INDELING VAN DE REPUBLIEK van 1648 tot 1795
De Republiek bestond uit 7 provinciën of gewesten :
Het Hertogdom Gelre,
het Graafschap Holland,
het Graafschap Zeeland,
het Bisdom (Sticht) of ook wel genoemd de Heerlijkheid Utrecht,
de Heerlijkheid Friesland,
de Heerlijkheid Groningen,
de Heerlijkheid Overijssel.
daarnaast behoorde ook het zogenaamde
Landschap Drente tot de Republiek,
Drente was echter niet vertegenwoordigd in de Staten Generaal
Generaliteits Landen :
Daarnaast waren er de zogenaamde Generaliteitslanden. Dit waren delen van de oorspronkelijke 17 Nederlanden, die tijdens de opstand of de tachtigjarige oorlog waren veroverd op de Spaanse Koning. En rechtstreeks bestuurd werden door de Staten-Generaal. Deze had daartoe een aantal raden ingesteld. Deze bestonden uit een viertal delen namelijk:
Staats-Brabant
Hiervan werd de Hooge en Souvereine Raad van den Hertog van Brabant waargenomen door : De Raad en Leenhove van Brabant en het Land van Overmaze.
Het Land van Overmaze
Hiervan werd de Hooge en Souvereine Raad van den Hertog van Brabant waargenomen door : De Raad en Leenhove van Brabant en het Land van Overmaze.
Opper-Gelre
Dit was het Kwartier van Roermond of het Overkwartier van Gelderland. Slechts een gedeelte hiervan het zogenaamde Staats-Gelre behoorde tot de Republiek. De rest was verdeeld in een Pruisisch- en een Oosterijksch-Gelre. Het hoogste gerechtshof voor Staats-Gelre was het Hof van Venloo
Staats-Vlaanderen
Het hoogste gerechtshof voor Staats-Vlaanderen was de Raad van Vlaanderen te Middelburg
Gebieden die niet tot de Republiek behoorden :
Ook waren en nog een aantal delen die wel binnen het huidige grondgebied van Nederland vallen, doch niet tot de Republiek behoorden.
Dit zijn behalve een aantal delen van de huidige provincie Limburg
Binnen Brabant:
Het graafschap Megen,De Heerlijkheid Ravenstein, De Baronie van Boksmeer en De Vrije RijksHeerlijkheid Gemert
Binnen Gelderland:Het graafschap Culemborg en Het Graafschap Buren
Na de afzetting van Filips II in 1581 als Landsheer, trokken de afzonderlijke Staten colleges de Landsheerlijke macht en de souvereiniteit aan zich. De landsheerlijke macht in de vorm van Hertog, Graaf of Heer bleef bestaan maar werd uitgeoefend door de Staten. Slechts een aantal taken werden gedelegeerd aan de Staten-Generaal. De samenstelling van elk Statencollege was anders. Evenals de lokale bestuursstructuur. De oorzaak hiervan was gelegen in het feit dat alle staatjes ieder een eigen ontwikkeling hadden doorgemaakt. Onder de heerschappij van de Bourgondische Hertogen en hun opvolgers was een begin gemaakt met de tot standkoming van een centraal bestuur. Juist dit streven is een van de oorzaken geweest van de opstand.
De Staten:
In Holland had de ridderschap één stem tegenover de achttien stemhebbende steden
In Zeeland had alleen de Markies van Veere ( uit het huis van Oranje) zitting als edele met naast zich zes stemhebbende steden.
De Staten van Utrecht bestonden naast de ridderschap en de steden uit de aafgevaardiging van de kapittels
In Overijssel en Stad en Ommelande van Groningen, hadden de steden en de vertegenwoordigers van de landadel evenveel zeggenschap.
In Gelderland kwamen de vertegenwoordigers van de 3 kwartieren in afzonderlijke landdagen bijeen en kozen dan hun vertegenwoordigers in de Generale-Staten of beslisten over de zaken betreffende de privinciale souvereiniteit.
In Friesland kwamen de vertegenwoordigers van de vier kwartieren, bestaande uit de vertegenwoordigers van de 30 grietenijen en de 11 stemhebbende steden wel plenair bijeen.
Drente was niet rechtstreeks vertegenwoordigd in de Generale-Staten.
Deze Staten-Colleges hadden zowel de landsheerlijke macht alswel een vertegenwoordigd karakter. Ook benoemden zij afzonderlijk een Stadhouder. Dit was bijna altijd een lid van het Geslacht Oranje-Nassau. De samenwerking tussen de zeven provincien was gebaseerd op enkele officiële stukken die ook werden aangeduid als de “fundamentele wetten”. Deze bestonden uit : De pacificatie van Gent, de Unie van Utrecht en het Plakkaat van Verlatinghe van 1581. Later werden daar de Bestandsakte van 1609 en het Vredesverdrag van Munster van 1648 aan toegevoegd. Dit waren echter geen wetten of een grondwet maar meer een aantal verdragen of overeenkomsten tussen zelfstandige onderdelen waarin de onderlinge samenwerking werd geregeld.
Kaarten:
klik op de kaart voor inzoomen
De Republiek | De Republiek binnen de huidige grenzen | De Republiek met aanliggende Staten |
In een ander deel zal nader worden ingegaan op de gezamenlijke bestuurlijke instellingen.
zie ook : Wikipedia
Bron : Geschiedkundige Atlas van Nederland , De Republiek in 1795 door A. A. Beekman uitgegeven in 1913 door Martinus Nijhoff 's Gravenhage