Archiefbronnen

 

Rechterlijk Archief Nederbetuwe, inv.nr 203, deel 2 Protocol van bezwaar, Bank van Kesteren
Inleiding Volgens ordonnantie van 23 juli 1651 werd voor het Kwartier van Nijmegen vastgesteld dat ten behoeve van de zogenaamde vrijwillige rechtspraak protokollering zou moeten plaatsvinden. De invoering daarvan vond zijn beslag bij resolutie van 13 februari 1654. Voor het ambt Neder-Betuwe betekende dit dat bij finale resolutie van 28 juli 1654 het aan de ambtman en de ridderschap was vergund protokol te doen houden van alle op- of overdrachten, lijftochten, cessiën en diverse andere voluntaire akten met betrekking tot onroerende goederen binnen haar rechtsgebied. Het rechtsgebied der Neder-Betuwe telde twee gerichtsbanken, nl. die te Kesteren; waaronder de dorpen Ravenswaaij, Rijswijk, Maurik, Eck en Wiel, Ingen, Ommeren, Lienden (met de buurschappen Meerten en Aalst), Kesteren, Opheusden, Hien, Dodewaard, Ochten en Echteld ressorteerden, terwijl de gerichtsbank van Zoelen de dorpen Zoelen, Kerk-Avezaath en Kapel-Avezaath omvatte. Protokollering van akten betreffende de vrijwillige rechtspraak in de Neder-Betuwe vond reeds vanaf 1613 te Kesteren en vanaf 1614 te Zoelen plaats (inv. nrs. 200-202 en 198-199). De resolutie van 13 febr. 1654 leidde er evenwel toe dat aan dr. Lambertus van Eck, schepen der stad Tiel, werd opgedragen protokol te houden van akten die voor de gezamenlijke banken van Kesteren en Zoelen zouden passeren. De praktijk leert ons dat Van Eck naast de aktuele protokollering ook akten van oudere datum inschreef die tijdens zijn ambtsperiode waren gecasseerd en/of als pro memoria voor latere overdrachtsbrieven dienden te worden beschouwd. Het gevolg daarvan is, dat deze laatstgenoemde categorie van akten voor een niet onaanzienlijk deel teruggaan tot vóór de eigenlijke aanvangsjaren der protokollering (1613 en 1614) en soms zelfs van rond het midden van de zestiende eeuw dateren. De hier bedoelde protokollering - die volgens de titel tot op 6 aug. 1654 plaatsvond - vinden wij terug onder inv. nr. 203 van het rechterlijk archief Neder-Betuwe (Rijksarchief in Gelderland, te Arnhem). De akten zijn voor deze bewerking samengevat en voorzien van nummers waarnaar in de index gemakshalve wordt verwezen. De persoonsnamen in de tekst zijn letterlijk getranscribeerd doch zijn in de index zo veel mogelijk onder de hedendaagse spelling gerangschikt. Vermeldingen van rentepercentages en aflossingstermijnen (indien dit meerdere data betreffen) zijn in deze bewerking niet overgenomen. De bewerking van dit inventarisnummer 203 is gesplitst in drie afzonderlijke delen. Het eerste deel, bevattende de akten van fol. 1 tot fol. 71, is uitgegeven in 1988. Thans zijn de fol. 71 tot 141 in deze uitgave verwerkt. Het derde en laatste deel zal t.z.t. verschijnen.
W.F.M. Ahoud Arnhem, juni 1995
N.B. opgenomen zijn alleen de protocollen met de naam Vonk, Vonck, Vonk van Lienden en Vonck van Lienden

fol. 93v.

552) LIENDEN-MEERTEN, 22-3-1651.

Ottho Huijbertss en Merriken Gerrits echtel. prom. aan Anneken Cornelis 150 gld. c.i., uit 1½ morgen bouwland, genaamd Lang Grootvelt, in de maalschap Meerten, kerspel Lienden, O: Lucas Verhuet en Gerrit Vonck, Z: Herman Henrickss, W: Huijbert Janss, N: Cornelis Janss. Get. Bernt van Poudroijen, secr[etaris].

fol. 109v.

666) LIENDEN-MEERTEN, 7-5-1646.

Johan Willemss en Hendersken van Ewijck echtel. prom. aan Reijer Corneliss 300 gld. c.i., uit 4 morgen bouwland in de maalschap Meerten, kerspel Lienden, O: Anthoni van Wijck, Z: Hillebrant Vonck en Reijer van Wijck, W: Hillebrant Vonck en Jan Noest, N: Willem Willemss en Aert van Ewijck. Get. Bernt van Poudroijen, secr.

fol. 110.

669) LIENDEN-AALST, 3-2-1649.

Jan, Adriaen en Henrick Vonck van Lienden, gebroeders, prom. aan Jerephaes Foyert, scholtus en richter der heerlijkheid Lienden, 200 gld. c.i., uit hun gedeelten van een huis en hofstad in de buurschap Aalst, kerspel Lienden, O: kapittel ten Dom te Utrecht en de weduwe van Herman Brull, Z: weduwe vnd. en de gemenestraat, W: Bart van Triest, N: de oude Rijnse graaf.

fol. 115v.-116v.

712) LIENDEN-MEERTEN / LIENDEN-AALST / OMMEREN / KESTEREN / OPHEUSDEN, 1614.

