot Lienden’. Immers Navr XLVI. 583 herinnert aan Roelof Vonck, wiens kleinzonen in 1357 meerderjarig waren. Maria Vonck en Jacob v. Wijnbergen hadden tot dr Maria v. W., tr. Nicolaus v. Sasse, zoon van Dominicus v . s . , in 1542 raad van Utrecht, bij Engel v. Voirde (Herald. Biblk 1881 bl. 374) - Herman Vonk en Maria v. Meerten, echtelieden, lieten te Ommoren 27 Mei 1798 eene dochter Dirkje (geb. 20 Mei) doopen, met Cornelia Vonk als getuige. Wat Vonck = fonck-drinker betreft. te Maurik bestaat de familienaam Fonk; aan J . M. Fonk gehuwd met eenen .J. Lamers werd 29 Sept. 6 Oct. 1896 een zoon geboren. Vonk was in de Middeleeuwen ook wel voornaam, bijv. Vonk v. Leeuwen, broeder van Herman v. L.. zoons van Johan, te Maurik (zie Navr XXVI, 375); XL, 246 .

BI. 532, r. 13 v. o. stort Filips III ; lees Filips II.

Bl. 533 Vonck. Johan Vonck gaf 11 Dec. 1578 een declaratoir omtrent de afstamming en riddermatigheid van Frans v. Leeuwen (echtgenoot van Helena Foyert). woonachtig te Maurik of te Rijswijk (in Neder.Betuwe).

Bi. 536. L. M. Vonck, controleur 1ste k l . , Novr 1896 bij den landraad te Sambas (op borneo) tot buitengewoon subst.-griffier benoemd, werd Febri ’97 naar de residentie Palembang verplaatst.