Renten, tijnsen, erfpachten die de kerk van Lienden jaarlijks competeren, geëxtraheerd uit zekere oude aantekeningen of register d'anno 1614.
MEERTEN
Uit de Vrouwenkamp, toebehorende aan jr. Johan van Ulft van Laeckhuijsen, O: convent van Rhenen, Z: uitweg, W: gemenestraat, N: erfgenamen van Reijer van Hattem met Johan Vonck van Lienden en nu in gebruik door Ariaen Janss, voor 1 Brabantse st.
AALST
Uit Lijskenscamp, toebehorende aan vrouw Stouten, in pacht door Willem van Grootfelt, O: erfgenamen van juffr. Foijerts, Z: gemene wetering, W: Adam Vonck, N: gemenestraat, voor 1 oud schild.

fol. 118.

714) LIENDEN-MEERTEN, 26-9-1650.

Johan Vonck en Elisabeth Willemss echtel. prom. aan de diaconie van Lienden 300 gld. c.i., uit 14 hond bouwland te Meerten, kerspel Lienden, O: weduwe van jr. Henrick Vonck, Z: 't Vrouwenstraatje, W: Hillebrandt Vonck, N: Willem Willemss. Get. Beernt van Poudroijen, secr.

fol. 118v.

718) LIENDEN-AALST / LIENDEN-MEERTEN, 25-6-1652.

Hendrick Adriaenss als principaal en Johan Willemss als borg en medeprincipaal prom. aan de diaconie van Lienden 100 gld., waartoe de eerste tot onderpand stelt een huis en hofstede alwaar hij woont, te Aalst onder Lienden, O: Dirck van Meerten, Z: gemenestraat, W: de bouwing van Mariëndaal en Evert van Hemert, N: bandijk. De tweede stelt tot onderpand 4 morgen bouwland in Meerten onder Lienden, O: Jantgen van Wijck, wed. van Antoni van Wijck, Z: Hillebrant Vonck van Lienden en Reijnier van Wijck, W: Johan Noest en Vonck vnd., N: de hofstede van Jan van Meerten en Adriaen Corneliss. Get. Adriaen Janss; Beernt van Poudroijen, secr.

fol. 122v.

742) KESTEREN, 10-7-1642.

Juffr. Henrica van Zuijlen, wed. van jr. Nicolaes van Braeckel, drost ter Lede, cum tutore jr. Floris van Braeckel, drost ter Lede, prom. aan het onmondige kind van Wessel Stevenss en Grietgen Adriaenss, in leven echtel., 491 gld. 13 st. c.i., uit een stuk bouwland, genaamd Hille Voncken kamp, groot 5½ morgen te Kesteren, O: de graaf van Culemborg, Z: Jan Corneliss Snijder, W: jr. Dirck Vonck van Lienden, N: Broekdijk. Gerl. Mr. Bartholomeus Bercheijck, adv[ocaat]; Jerephaes Dirckss, secr.

fol. 123.

748) OPHEUSDEN, 10-1-1624.

Bertgen Wijnen, wed. van Adriaen Adriaenss, cum tutore Aernt Vonck, vendidit aan Henrica Dirck Henricxdr van Caemerick, wonende in de voorstad buiten Utrecht, genaamd de Weert, een jaarlijkse losrente van 31 gld. 10 st., uit een hofstede en boomgaard aan de gemenestraat te Opheusden, O: Jan Roeloffss van Setten, Z: gemenestraat, W: een vicarie waarvan de Grootvelden collators zijn, N: bandijk. Gerl. Adriaen Dirckss; Evert Thoniss.
fol. 123v.

750) OPHEUSDEN, 10-1-1624.

Adriaen Cornelis en Juliana Ariensdr echtel. vendiderunt aan Henrica Dirrick Henricxdr van Camerick, wonende in de voorstad buiten Utrecht, genaamd de Weert, een jaarlijkse losrente van 12 gld., uit een huis en hofstede te Opheusden, O: en N: erfgenamen van jr. Johan van Goltsteijn te Arnhem, Z: de Tielsestraat, W: Roeloff Willemss c.s. Gerl. Aert Vonck; Adriaen Dirckss.

752) OPHEUSDEN, 29-5-1644.

Jan Pieterss en Elisabeth Janss echtel. prom. aan het St. Agnietenconvent te Rhenen 500 gld. c.i., uit ca. 2 morgen weiland te Opheusden, aangekocht zijnde van wijlen Arndt Vonck, O: weduwe van Cornelis Corneliss, Z: landwetering, W: Jan Rutgers op Remmerten, N: Adriaen Toniss Buddingh. Voorts uit 2 morgen bouwland aldaar, O: weduwe van Aelbert Henricxss en Jan Toniss Buddingh, Z: erfgenamen van Huijbert Thoniss Buddingh, W: en N: gedeputeerden van Arnhem. Gerl. Willem van Wijck; Pieter van Kesteren.

fol. 124.

753) OPHEUSDEN, 13-10-1631.

Evert Thoniss, wonende te Opheusden, vendidit en prom. aan Dirck Henrickss van Camerick jaarlijks 25 gld., uit een huis en hofstad land te Opheusden, O: kosterie, Z: Heusdense leigraaf, W: Jan Claess, N: gemenestraat. Gerl. Aernt Vonck; Anthonis Franss.